De Oud-Katholieke Kerk

De Oud-Katholieke Kathedrale Kerk van St Gertrudis in Utrecht is op woensdagavond 17 april afgeladen met vertegenwoordigers van parochies die deze avond oliën komen halen, maar ook met een flink aantal protestantse dominees en afgevaardigden van kerkenraden die ook voor de heilige olie komen. Maar voordat de oliën gereed zijn om verdeeld te worden over de parochie- en gemeentevertegenwoordigers is er eerst de viering.

Voor de kennismaking met de traditie van de Oud-Katholieke Kerk is algemeen secretaris ds. Christien Crouwel van de Raad van Kerken uitgenodigd bij deze Chrismamis, de kerkdienst op de woensdagavond voor Pasen waarbij de heilige oliën worden gezegend.

Bij de intredeprocessie, als de geestelijkheid van het Oud-Katholieke aartsbisdom Utrecht zijn of haar plek zoekt in het priesterkoor van de kerk, worden ook drie kruiken met dan nog gewone olijfolie meegedragen. De kerk zingt bij de introïtus: ‘Hij zalfde u met olie van vreugde, zoals geen van uw gelijken.’

Zo vlak voor de viering van het Paastriduum, de driedaagse gedachtenis van de dood en verrijzenis van Jezus Christus, is wit de overheersende kleur op het priesterkoor. Dat komt vooral door witte lakens die ook gebruikt zijn om de kruisbeelden aan het zicht te onttrekken. In de liturgie worden de kerkgangers nadrukkelijk uitgenodigd mee te vieren door het zingen, maar ook door het be-amen van de kyrie-litanie en de Schriftlezingen.

In zijn preek komt aartsbisschop Joris Vercammen te spreken over geluiden als zou onze christelijke cultuur bedreigd worden, bedreigd door vluchtelingen en kinderen van immigranten met een islamitische religie. Er is angst en het behouden van de christelijke identiteit kan daar tegenwicht aan brengen, zo heet het. In deze week voor Pasen maakt Vercammen duidelijk dat christelijke cultuur wat hem betreft gelijk staat aan de cultuur van de voetwassing. ‘Als mensen elkaars dienaars worden om elkaar te eren, zoals God zelf ons eert, dan ontstaat er een gemeenschap die een echt antwoord biedt op onze angst. “Begrijpen jullie wat ik gedaan heb? Als ik jullie de voeten heb gewassen, moeten jullie dat ook voor elkaar doen!”, zegt Jezus aan zijn leerlingen als hij hun de voeten heeft gewassen.’ Jouw welzijn is mijn welzijn. Ons welzijn is Gods glorie, houdt Vercammen de aanwezigen voor. ‘Daarom wijden we samen deze oliën want voor degenen die ermee gezegend worden wensen we dat ze aangeraakt mogen worden door Gods’ Geest die het hart opent.’

En dan begint de plechtige wijding van de drie kruiken met olijfolie. Vercammen bidt voor de olie voor de geloofsleerlingen: ‘zegen deze olie, waarmee wij zalven wie gedoopt gaat worden.’ Vervolgens wordt de kruik aangeboden met olie die gewijd zal worden om zieken te zegenen, zodat de olie een teken is van Gods genade.

En dan de chrisma-olie. Daar wordt door de bisschop reukstof aan toegevoegd, in de vorm van wat olie van lavendel en rozen. ‘In het oude verbond hebt u de zalfolie tot een teken van heiliging gemaakt,’ zo bidt Vercammen. ‘Wij bidden U, God: bewerk in ons midden uw heil en maak dit geurend mengsel van balsem en olie voor ons tot een werkzaam teken van uw zegen.’

Na de zegening van de oliën wordt het druk op het priesterkoor. Een lange rij van parochievertegenwoordigers wacht geduldig met drie flesje of drie kruikjes totdat aan één van de drie tafeltjes plek is om de voorraad op peil te brengen. Er wordt gul geschonken en rustig gedept en vooral ook stevig geschroefd, want de flesjes en kruikjes moeten goed dicht mee naar huis.

Na de parochievertegenwoordigers, worden zo’n 15 protestantse dominees, allen in ambtsgewaad naar voren gehaald. De meesten komen namens hun lokale kerk, twee predikanten komen olie halen voor de Charismatische Werkgemeenschap. Het is een ruimhartig oecumenisch gebaar van de Oud-Katholieke Kerk, maar vertelt de aartsbisschop na afloop van de viering, de gewijde olie wordt alleen verstrekt als de dominee vergezeld wordt door een vertegenwoordiger van de kerkenraad, oftewel dit oecumenisch gebaar moet gedragen worden door de lokale kerk en niet gebaseerd zijn op een eenzame actie van de dominee.
Als tot slot ook de aartsbisschop enkele flesjes olie heeft opgehaald zingt de gemeente: ‘Gods geest is met mij, God heeft mij gezalfd. Hij is het die mij heden heeft gezonden.’

Dan maken de deelnemers aan de Chrisma-viering zich klaar voor de Eucharistie waarbij nadrukkelijk allen die gedoopt zijn uitgenodigd worden ter communie te gaan. Het slotgezang maakt nog eens duidelijk welke bijzondere periode van het kerkelijk jaar wij leven: ‘Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, alle geboden worden thans voldragen, alle beproeving van de wildernis’.

Teun-Jan Tabak

Foto’s: Teun-Jan Tabak