Ethisch gesprek aangaan

‘Aanvaard de feitelijkheid dat diverse christenen op verschillende posities uitkomen.’ Woorden van ds. René de Reuver, afgevaardigde namens de Protestantse Kerk in Nederland in de Raad van Kerken tijdens een debat over het belang van eenheid van de kerken. De vertegenwoordigers van de 18 kerken die de Raad vormen, discussiëren al een aantal vergaderingen over de verschillende paragrafen van het document ‘De Kerk’ van de Wereldraad van Kerken: hoe zit het met de gemeenschappelijke visie. Over de diaconale aanwezigheid in de wereld en over het verkondigen van het evangelie bestaat een eensluidende visie, maar als het gaat om morele beginselen en ethische kwesties is een gezamenlijke visie nog niet bereikt.

Deze 430e vergadering op woensdag de 11 september behandelde meer onderwerpen waarin duidelijk werd dat diverse christenen bij een onderwerp op verschillende posities uitkomen. Maar zo maakte de deelnemers aan de gesprekken duidelijk, de verschillen bestaan niet zozeer per kerk, maar gaan dwars door kerkgenootschappen heen.

De Kerk, op weg naar een gemeenschappelijke visie
Terug naar ‘De Kerk, op weg naar een gemeenschappelijke visie’. Over veel heikele onderwerpen is in de oecumenische gesprekken tussen kerken eenheid bereikt, memoreerde ds. Ad van der Dussen van de beraadgroep Geloven en kerkelijke gemeenschap, maar als het gaat over morele kwesties, zoals het vraagstuk van homoseksualiteit, is er sprake van een moreel mijnenveld. Van der Dussen: Gender en homoseksualiteit zijn forse struikelblokken voor de oecumene. Volgens de beraadgroep hoeft dat de oecumenische verhoudingen tussen kerken geen kwaad te doen: als de confessionele overeenstemming tussen kerken is uitgesproken, moet het mogelijk zijn om over die morele verschillen in gesprek te gaan en te blijven, hield Van der Dussen de afgevaardigden van de 18 kerkgenootschappen voor. De Reuver van de PKN: ‘In doop en avondmaal aanvaarden wij elkaar in Christus. Je bent elkaar gegeven ook al kom je op verschillende posities uit.’ Onze roeping als christenen is het gesprek aangaan, zo filosofeerde de oud-katholieke aartsbisschop Vercammen, en in dat gesprek wordt ook jouw eigen standpunt gerelativeerd. Als wij dat onderlinge gesprek niet aangaan wat stelt de oecumene dan nog voor, sprak Vercammen. Het was Geert van Dartel van de Rooms-Katholieke Kerk die de Raad voorhield dat verschillende visies op morele kwesties niet alleen tussen kerken bestaan, maar dat ook binnen kerkelijke gemeenschappen grote verschillen van mening hierover bestaan. ’We zullen het ethische gesprek moeten aangaan,’ aldus Van Dartel.

Genderidentiteit
Een onderwerp voor zo’n gesprek liet niet lang op zich wachten. De Raad van Kerken heeft uitgesproken over het thema Identiteit te willen discussiëren. Wat maakt mij tot ‘ik’? In hoeverre bepaalt ons geslacht, onze geaardheid, etniciteit of nationaliteit wie wij (voor onszelf en voor anderen) zijn? Op deze woensdag stond het thema ‘genderidentiteit’ op de agenda. Niet om binnen een uur tot één standpunt te komen, aldus voorzitter Dirk Gudde, maar om een weg te zoeken om als kerkelijke afgevaardigden constructief met elkaar het gesprek aan te gaan. Afgevaardigde Jonker van de Verenigde Pinkster- en Evangelische Gemeenten (VPE) bekende dat binnen zijn geloofsgemeenschap enorm geworsteld wordt met een onderwerp als genderidentiteit en hij sprak zijn ‘diepe, diepe schaamte’ uit voor hoe sommigen binnen zijn kerken omgaan met de homoseksuele medemens. ‘Nooit mag enig mens zich veroordeeld voelen, wij zijn allen geliefden van God. Wij kunnen ons er niet vanaf maken met een ethische verklaring, wij zullen het gesprek moeten aangaan.’ Ook in de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, zo vertelde afgevaardigde Jager, wordt heel verschillend over deze thematiek gedacht. Er vinden goede positieve gesprekken plaats met mensen die het betreft, maar er zijn ook mensen die de thematiek beschouwen als een ziekte.

Van Dartel (RKK) wees op het document van het Vaticaan Mannelijk en Vrouwelijk schiep Hij hen, van de Congregatie voor de Katholieke opvoeding over het wisselen of kiezen van een seksuele identiteit (gender). De Congregatie is daar geen voorstander van, maar bepleit op scholen en in gezinnen daar het gesprek over aan te gaan. We moeten erop letten, zo zei Van Dartel, dat het denken hierover niet verwordt tot een ideologie. In de PKN is een liturgie in de maak voor mensen die van geaardheid of geslacht zijn gewisseld, maar ook in de PKN wordt er zeer verschillend over gedacht. ‘Het is niet aan ons om te zeggen, zó is het, maar er is wel sprake van een diversiteit waar je als kerk recht aan moet doen,’ aldus De Reuver.
Eén van de afgevaardigden, die de beraadslagingen had aangehoord, riep de vergadering op als kerken het pastorale hart te laten spreken en niet te gaan theoretiseren. Hij vertelde uit eigen ervaring, over zijn tweeling van nu 23 jaar, waarvan één van de twee na lang wikken en wegen, van geslacht is veranderd. ‘Ga die extra mijl met mensen,’ zo eindigde hij zijn bijdrage die veel indruk maakte. Voorzitter Gudde: Het is goed dat we als Raad een begin hebben gemaakt met het gesprek, er zijn nog de nodige vragen te beantwoorden, maar we gaan verder. Besloten is dat twee beraadgroepen van de Raad met deze thematiek aan de slag gaan en daarbij ook het gesprek te zoeken met mensen die met genderidentiteit te maken hebben.

Bezoek Syrische archimandriet
Van een heel andere orde was het bezoek aan de Raad van de Syrische archimandriet Alexi Chehadeh, directeur van het bureau voor oecumene en ontwikkeling van de Grieks-orthodoxe Kerk van het patriarchaat van Antiochië (Damascus). Hij dankte in deze vergadering de kerken in ons land, maar ook de Nederlandse samenleving voor alle hulp aan de Syrische vluchtelingen de afgelopen jaren. Het werk van Alexi Chehadeh en zijn bureau wordt de afgelopen jaren gekenmerkt door hulpverlening en wederopbouw van het door burgeroorlog aanzienlijk vernielde Syrië, waar de veiligheidssituatie aanzienlijk is verbeterd. Vanuit Nederland krijgt deze Grieks-orthodoxe kerk in Syrië steun van Kerk in Actie, ICCO en stichting ZOA. Van de naar schatting huidige 23 miljoen inwoners in Syrië is 93% moslim, terwijl het aantal christenen daalde van 10 naar 5%. Met de 44 kantoren verleent de kerk veel hulp ook aan moslims. ‘We kunnen bergen verzetten met uw steun en uw gebed,’ besloot archimandriet Alexi Chehadeh zijn verhaal aan de afgevaardigden van de 18 lidkerken.  

Teun-Jan Tabak

Foto’s: de plenaire Raad vergaderde in het vernieuwde oud-katholiek seminarie. De opening was in de kapel (beide onderste foto’s); de bovenste foto is genomen tijdens het bezoek van de archimandriet. Fotograaf: Teun-Jan Tabak