Criteria nieuwe leden

Welke criteria leg je aan de dag alvorens iemand lid te laten worden van je kerk? Vraag je expliciet door op essentiële onderdelen van je kerk of vertrouw je op de intrinsieke motivatie van mensen zelf? Die discussie woedt in het blad De Vriendenkring van de Quakers, het Religieus Genootschap van de Vrienden.

Peter van Leeuwen heeft in het blad van het kleinste lid van de Raad van Kerken het thema aangesneden en stelt dat de procedure om lid te worden nodeloos ingewikkeld is. Je kunt er op vertrouwen dat een aspirant-lid niet zo maar een aanvraag indient om lid te mogen worden. Hij of zij wordt daarin geleid, zoals het in Quakerkringen heet, door het ‘Inwaartse Licht’.

Kees Nieuwerth, vice-voorzitter van de Raad van Kerken, pleit als Quaker in De Vriendenkring voor een gesprek dat voorafgaat aan een lidmaatschap. Het gaat in zo’n gesprek over de spirituele weg die een kandidaat-lid heeft afgelegd en van Quakerzijde kan men helderheid verschaffen over de waarden, getuigenissen, en geschiedenis van het kerkgenootschap. Nieuwerth ziet zo’n gesprek niet als een ‘toelatingsexamen’, maar als een manier om ‘na te gaan of de betrokken partijen er goed aan doen een verbintenis aan te gaan’.

Nieuwerth schrijft: ‘In het gesprek wordt ingegaan op de vraag of het aspirant-id ‘steun ervaart door én in onze Stille Samenkomsten, ondanks het ontbreken van uiterlijke vormen’ en of ‘zij/hij het eens is met getuigenissen en praktijken van de Vrienden’… In dat verband wordt ook aangeraden te vragen of zij/hij ‘een bescheiden leerling in de school van Jezus’ wil zijn. En zo’n gesprek is – wat mij betreft – geenszins overbodig!’, aldus Nieuwerth.

Hij vervolgt met een analyse hoe deze procedure zich verhoudt tot het ondogmatische van de geloofsgemeenschap die de Quakers willen zijn. ‘We zijn weliswaar – op onze manier – vrijzinnig, maar bepaald niet vrijblijvend!’, stelt Kees Nieuwerth, die daarbij Doude van Troostwijk citeert. Doude legde eerder uit, dat vrijzinnigen wel ondogmatisch zijn, maar tegelijk wel ergens voor staan. ‘Onvermijdelijk sluit die vrijzinnige houding (echter ook) mensen uit die er anders over denken… heb dan de moed om uit te sluiten! Dat is (echter) voor vrijzinnigen heel moeilijk, ze zijn heel aardig’. In het advies van Bezoekende Vrienden, legt Kees Nieuwerth uit, heet dat ‘dat we wederzijdse teleurstellingen’ zouden moeten voorkomen.

De meeste lidkerken hebben iets van een gesprek voorafgaand aan een feitelijke inschrijving.