Het slavernijverleden en de kerken

Medio december bood de Nederlandse regering officieel excuses aan voor de verantwoordelijkheid van Nederland voor de slavernij vanaf de 17e tot diep in de 19e eeuw. De aandacht richtte zich daarbij met name op Suriname en Caribisch Nederland, maar heeft ook betrekking op voormalig Nederlands-Indië en op de koloniale aanwezigheid van Nederland in (Zuid) Afrika en Azië.

Ook de Raad van Kerken in Nederland en verschillende van zijn lidkerken houden zich intensief bezig met de vragen rond de verwerking van het Nederlandse slavernijverleden. In juni 2013 bracht de Raad een verklaring uit over de betrokkenheid van afzonderlijke kerkleden en kerken bij het in stand houden en legitimeren van slavenhandel. In 2017 startten de Evangelische Broedergemeente en de Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam de werkgroep ‘Heilzame verwerking van het slavernijverleden voor wit en zwart’, in samenwerking met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Deze groep beoogt de verklaring in praktische zin uit te werken en heeft dat inmiddels in verschillende projecten gedaan. 

Als vervolg op deze initiatieven bereid een breed samengestelde netwerkgroep onder auspiciën van de Raad van Kerken in de aanloop naar Keti Koti (‘verbroken ketenen’) 2023 drie activiteiten voor: 

  • Een landelijke herdenkingsdienst in de Nieuwe Kerk in Amsterdam die op 30 juni 2023 zal plaatsvinden, op de vooravond van de viering van de afschaffing van de trans-atlantische slavernij. 
  • Een uitgave in de reeks Oecumenische Bezinning van de Raad van Kerken, over kerken en het slavernijverleden, met bijdragen van auteurs uit Suriname en Caribisch Nederland. Deze publicatie is bestemd voor een breed publiek en zal begin mei 2023 uitkomen.
  • Een internationaal symposium met sprekers uit Suriname en Caribisch Nederland, dat in samenwerking met de PThU, de VU en het NiNsee georganiseerd zal worden. Dit symposium vindt 1 juni 2023 plaats in de Domkerk, Utrecht.

Nieuws

Activiteiten