’t Schip in

Ds. Klaas van der Kamp heeft een persoonlijke column geschreven voor de bladen van Wegener over de klimaattop die aanstaande is in Kopenhagen. Onder de titel ”t Schip in’ schrijft hij:

‘Twintig jaar geleden is de Berlijnse muur gevallen. Weinig mensen weten nog, dat de Wende mede te danken is aan de kerken. De kerken in de DDR zetten zich in voor verandering. Ze lieten een breed geluid horen. Anders zouden de autoriteiten de kritische analyses niet gepikt hebben. Het ging de kerkelijke woordvoerders om veranderingen in de politiek, in de economie en in het denken. De kerken spraken van een conciliair proces met thema’s als gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Ze waarschuwden dat de grondstoffen op zouden zijn in 2050, dat het klimaat verziekte en dat de systemen van Oost en West niet werkten.

Welnu, de muur is gevallen. Maar iedereen is vervolgens vergeten dat het conciliair proces bedoeld was als een Wende in Oost-Europa én in West-Europa. De gevolgen zijn tragisch. De crisissen volgen elkaar in rap tempo op. Een energiecrisis. Een financiële crisis. Een economische crisis. En we stevenen af op een klimaatcrisis. Niet pas in 2050, maar ergens rond 2014. Daarom is de aanstaande klimaattop in Kopenhagen zo belangrijk.  Als de CO-2-uitstoot niet gekeerd wordt, zullen we de temperatuurverandering niet meer kunnen opvangen. Het klimaat zal onomkeerbaar veranderen. Met nog hogere stadswallen rond de Hanzesteden. En met verplicht zonwerende crème op je huid als je naar buiten gaat. En het merkwaardige is: veel mensen nemen het allemaal voor kennisgeving aan.

Het doet denken aan een verhaal in de bijbel over koning Hizkia. Als Jesaja hem onheil aankondigt, antwoordt hij met: ‘Het is goed… als het maar rustig blijft in mijn eigen leven’ (Jesaja 39, 8). Als je dat leest, denk je: Hij gedraagt zich al net zo als de jonge managers heden ten dage, waarover KPMG bericht, die zeggen: ‘Als ik zelf maar goed verdien’. Het is als in de dagen van Noach. Mensen eten en drinken. Ze letten niet op de natuur. En horen al helemaal niet naar mensen op het zuidelijk halfrond, die het westerse welvaartspeil willen imiteren ongeacht de CO-2-uitstoot.

Het verhaal gaat van reizigers in een boot. De rijken zitten op het dek. Ze hebben voorraad mee van huis. En ze vangen regenwater op. De armen zitten benedendeks. Ze komen af en toe naar boven om water of voorraad te vragen. Daarna moeten ze weer naar beneden. Tot het moment dat de armen zich realiseren dat ze in een schip zitten en dat er niet alleen water boven hen zit, maar ook water onder de kiel. Ze pakken een boor en beginnen in de onderkant van het schip te boren. ‘Wat doen jullie?’, vragen de rijken. ‘Jullie laten ons toch niet zinken?’ ‘Maak je geen zorgen’, antwoorden de armen, ‘we maken alleen een gat in ons deel van het schip’.’