De archieven van de Raad

De Raad van Kerken heeft een roemrijk verleden, dat is neergeslagen in een omvangrijk archief. In 2012 werd het grote archief (53 meter) over de jaren 1982-2000 in bewaring gegeven aan Het Utrechts Archief. Daar lagen al de archieven van de voorgangers van de Raad: de Oecumenische Raad en de Raad van Kerken vóór 1982. De archieven van die periode waren echter nog maar nauwelijks ontsloten: alleen globaal was aangeduid wat in de honderden dozen aanwezig was. Ondergetekende, als vrijwilliger samen met Piet van de Pol verantwoordelijk voor het ordenen en inventariseren van de periode 1982-2000, zette zich als vrijwilliger bij Het Utrechts Archief aan het ordenen en inventariseren van die oudere archieven. Dat moet uiteindelijk resulteren in vier aaneensluitende archieven.

Korte historie

Allereerst het archief van de Oecumenische Raad in Nederland, die bestond van 1935 tot 1946. De oprichters van deze Raad waren geen kerken, maar drie oecumenische organisaties, te weten de Raad van Nederlandse Kerken voor Praktisch Christendom, de Nederlandse afdeling van de Wereldbond der Kerken en het Nederlandse Lausanne-comité. Die vaardigden ieder vier leden af naar de Raad. En via die organisaties waren zeven kerken lid van de Raad. Grote kerken die ontbraken waren de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) en de Gereformeerde Kerken (GKN). De indirecte aanwezigheid van de kerken in de Raad beviel niet, en in 1946 werd ervoor gekozen een echte Oecumenische Raad van Kerken te vormen, maar dat was nog steeds zonder RKK en GKN, met als gevolg dat deze Raad bestond uit één grote kerk, te weten de Nederlandse Hervormde Kerk, en een aantal kleinere. Daaraan kwam in 1968 een einde: toen kwam de Raad van Kerken in Nederland tot stand, mét deelname van de RKK en de GKN. Die Raad veranderde in de loop van de jaren wel van samenstelling door het toetreden van nieuwe lidkerken, maar niet zo fundamenteel als in de voorgaande jaren. In 2000 werd wel de interne werkwijze van de Raad ingrijpend gewijzigd: Secties maakten plaats voor beraadgroepen en veel werkgroepen verdwenen. Vandaar dat in de archiefvorming ook het jaar 2000 als scheidslijn werd gehanteerd, hoewel de Raad zelf niet structureel veranderde. Als alles goed gaat, zal er over enige tijd ook een inventaris van het archief zijn van de Raad van Kerken over de jaren ná 2000. Dan zullen er 5 geïnventariseerde archieven zijn: 1935-1946 Oecumenische Raad, 1946-1968 Oecumenische Raad van Kerken, 1968-1981, 1982-2000, 2000 en verder: Raad van Kerken. Voer voor onderzoekers!

Ontbrekende stukken

Helaas zijn de archieven van de Raad en zijn voorgangers niet compleet. Het deel dat het secretariaat bijeenbracht (vergaderstukken van de Raad zelf, correspondentie e.d.) is dat veelal wel, maar het werk in secties en werkgroepen werd meestal gedaan door vrijwilligers of medewerkers van lidkerken die daarvoor vrijgesteld werden. De archieven die zij vormden, zijn niet altijd (volledig) overgedragen aan de Raad, en (delen ervan) kunnen in principe dus nog bij de vroegere secretarissen thuis liggen. De ervaring leert, dat dergelijke stukken in kelders en op zolders terecht komen en vergeten worden. De kans dat die archiefdelen na overlijden bij het oud papier terecht komen of al gekomen zijn, is dan groot.

Daarom het dringende verzoek aan mensen die in het verleden betrokken waren bij het werk in werkgroepen van de Raad, om nog eens een blik te werpen op de papieren die zij daarvan nog in hun bezit hebben. In het bijzonder van de werkgroep Mensenrechten zijn heel weinig stukken bewaard gebleven. Voor de periode 1982-2000 kunt u zelf bekijken of uw stukken al in het archief aanwezig zijn (zoek onder archieven bij www.hetutrechtsarchief.nl naar Raad van Kerken 1982-2000 (archief nr.1368), en klik dan op het vierkantje met oude letters voor de inventaris; dan voortdurend naar onderen doorklikken op de plusjes). Inventariseert u wat u in uw bezit hebt, en geef dat door aan het secretariaat van de Raad: rvk@raadvankerken.nl, dat het door zal geven aan ondergetekende, die dan contact met u zal opnemen.

Tot slot een oproep aan de secretarissen van dit moment: ga zorgvuldig om met de papieren en digitale archieven, en geef ze bij uw vertrek door aan uw opvolger. Waarom iets wat u nu van belang acht, verloren laten gaan?

Greetje Witte-Rang