Bonhoeffer – bloemschikking rond gedichten en gebeden

9 april 2020: 75 jaar geleden is de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer terechtgesteld. In zijn laatste jaren schreef hij in de gevangenis brieven, gedichten en gebeden. De brieven – soms met gedichten – zijn voor familie, vrienden en zijn verloofde, de gebeden voor medegevangenen. Het aantal gedichten is niet groot: een tiental. Zij geven een directe inkijk in de situatie en gemoedstoestand van een christen in barre tijden.

De Roos van Culemborg publiceerde de vertaalde teksten. Deze verschenen in het boekje ‘Bonhoeffer 75 – Gedichten en gebeden in gevangenschap’. Charlotte Kwak gebruikte deze uitgave als bron voor bloemschikkingen bij enkele teksten uit het boekje. De gedichten en gebeden zijn de inspiratie voor schikkingen met veel symboliek.

Christen en heiden

Mensen gaan naar God in hun nood,
smeken om hulp, vragen om brood en geluk,
verlossing van ziekte, schuld en de dood.
Zo doen ze allen, christen of heiden.

Mensen gaan naar God in zijn nood,
vinden hem dakloos, verarmd en veracht,
verzwolgen door zonde, zwakte en dood.
Christenen staan bij God in zijn lijden.

Naar alle mensen gaat God in hun nood,
verzadigt hun lichaam en ziel met zijn brood,
sterft voor christen en heiden de dood aan het kruis
en beiden vergeeft hij.

Dietrich Bonhoeffer, juli 1944

Goede machten

Door goede machten trouw en stil omgeven,
bewaard, getroost als door een wonder,
zo wil ik deze dagen met de mijnen leven,
met jullie samen een nieuw jaar ingaan.

Nog zullen oude wonden pijnlijk schrijnen,
nog drukt op ons het lood van deze tijd.
Verleen Heer, onze opgejaagde zielen
het heil dat u voor ons hebt voorbereid.

En wilt u ons de zware, bittere beker geven
met leed en droefenis tot aan de rand gevuld,
dan zullen wij die dankbaar zonder beven
aanvaarden uit uw goede en geliefde hand.

Ach, wilt u ons nog een keer vreugde schenken
aan deze wereld en het stralen van de zon,
dan zullen we gedenken wat voorbijging
en hoort ons leven helemaal tot u, o God.

Laat warm en rustig nu de kaarsen branden
door u in onze duisternis gebracht.
Breng als het zijn mag, ons weer samen.
We weten het, uw licht schijnt in de nacht.

Als dan de diepste stilte is gevallen,
laat ons genieten van de volle klank,
in wijde kringen om ons heen te horen,
een grote samenzang vol lof en dank.

Door goede machten vaderlijk geborgen,
wachten wij kalm op wat er komen gaat.
God is bij ons in de avond en de morgen
en zonder twijfel elke nieuwe dag.

Dietrich Bonhoeffer, december 1944
Noot van de vertaler Corrie Kopmels: Om te lezen, niet om te zingen

Meer schikkingen en meer informatie over symboliek en werkwijze.