Rituelen voor seculieren

Welke rol hebben rituelen bij seculiere mensen? En hoe veranderen de rituelen in onze samenleving nu een meerderheid weinig religieuze binding meer heeft? Dat was één van de thema’s die aan de orde kwamen vrijdag bij het Genootschap voor Liturgiestudie in Den Bosch.

Dr. Esther Captain, hoofd onderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, hield een inleiding waarbij ze onder meer de persoonlijke invalshoek van mensen benadrukte en het belang van authenticiteit. Je herkent het verlangen naar persoonlijke inkleuring in de struikelstenen, die in 1995 voor het eerst in Duitsland (Keulen) werden geïntroduceerd. Ze worden in het straatplaveisel geplaatst als herinnering aan de joden die ooit op een adres hebben gewoond. Het comité 4 en 5 mei heeft in Nederland ook meegewerkt aan het open huizen plan. Daarbij worden mensen uitgenodigd om huizen te bezoeken om daar het verhaal te vernemen van de bewoners die er ooit een thuis hadden.

Klaas van der Kamp van de Raad van Kerken zei de hang naar persoonlijke verhalen wel te herkennen. Het is om dezelfde reden dat de kerken in een recente publicatie van eucharistie en avondmaal voor de invalshoek van de beleving hebben gekozen. Hij refereerde vervolgens aan de film Schindler’s List uit 1994 waarin ook het leven van één persoon wordt uitvergroot om het grote verhaal te vertellen. Hij noemde het meer dan toeval dat de voorbeelden uit de jaren negentig komen en dat ook het nationaal comité in die tijd tot stand is gekomen (1987). ‘Blijkbaar is er een nieuwe generatie gekomen, die de oorlog zelf niet meer heeft meegemaakt en moeten we daarom ook werk maken van de persoonlijke inkleuring en de mogelijkheid je daarmee te identificeren’. Het blijft daarbij spannend als het gaat om het zoeken naar de passende rituelen. ‘Als je te veel uitlegt, preek je het ritueel stuk’.

Captain vertelde dat het Airborne Museum in Oosterbeek koos voor allerlei simulatiespelen om jonge mensen in staat te stellen met ‘experience’ zelf dichter bij het verhaal te komen. Het is balanceren op een smal koord. Wie de jonge mensen geen referentiekader aanreikt, verliest de support. Maar al te veel romantisering is ook weer niet goed. ‘Je kunt moeilijk de holocaust zelf gaan verbeelden in een experience’. ‘Je moet steeds weer de verhalen van onderaf vertellen’, zei één van de deelnemers, ‘dan ontstaan van daaruit vanzelf de symbolen en rituelen’.

Captain gaf verschillende cijfers van het comité 4 en 5 mei vanuit recent onderzoek. Daaruit blijkt dat 83 procent van de mensen twee minuten stilte in acht neemt, dat 60 procent de nationale herdenking op de Dam via televisie of online volgt, dat 30 procent de vlag half stok hangt en dat 6 procent meedoet met een locale herdenking. Wat betreft de elementen die aanspreken noemde ze de volgende voorkeuren: 1. Twee minuten stilte; 2. Nederlandse volkslied; 3. Aanwezigheid van het koninklijk huis; 4. Kranslegging; 5. Aanwezigheid van militairen; 6. Gedichten; 7. Lezing van een belangrijk persoon. Van de dienst voorafgaand in de Nieuwe Kerk waarderen de mensen vooral het gebed.

Esther Captain vertelde verder dat er inmiddels 3600 oorlogsmonumenten in Nederland zijn. Er komen er nog steeds bij. Het is een hele kunst al die monumenten te onderhouden.

Klaas van der Kamp herinnerde aan de inzet van de Raad van Kerken om bij nationale herdenkingen de link te blijven houden naar de verwijsfunctie van rituelen en de ruimte voor religie in het publieke domein. Esther Captain poneerde de stelling dat diverse rituelen niet direct een functionele betekenis hebben. Iets wat Van der Kamp tegensprak, rituelen verwijzen altijd naar een metafysische werkelijkheid, zo poneerde hij. Van der Kamp noemde verder het belang duidelijk voor ogen te houden welke slachtoffers men gedenkt op 4 mei. Hij pleitte voor het expliciet benoemen van de holocaust, en de homoseksuelen, de communisten en de joden die daar onder anderen het leven hebben gelaten. ‘De absolute ontkenning van menselijk leven is een gevaar wat je daar ziet, wat je misschien ook wel kan herkennen bij terroristen die een aanslag plegen op onschuldige, niets-vermoedende reizigers. Dat is toch weer anders dan het verdriet wat je ervaart bij militairen die meer politioneel worden ingezet. Al mag er ook aandacht zijn voor die mensen’.

Van der Kamp toonde beelden van de MH-17-herdenking in Amersfoort en hij analyseerde de kijkcijfers van zowel de herdenking in Amersfoort als de nationale herdenking in de Rai in Amsterdam. Iris Kroes (Amersfoort) trok zo’n 170.000 hits, Marco Borsato (Amsterdam) zo’n 90.000. De algemeen secretaris stelde de vraag of je daaruit mag afleiden dat mensen helemaal geen moeite hebben met een religieuze context van een viering. In ieder geval is de timing van een herdenking van essentieel belang als je naar de cijfers kijkt, aldus de inleider.

Er waren ook vragen aan Esther Captain over het verschil in karakter van 4 mei en 5 mei. Captain maakte duidelijk dat 5 mei met de bevrijdingsfestivals erg belangrijk zijn, zeker als je kijkt naar de doelgroep die men juist daar bereikt. Het blijken veel jonge mensen te zijn en dan ook nog eens veel jongeren met een minder hoge opleiding. Dat is een belangrijke, en vaak moeilijk te bereiken groep.

Foto’s
1. Dr. Esther Captain
2. De vergadering net voor het begin