Experiment in bisdom

De provinciale Raad van Kerken van Utrecht gaat het over een nieuwe boeg gooien. De komende jaren zal worden geëxperimenteerd met een andere opzet van de provinciale ontmoetingen. De organisatie krijgt een netwerkkarakter en de bijeenkomsten komen in de context van een werkbezoek te staan, waarin meer dan in het verleden de pastores uit diverse kerken kunnen participeren.

Dat is de conclusie na een overleg van diverse deskundigen uit plaatselijke raden van kerken, woensdag 9 maart in Amersfoort. Aanleiding voor het overleg vormde de opheffing van de provinciale Raad van Kerken Utrecht oude stijl. Met acht mensen is gekeken hoe een nieuwe insteek vorm zou kunnen krijgen. Er is een voorlopig format gemaakt, dat in het najaar beproefd zal worden en in het jaarlijkse decemberoverleg van provinciale raden en landelijke raad verder besproken zal worden. De protestant René van den Belt, voorzitter van de raad van kerken uit Baarn en de anglicaan Henk Korff, voorzitter van de stedelijke raad van kerken in Utrecht, zullen samen met ambassadeur Rinze Marten Witteveen en algemeen secretaris Klaas van der Kamp de nieuwe structuur uitproberen.

De experimentele structuur kent drie veranderingen. Allereerst mikt de nieuwe opzet vanuit Utrecht op verdere aansluiting met de grenzen van het rooms-katholieke bisdom. De details moeten besproken worden met bijvoorbeeld het Platform van de kerken in Overijssel, zodat het experiment aanvullend op bestaande structuren functioneert. De oude vorm was vooral ingegeven door de protestantse indeling in provincies en sloot bijna één-op-één aan bij de regio’s die hervormden en gereformeerden destijds hanteerden. De nieuwe lijnen volgen meer de grenzen van het rooms-katholieke bisdom, zo is de gedachte, die overigens nog verder besproken moet worden met allerlei bestuurlijke gremia. 

Een tweede verandering betreft de focus op pastores. Tot nu toe richtten provinciale organen zich eigenlijk alleen op plaatselijke raden van kerken. Door pastores bij het initiatief te betrekken, kan men meer aandacht geven aan de aansluiting van oecumene bij beleid en vice versa. Ook geeft men priesters, predikanten en andere pastores de gelegenheid om collegae te ontmoeten. Het is de bedoeling om daarbij kerkenbreed de uitnodiging te doen uitgaan. Dus ook voorgangers van migrantenkerken en pinksterkerken, voor zover de adressen bekend zijn, krijgen een uitnodiging. ‘Op die manier kunnen we goed aansluiten bij het karakter van een netwerk-samenleving’, aldus één van de deelnemers aan het overleg in Amersfoort.

Een derde vernieuwend element betreft het idee van het werkbezoek. Tot nu toe kwamen provinciale raden vooral bijeen rond vergadertafels. Door bedrijven te bezoeken, bibliotheken, dienstencentra, omroeporganisaties en andere publieke of particuliere instellingen kan er een direct gesprek ontstaan over maatschappelijke en sociale vragen. Daarbij zoekt de voorbereidingsgroep steevast een meer theologische invalshoek, die redelijk aansluit bij het thema van het werkbezoek, en kan eventueel een kerk worden aangedaan, zodat het gesprek een theologische en kerkelijke verdieping kan krijgen.

Bij het overleg in Amersfoort waren naast de genoemde mensen aanwezig: Idelette Otten (Vleuten), Henk Schoon (Mijdrecht), Louis Runhaar (Amersfoort) en Bé Jager (Driebergen).

Tijdens de vergadering werden ook allerlei plaatselijke ontwikkelingen uitgewisseld. Daaruit bleek dat eigenlijk alle plaatsen aandacht geven aan onderlinge ontmoeting (variërend van een filosofisch café tot speciale kerkdiensten). Tegelijk had iedere plaats wel iets eigens. In Mijdrecht komt men samen in een pioniersgemeente van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt; in Amersfoort heeft men op dit moment een focus op The Passion; in Driebergen is men er in geslaagd nieuwe leden toe te voegen bijvoorbeeld vanuit vrijgemaakte kring en vanuit de basisbeweging; in Baarn is men een vormingsmiddag begonnen, een eerste keer rond Tomas Halic; in Utrecht bereidt men zich voor op een jubileum omdat de stadsheilige St. Maarten 1600 jaar geleden is geboren; in Vleuten heeft men inmiddels twee kerkdiensten gehad waarin de joodse chazzan een centrale rol speelde.

Foto: de heilige Sint Maarten deelt zijn kleed, het is dit jaar 1600 jaar geleden dat de heilige het levenslicht zag en dat viert men gepast in Utrecht, waar St. Maarten als de stadspatroon geldt en diverse kerken zijn naam hebben verwerkt in de titelatuur van hun kerk.