De Heilige Geest

Iedere zondag zeggen of zingen we de geloofsbelijdenis. Wat geloven wij? Dit is deel vier in een serie van zes artikelen over de geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel, in een oecumenisch perspectief ontleed aan de hand van het boek Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel (uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof).

Heer en Levendmaker

Vanaf het begin heeft de Kerk geleerd dat de Heilige Geest God is. Bij de doop werd al vroeg de trinitarische doopformule gebruikt die we kennen uit het slot van het Matteüsevangelie (Mt. 28,16-20). Het duurde echter tot ver in de vierde eeuw voordat het God-zijn van de Heilige Geest in de geloofsbelijdenis nader wordt ingevuld. Deze ontwikkeling deed zich voor in de periode tussen het Concilie van Nicea (325), dat volstond met een simpel ‘en in de Heilige Geest’, en het Concilie van Constantinopel (381). Heftige theologische debatten in die tussenliggende periode waren aanleiding om het God-zijn van de Heilige Geest in het credo van Constantinopel te verduidelijken: de Heilige Geest is de adem van het leven, die werkzaam is vanaf de schepping en die de heilsgeschiedenis stuurt naar redding en voltooiing. De Heilige Geest is het levensbeginsel dat de tijden en Schriften, de profeten van Israël en het nieuwe leven in Christus met elkaar verbindt.

Levensbeginsel

De opvatting dat het leven een gave is van God behoort tot de kern van het christelijk geloof. Van de Beek en Rikhof trekken een lange Bijbelstheologische lijn vanaf de psalmist die de scheppende Geest bezingt die alles tot leven wekt (Ps. 104) tot aan de Geest van Pinksteren, die na de dood en verrijzenis van Jezus de Kerk in het leven roept. Misschien is de makke van ons postchristelijke tijdperk wel dat velen niet meer goed beseffen, dat de Heilige Geest in ieder die behoort tot de gemeenschap van Jezus het leven wil vernieuwen. Kan van een christelijk leven gesproken worden als er geen vruchten zijn? Is de Heilige Geest dan wel vaardig geworden over dat leven? Zo eenduidig en simpel is dat misschien niet, maar op grond van het doopsel mogen we toch wel zeggen dat een christen geroepen is en de opdracht heeft om een nieuw leven in de Heilige Geest te leiden. Dit geldt ook voor de opdracht om de eenheid van de Kerk te bewaren en te herstellen waar die gebroken is. Er is maar één Heilige Geest en daaraan beantwoordt de eenheid van de Kerk. De verzoening tussen de katholieke Kerk en protestantse kerken duldt geen uitstel, schrijven de auteurs (131-132). Met de kerkvaders van de vroege Kerk stellen zij ook dat de viering van de eucharistie voor een christelijk leven onopgeefbaar is. Wie het christelijk leven losmaakt van de viering van de eucharistie, ontkent de Heilige Geest (133).

De canon

Dat in de geloofsbelijdenis is opgenomen dat de Heilige Geest ‘gesproken heeft door de profeten’ blijft van grote betekenis. Onder invloed van de ketterse priester Marcion werd er in de tweede eeuw voor gepleit een streep te zetten door het Oude Testament. Dat was in zijn optiek voorbij. De concilies in de vierde eeuw hebben dat verijdeld door uit te spreken dat de Heilige Geest ook gesproken heeft door de profeten en dat het Oude Testament een canonieke tekst is. Daarmee is nog niet alles gezegd. Het gaat er ook om hoe de tekst gelezen en uitgelegd wordt. In principe zijn er twee richtingen: de Kerk kan zich door het Oude Testament laten leiden en in de theologie en de verkondiging uitleggen wat deze teksten betekenen. Ook kunnen de teksten gelezen en uitgelegd worden vanuit een christologisch kader. In de vroegkerkelijke orthodoxie was de tweede leeswijze de norm. Christus werd beschouwd als de vervulling van het Oude Testament en het Oude Testament werd gezien als een voorafschaduwing van Christus. Door de ontwikkeling van de Bijbelwetenschappen, de historische ervaring met anti-judaïsme en de interreligieuze dialoog tussen christenen en joden zijn de verschillende leeswijzen meer in evenwicht gekomen.

