Syrië: Help ons

Yousif Thomas Mirkis was begin december een week in Frankrijk om over actueel Irak te spreken met de bisschoppenconferentie, op enkele universiteiten en in kerken. Zijn belangrijkste boodschap: ‘Help ons, help mij om de christenen in Irak een toekomst te geven, zodat we er kunnen blijven.’

Binnen een jaar heeft hij elf huizen gehuurd om studenten onder te brengen en te voeden, kosteloos. Ze volgen hun studies aan de universiteit. Allen jongeren die augustus 2014 plotseling moesten vluchten en zo hun studie afbraken en een jaar verloren. Nu kunnen ze de studie weer oppakken. Maar dat kost veel geld. In Erbil deden de zusters dominicanessen iets dergelijks. Met containerwanden trokken ze een school op voor 500 leerlingen van ‘immigranten’, een lagere school.

Mirkis: ‘Tegen de Amerikanen heb ik gezegd, dat ze wel ons land kunnen vernielen, maar als ze niet helpen het weer echt op te bouwen, dan kunnen ze wachten tot het geweld ook hen zal raken. Daesh is de derde wereldoorlog, in een andere vorm. Moslims zijn hun eerste slachtoffers, want ze kaapten hun godsdienst. Maar ook feitelijk: de meeste slachtoffers vallen onder moslims, en Daesh vernietigt hun cultuur.

Tegen de Fransen zei ik al diverse keren, dat ze beter met hun immigranten moeten omgaan, hen niet zo moeten discrimineren en vernederen, anders krijgen ze het geweld in huis. Nu hebben ze het geweld in huis, en dat is dramatisch. Frankrijk was in shock, twee maal: eerst de aanslag, toen de verkiezingen. Wie zou er niet kapot van zijn?

Mirkis is inmiddels teruggekeerd in Iran. Hij heeft in Parijs veel betrokken mensen ontmoet. Er was bijvoorbeeld een volle kathedraal met 1200 mensen. ‘De Fransen zijn zeer alert in de goede zin.’ En over zijn studenten: ‘Het is geweldig hoe ze werken. Ze zijn allemaal door het studiejaar gekomen. We hebben christenen, jezidi’s, en moslimvrouwen in onze huizen. Allemaal vluchtelingen. Maar ze kosten wel geld. Frankrijk helpt ons daarmee. Duitse fondsen zijn vreselijk, die vragen dikke rapportages. Daarvoor heb ik geen tijd en ik heb geen secretaresse, daar is geen geld voor. Wij moeten opbouwen, met spoed, anders verliest het volk de hoop.’