Mijn verblijfsstatus is niet wie ik ben

INLIA, lid van de projectgroep Vluchtelingen van de Raad, levert regelmatig bijdragen over de situatie en ervaringen van vluchtelingen en asielzoekers in Nederland.

Zijn moeder heeft hij nooit gekend, zijn vader sterft als Joshua 16 is. Moederziel alleen is hij een prooi voor kwaadwillenden. Een mensenhandelaar ontvoert hem naar Nederland. Maar Joshua ontsnapt. Hij is nu vader en wil voor zijn kinderen zorgen.

Hij groeit op in Bo, Sierra Leone, alleen met z’n vader. Die overlijdt als Joshua 16 is. Vrienden van vader komen het vertellen en willen Joshua vervolgens dwingen toe te treden tot de Poro. Een berucht genootschap met geheime rituelen en praktijken. Joshua wordt gemarteld als hij niet wil toetreden.

Hij weet te ontsnappen, maar valt in handen van een mensenhandelaar. Die belooft hem veiligheid en een opleiding in Nederland. In plaats daarvan wordt Joshua opgesloten en moet hij ‘slechte dingen’ doen. In een letterlijk onbewaakt ogenblik stapt hij naar de politie. Die stuurt hem naar Ter Apel.

Joshua vindt het doodeng in het aanmeldcentrum, op een kamer met jongens die drugs nemen. Gelukkig stroomt hij snel door naar de opvang voor minderjarigen. Hij leert er Nederlands en doet de koksopleiding. Hij geniet. Als hij 18 wordt, is het echter gedaan. Niet minderjarig meer, dus: uit de opvang, verhuizen, van school af. Een maand later wordt zijn asielverzoek afgewezen. Joshua komt terecht in een nachtopvang.

Overdag zwerft hij op straat. Tot hij een dominee ontmoet die hem een tijd in huis neemt. Het verandert zijn leven. Joshua begint met de opleiding voor timmerman en ontmoet een jonge vrouw. Ze heeft al een zoontje en samen krijgen ze een dochtertje. De relatie gaat helaas stuk. Toch wil Joshua voor zijn kinderen zorgen. Daarom wil hij per se een verblijfsvergunning. ‘Ik moet wat van mijn leven maken. Voor mijn kinderen.’ Acht jaar is hij nu in Nederland.  

‘Ik heb verschrikkelijk mazzel gehad dat ik de dominee heb ontmoet. Veel jongens en meisjes hebben dat geluk niet. Ik heb heel veel goede mensen leren kennen, veel met zóveel talenten. Ze krijgen geen kans om bij te dragen aan dit land. Het kan zo veel beter.’ Hij valt even stil. Dan: ‘Ik ben geen asielzoeker. Mijn verblijfsstatus in Nederland is niet wie ik ben.’

Dit artikel is overgenomen van INLIA, Kerkelijke Relaties & Publieksvoorlichting, Jacobijnerstraat 5, Groningen, www.inlia.nl

INLIA staat voor: Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers. INLIA is een netwerkorganisatie van en voor geloofsgemeenschappen die asielzoekers en vluchtelingen in nood helpen.