Schrift en Traditie

Katholieken en protestanten delen (op de Deuterocanonieke boeken na) dezelfde Schrift. In het geding is niet of de oudtestamentische teksten canoniek zijn, maar de verhouding tussen Schrift en Traditie. Eeuwenlang stond het protestantse beginsel van het sola scriptura tegenover het katholieke adagium ‘Schrift en Traditie’. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heeft er veel aan bijgedragen om deze patstelling te overwinnen. Het beeld dat het Concilie gebruikt voor de verhouding van Schrift en Traditie is dat van twee stromen die voortkomen uit ‘dezelfde goddelijke oorsprong, vloeien als het ware ineen en zijn op hetzelfde doel gericht’. Dankzij de oecumenische dialogen van de afgelopen vijftig jaar heeft dit oude vraagstuk veel van zijn scherpte verloren.

Doxologie

In hoofdstuk 12 vatten Van de Beek en Rikhof nog een keer samen waar het geloof in de Drie-ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest voor staat en hoe dat in ons leven mag resoneren. We worden niet gedoopt in de naam van een abstracte Godheid, maar in de naam van drie personen die met elkaar en met ieder van ons in relatie staan. Dat zegt eigenlijk alles. In de doxologie, het eerbetoon aan God, waarmee we gebeden afsluiten bevestigen we dat in de aanroep: Eer zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Ook die doxologie heeft in de vierde eeuw een ontwikkeling doorgemaakt. De kerkvader Basilius van Caesarea (329-379), die een grote invloed heeft gehad op het Concilie van Constantinopel, hoewel hij er door zijn vroegtijdig overlijden zelf niet meer aan deelnam, voerde aan de vertrouwde doxologie: ‘Eer aan de Vader door de Zoon in de Geest’ een nieuwe doxologie toe: ‘Eer aan de Vader, samen met de Zoon en samen met de Geest’. De oude doxologie drukt de menselijke zwakheid en hulpbehoevendheid uit. De nieuwe doxologie brengt tot uitdrukking wie ons te hulp komt. Tevens wordt daarin de gelijkwaardigheid van de drie goddelijke personen benadrukt.

Die voortkomt uit

Uit menselijk oogpunt is het niet mogelijk om te spreken over het innerlijk wezen en de relaties in de Drie-ene God. We kunnen over God alleen spreken voor zover Hij zich heeft geopenbaard. Het wezen van God, zo zeggen geleerde theologen, zal echter van die heilseconomische betekenis niet afwijken. Toch is er in de geschiedenis wel gestreden over een juist verstaan van de Trinititeit en de relaties tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Het leidde tot het schisma van 1054, een kerkscheuring tussen Oost (orthodoxe Kerken) en West (katholieke Kerk). Tussen de Kerk van Oost en West speelt nog altijd de vraag over de voortkomst van de Heilige Geest. Alleen uit de Vader als enige bron, zegt het Oosten of uit de Vader en de Zoon om de goddelijkheid van de Zoon te onderstrepen, zegt het Westen (in het Latijnse credo verwoord met filioque). Over deze kwestie zijn boeken volgeschreven. Van de Beek en Rikhof leggen haarfijn uit hoe deze theologische kwestie in elkaar steekt en dat voor beide tradities goede argumenten te geven zijn. Het probleem moet niet groter gemaakt worden dan nodig, te meer daar er op het Concilie van Florence (1439) eigenlijk al een goede oplossing was gevonden: ‘die uitgaat van de Vader door de Zoon’. Ook van deze oude theologische kwestie zijn de scherpe kanten af. Belangrijker dan de theologische kwestie aangaande de interne verhoudingen in de Drie-ene God is de vraag hoe God, Vader, Zoon en Heilige Geest in ons leven komen. Dit wordt mooi en zuiver beschreven in dit boek. De zending van de Zoon en Geest is gericht op de redding en verlichting van de hele mens.

Op de vooravond van zijn lijden en sterven zegt Jezus tot zijn leerlingen dat de liefde tot Hem en de Vader de weg is tot een intieme Godsrelatie (Joh. 14,23). In de brieven van Paulus hangt de inwoning van God samen met het komen van de Heilige Geest. Door de komst van de Heilige Geest wordt de christengelovige een tempel van de Heilige Geest (1 Kor. 6,19). Allen die zich door de Geest van God laten leiden, worden kinderen van God, zegt Paulus (Rom. 8,14-16). Dat we anno 2020 voluit uit die Belofte mogen leven!

(Vierde artikel in een reeks van zes artikelen over het boek ‘Wij geloven. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel’, uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof)

Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel, uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht 2019, ISBN9789043532716, € 19,99.

Lees ook de drie voorgaande artikelen