Het Leger des Heils in coronatijd

Een beetje aandacht voor mensen die het moeilijk hebben in deze tijd. Of gewoon omdat ze op je pad komen. De korpsen van het Leger des Heils hebben aandacht voor mensen, juist daar waar het nu anders is dan gewoonlijk. Majoor Jeanne van Hal en projectofficier Enny van Triest verzamelden en beschreven ervaringen.

Licht voor Dordt

Op de parkeerplaats van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht is een mobiel stiltecentrum gerealiseerd. Dit is een gezamenlijk initiatief van de kerken en maatschappelijke instellingen in Dordrecht. Mensen kunnen een kaarsje branden, een roos meenemen, gebed krijgen of even hun verhaal doen. De korpsofficier van het Leger des Heils, Erik van der Woude, zegt hierover het volgende: “Het is niet druk maar het wordt erg gewaardeerd. Ik sprak een ok-assistente die vertelde dat personeel nu soms ook ergens anders wordt ingezet en dat dit leidt tot meer begrip voor elkaars werk. Er was ook een vrouw waarvan de vader was opgenomen op de corona-afdeling en de moeder op een verpleegafdeling ligt, waar geen bezoek mag worden ontvangen. Zij waardeerde het gebaar van de roos.”

Erik van der Woude bij zijn mobiel stiltecentrum

Schip voor dak- en thuislozen in Rotterdam

Net voor het paasweekend meerde het rivier-cruiseschip de Allegro onder de Erasmusbrug in Rotterdam aan. Dit schip met 90 kamers biedt onderdak aan evenzoveel dak- en thuislozen, die tot voor kort een kamer met acht of tien anderen moesten delen. Een hele hygiënische en noodzakelijke verbetering dus. “Het was een mooi en ontroerend gezicht hoe de veelal vermoeide nieuwe bewoners de sleutel van hun hut in ontvangst namen”, zei luitenant Hans van den Hoek van het Leger des Heils. We merken nu al dat deze betere omstandigheden een stevige bijdrage leveren aan het herstel van deze kwetsbare groep mensen.

Zeist

Een van de vrijwilligers, Yvonne van Lierop, van het Leger des Heils in Zeist maakte onlangs een schrijnende situatie mee. Regelmatig bezoekt zij een mevrouw in een verzorgingshuis. Deze keer wilde zij mevrouw ophalen om naar de schoenwinkel te gaan. Ze had dringend nieuwe schoenen nodig. Er ontstond een hevige discussie met de verzorgers van het tehuis, mevrouw mocht vanwege de corona-maatregelen niet het huis verlaten. Begrijpelijk, maar mevrouw heeft veel rugpijn en goede schoenen is een must.  Uiteindelijk lukte het de vrijwilligster om haar mee te nemen. Eenmaal thuisgekomen na het bezoek aan de schoenwinkel zei deze mevrouw: “Ik wil een spuitje om naar de Here Jezus te mogen gaan. Ik wil niet meer opgesloten zitten, ik houd het niet uit. Ik mag geen boodschap doen, eet alleen op mijn kamer, mag nergens anders in het huis gaan zitten. Ik mag mijn gehandicapte zoon niet bezoeken. Mijn tv is stuk, ik kan er niet meer tegen.”  Soms onderschatten we hoe moeilijk het is en hoe eenzaam de mensen zijn die geen bezoek mogen hebben. Als het mooi weer is mogen de mensen voor de deur zitten en dan is er een hekwerk waar achter het bezoek moet blijven.  Maar zoals nu, als het regent en kouder is, hebben zij helemaal niets.  Het heeft mij geraakt, aldus de vrijwilligster. Voor mevrouw is psychologische hulp ingeschakeld.

Bij al deze initiatieven gaat het om de vraag : hoe houd je contact met de leden van de kerk, de korpsen in deze corona-crisis?  We zijn constant op zoek naar verbinding, maar hoe doe je dat? Een tasje met wat lekkers voor jongeren met de Pasen, aan huis bezorgd, nieuwsbrieven in de brievenbus voor degenen die geen e-mail hebben, vooral belangrijk voor ouderen. En bellen: elke dag vier mensen bellen, dan hoor je ook waar het knelt, of er wat nodig is. Iemand kan zijn hart luchten.