Kerken minder verdeeld

De kerken zijn op het gebied van de leer dichter bij elkaar gekomen. Ooit was het motto ‘de leer verdeelt, de praktijk verenigt’. Dat blijkt nu eerder andersom het geval te zijn: Het is nu eerder de praktijk die verdeelt. Je merkt die verdeeldheid in de morele vragen, bijvoorbeeld in de vragen over homoseksualiteit. Je merkt het ook in vragen over geloof en economie, in concrete zaken als de beoordeling van de stamceltherapie. Daarover wordt binnen verschillende tradities verschillend gedacht. De Wereldraad heeft daarover een prachtig rapport geschreven ‘Moral Discernment in the Churches’. Dat rapport biedt niet de oplossing voor dat soort vragen. Maar het laat wel zien hoe je daarover kunt communiceren, zodat je daardoor verder komt.

Dat vertelde prof. dr. Leo Koffeman, hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam, voor een uitzending van radio KIK, gemaakt in samenwerking met de Raad van Kerken. Koffeman kijkt in het radioprogramma vooruit op de tiende assemblee van de Wereldraad, die vanaf 29 oktober in Busan wordt gehouden.

Hij legt uit dat de assemblee het hoogste bestuurlijke orgaan is van de 340 kerken die in de Wereldraad bij elkaar komen. Belangrijker nog dan de bestuurlijke uitspraken van de Wereldraad is het gegeven dat ongeveer zo’n vierduizend mensen elkaar ontmoeten en met elkaar het geloof vieren. Onder de lidkerken zijn ook verschillende Nederlandse kerken, zoals de Protestantse Kerk in Nederland, de Doopsgezinde Sociëteit, de Evangelische Broedergemeente, de Oud-Katholieke Kerk en de diverse migrantenkerken die via hun moederkerk in het buitenland zijn vertegenwoordigd, zoals de Syrisch-Orthodoxe Kerk.

Koffeman noemt het vieren een belangrijk aspect van de assemblee. ‘Het bestuurlijke is maar een enkel onderdeel wat vooral ons noordelijke deel van de wereld belangrijk vindt. Wij zijn gericht op: wat gaan we doen. Andere continenten richten zich veel meer op de beleving. Ze verlangen er naar om banden te versterken en om bemoedigd te worden’.

Koffeman stelt vast dat de Wereldraad qua omvang de achterliggende jaren behoorlijk gereduceerd is. ‘Meer dan voorheen moet men prioriteit stellen’, zegt Koffeman, ‘Ik verwacht dat de Wereldraad zichzelf tot op zekere hoogte opnieuw zal uitvinden’. Wat Koffeman betreft komt daarbij de nadruk te liggen op het organiseren van de communicatie tussen kerken uit verschillende delen van de wereld, – de Wereldraad dient makelaar te zijn -, en in de tweede plaats stelt de Wereldraad bij herhaling de theologische vraag naar eenheid.

Koffeman zelf gaat naar Busan als voorzitter van een commissie van United en Uniting Churches. Het gaat dan om kerken die verenigd zijn of in staat van hereniging zijn. De commissie bestaat al sinds 1967. Je merkt, erkent Koffeman, dat de vragen zijn verschoven. In 1967 was er veel aandacht voor eenwording. Nu zijn de vragen meer komen te liggen op het gebied van de onderlinge communicatie. Er zijn in totaal ongeveer zestig kerken wereldwijd verenigd; recent zijn er kerkherenigingen geweest in Zweden en in Frankrijk.

 

Koffeman is voor het eerst naar een assemblee geweest in 1989, als oecumene-secretaris van de Gereformeerde Kerken. Hij raakte in Canberra onder de indruk van de lezing van een Koreaanse theologe, die toen veel stof deed opwaaien met een bijzondere presentatie. ‘Zij ging als jonge, fragiele vrouw op het podium staan. Was kwetsbaar. En begon te dansen. Die dans ging over in een referaat. Ze wilde iets naar voren brengen van de eigen theologische inbreng van Azië. Dat leidde tot allerlei discussies achteraf, of er geen sprake was van syncretisme’. Een tweede imponerende zaak noemt Koffeman de ervaring dat hij in Canberra – het was in de veertigdagentijd – voor het eerst in zijn leven een askruisje ontving op zijn voorhoofd. Het was op aswoensdag. Dat is een teken van boetedoening. Het zette op een originele manier aan tot het nadenken over wie je bent als mensen en hoe je je verhoudt tot het grote feest van Pasen.

In het programma komt ook Maaike de Jong aan het woord. Zij is een theologiestudente uit Amersfoort, lid van de doopsgezinde gemeente. Zij gaat naar Busan in het kader van het pogramma van het Global Ecumenical Theological Institute. De Koreaanse universiteiten stellen studenten in de gelegenheid om elkaar te ontmoeten in Seoel voorafgaand aan de assemblee. Naar verwachting 150 studenten uit de hele wereld doen daaraan mee, onder hen Maaike de Jong en Femke Visser uit Nederland. Ze krijgen achtergronden te horen van de oecumene en van de Koreaanse context. Daarna gaan de studenten samen naar Busan en maken ze de assemblee mee.

Op de vraag naar het verschil tussen een persoonlijke studie en een grote internationale oploop, reageert Maaike de Jong gedecideerd. ‘Het is een wereld van verschil. Als ik thuis zit te studeren heb ik het naar mijn zin met mijn eigen gedachten. Maar de meerwaarde als je samen studeert is onbeschrijfelijk veel groter. Je leert om verschillende tradities met elkaar te verbinden. Je wordt daar rijker van’.

Het Global Ecumenical Theologische Institute probeert nieuw kader te ontwikkelen voor de toekomst. Wat zou Maaike de Jong doen, als ze zelf presidente was van de Wereldraad? ‘Ik zou meer ontmoetingen organiseren op kleinere schaal. Dat mensen meer bij elkaar komen. En meer aandacht geven aan kleinere projecten. En laten zien hoeveel goede projecten er zijn’. Maaike de Jong noemt als concreet voorbeeld van een succesvol programma dat wat de verzoeningstheologie bereikt. De verzoeningstheologie is een theologie die er van uit gaat dat je mensen die een geschil hebben met elkaar in gesprek moet brengen om ook samen  naar een oplossing te zoeken. Ze ziet wat dat betreft meer in het onderlinge contact dan in een formeel rechtssysteem. De verzoeningstheologie zou ook een rol kunnen spelen als het gaat over de ontmoeting van Noord- en Zuid-Korea. ‘Ik heb het in ieder geval ingebracht in het stuk dat ik ter voorbereiding op de assemblee heb geschreven’. 

 

 

Wie het hele gesprek wil horen wat op de radio is gehouden, kan hieronder klikken. Klaas van der Kamp is de interviewer. Leo Koffeman en Maaike de Jong reageren.

 

 

 

 

Wie de mensen in beeld wil zien, kan hieronder klikken op een korte trailer.
Klik hier hier voor een introductie van Leo Koffeman.
Klik hier hier voor een introductie van Maaike de Jong.