Raad spreekt over Bijbelvertaling NBV21

‘Rijkdom en eer zijn mijn bezit’ of Rijkdom en eer heb ik te bieden’. Een paar woorden gewijzigd in deze Bijbeltekst uit Spreuken 8, maar in de beleving kan het een wereld van verschil maken.

De afgevaardigden van bij de Raad van Kerken aangesloten kerkgenootschappen kregen tijdens de vergadering op 10 februari een voorproefje uit de NBV21. Dat is de herziene en geactualiseerde versie van de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004. In oktober dit jaar zal deze NBV21 verschijnen. Beter, scherper en krachtiger zo schetste Stefan van Dijk van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) de herziene versie.

20.000 kwesties

De Raad van Kerken, noch enig kerkgenootschap, hebben zeggenschap over hoe het NBG het aanpakt, maar leden van tal van kerken geven wel vorm aan het NBG, zodat er toch sprake is van een goede relatie, want het gaat er ook om de kerken met de Bijbelvertalingen van dienst te zijn. NBG-voorzitter Karin van den Broeke, NBG-directeur Rieuwerd Buitenwerf en Stefan van Dijk informeerden de Raad over hoe de herziene versie tot stand is gekomen en wat er in oktober allemaal gaat gebeuren. Buitenwerf herinnerde de Raad er nog eens aan dat het NBG (opgericht in 1814) werkt ten behoeve van de kerken en als doelstelling heeft dat zoveel mogelijk mensen binnen en buiten de kerken de bijbel gebruiken en ervaren als relevant voor hun leven.

Bij het verschijnen van de NBV in 2004 was er al veel discussie over waarom het allemaal anders moest en of het zo wel kon. 20.000 ‘kwesties’ zijn door lezers en gebruikers van de nieuwe vertaling sinds 2004 bij het NBG aanhangig gemaakt, dat heeft ertoe geleid dat in de herziene vertaling die in oktober verschijnt 12.000 wijzigingen zijn doorgevoerd. Vooral het feit dat de eerbiedshoofdletters in verwijswoorden naar God, Jezus en de heilige Geest terugkeren, levert van voor- en tegenstanders nu al reacties op. 

Niet automatisch op elke kansel

In aanloop naar de herziene vertaling wil het NBG de voorgangers van de kerken niet vergeten, de kerken zullen geïnformeerd worden over de Bijbelcampagne, en er worden kanselbijbels uitgereikt. De NBV21, zo vertelde Van Dijk, is de nieuwe versie van de vertaling van 2004: ‘De NBV21 behoudt al het goede van de NBV, maar biedt een sterk verbeterde versie. Vertrouwd en tegelijk als nieuw.’

Uit een inventarisatie tijdens de vergadering onder de afgevaardigden van de lidkerken bleek dat velen verheugd zijn over de herziene versie van de bijbel die in oktober verschijnt, maar dat betekent niet dat deze ook binnen alle kerkgenootschappen gebruikt gaat worden. Raadsvoorzitter Geert van Dartel stelde de vraag of er ook behoefte is aan een Bijbelvertaling die in oecumenisch verband gebruikt kan worden maar dat leverde geen eenduidig antwoord.

Zo divers als de Raad is samengesteld, zo divers is ook de keuze voor de bijbel waaruit vanaf de kansels gepreekt wordt. Natuurlijk gebruiken velen van de lidkerken de NBV van 2004, maar ook de Herziene Statenvertaling, de Willibrordvertaling van 2004, de Naardense Bijbel of de Engelstalige NIV om er maar enkele te noemen liggen op menig kansel. Vertegenwoordigers van lidkerken die relatief nieuw zijn in ons land, zoals de Syrisch-Orthodoxe Kerk en de Koptisch Orthodoxe Kerk, vertelden dat het voor jongeren in hun kerken soms moeilijk is om de Bijbellezingen in hun oorspronkelijke taal te volgen. De Syrisch-orthodoxen hebben een eigen vertaling vanuit het Syrisch-Aramees naar het Nederlands gemaakt, bij de Kopten wordt momenteel ook de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 gebruikt.

De Raad sprak ook over een eerste versie voor het nieuwe beleidsplan van de Raad van Kerken dat voor de periode tot 2025 de lijnen moet uitzetten, een plan dat de komende maanden moet worden vastgesteld.

Teun-Jan Tabak