De Nieuw-Apostolische Kerk

In haar pelgrimage ter kennismaking langs de lidkerken van de Raad bezoekt algemeen secretaris ds. Christien Crouwel op woensdagavond 24 april de Nieuw-Apostolische Kerk, op zich een bijzonderheid want veel kerken kerken alleen op zondag. Het gebouw van de Nieuw-Apostolische Kerk is niet goed als kerk herkenbaar, in de nieuwbouwwijk van Nieuwegein moet ik nadrukkelijk kijken of ik niet bij een buurt- of sportcentrum naar binnenga.

Opvallend, bij binnenkomst is er direct een uitgestoken hand voor een hartelijk welkom, bij de deur staan mensen die deze voor je openen, het aantal jongeren is relatief groot, de meeste mensen gaan zondags gekleed ook al is het woensdag.

Het koor met bijzonder veel jongeren zingt prachtig a-capella. Als de priesters, allen gekleed in donker pak, hun plaats hebben ingenomen is er eerst een lied op de melodie van ‘Welk een vriend is onze Jezus’ gevolgd door stilte om bij te komen van de werkdag.

Voor het begin van de dienst heet voorganger G. Kamphuis van deze kerk in Nieuwegein iedereen welkom, meldt ziekte en zeer in de gemeente, vraagt om medeleven en gebed, maar vergeet ook niet de vreugde te delen van de geboorte van een baby in de gemeente. Kern van zijn openingswoord is, ‘onze Jezus is in alles koning, priester en profeet. Ik wil zo dicht bij Jezus zijn..’

De dienst wordt gedragen door de apostel van de Nieuw-Apostolische Kerk, Peter Klene, die in zijn boodschap prettig direct is: ‘Lieve broeders en zusters, lieve jeugd. Het gaat om de verbondenheid met Christus en zijn offer.’ Klene kent geen aarzeling, doet ogenschijnlijk alles uit het hoofd. Hij herinnert ons eraan dat we in twee werelden bezig zijn, de wereld van ons geloof dat we positief mogen beleven, maar ook de wereld buiten de kerk met enorm veel prikkels.

Klene vertelt ook over de geloofstwijfel. Sommigen hebben de moed die twijfel in gesprekken kenbaar te maken: ‘Apostel, het zal toch wel allemaal waar zijn?’ Voor Klene is het zonneklaar: ‘Laten we niet twijfelen, maar vasthouden aan ons geloof,’ en de apostel wijst op de term ‘werkgeloof’, als ik er niet mee bezig ben, houd ik het niet vast. Klene: ‘zeker is dat God bij je is ook als het niet goed met je gaat’. De apostel benadrukt in eenvoudig geloof geduldig te wachten op de wederkomst van Christus.

Na 20 minuten klinkt het ‘amen’, dat wordt beantwoord door het koor. Dan is het woord aan de (regionaal) Opziener, de heer R. Vis. Hij stelt de retorische vraag of verbonden zijn met God oubollig is, of dat dit nu juist de kern is van ons geloof. Wat doen wij met onze handen voor die grote God, vraagt Vis. Hij roept de gemeente op de handen te laten wapperen, want aldus Vis; ‘het is de vreugde in de Heer die ons vooruit brengt, laten we met die gaven aan het werk gaan.’

We zingen met de gemeente in deze nadagen van Pasen: ’Ik zeg het allen dat Hij leeft’, waarna de jongeren in het koor een verzoeknummer ten gehore brengen. Loepzuiver klinkt het ‘Veilig in Jezus armen’.
Het is de aanzet voor het andere deel van de dienst, de viering van het Heilig Avondmaal waarvoor alle aanwezigen worden uitgenodigd. Wat opvalt is de waardigheid waarmee het brood des levens wordt gedeeld, maar ook de soepele organisatie waarmee kerkgangers in een vriendelijk tijdsbestek het brood door de priesters uitgereikt krijgen.

Voor Christien Crouwel is het een mooie inspirerende dienst, in een gesprek met voorganger Kamphuis, opziener Vis en apostel Klene vertelt zij ‘gesticht’ te zijn door de woorden in de dienst.

Als het gaat over de structuur van het kerkgenootschap leren we dat de opziener de rechterhand van de apostel is. Nederland telt zo’n 60 Nieuw-Apostolische Kerken, met officieel zo’n 9000 leden die de kerngedachten onderschrijven. De Nieuw-Apostolische Kerk hecht grote waarde aan de eigen verantwoordelijkheid van haar leden. Ieder lid is tegenover God persoonlijk voor zijn gedrag verantwoordelijk.

Peter Klene is sinds 2007 de apostel, nadat hij in 1999 als opziener werd verkozen. Oorspronkelijk is Klene opgeleid als apotheker en werkte hij als zodanig in Amsterdam. Als we komen te spreken over de diaconale inzet horen we dat de Nieuw-Apostolische Kerk betrokken is bij Nederlandse voedselbanken, maar zich vooral focust op Suriname waar jaarlijks zo’n 5 containers met goederen naartoe worden verzonden. Christien Crouwel wil graag horen wat de leden van het consistorie zien als het hart van hun Kerkgenootschap.

Opziener Vis vertelt het verhaal over het ontstaan van de lokale kerk in Vlissingen, waarbij nadrukkelijk is uitgesproken dat ze op zoek zijn naar predikers en plekken voor ontmoeting.

Wat voor bezoekers van buiten opvalt bij deze kerkdienst is dat in de kring van ambtsdragers vrouwen ontbraken. Apostel Klene spreekt de voorzichtige verwachting uit dat het een kwestie van tijd is voordat vrouwen ook daar hun plek kunnen innemen. In West-Europa ligt het niet meer zo moeilijk, maar internationaal wel. De Nieuw-Apostolische Kerk kenmerkt zich door een wereldwijde verspreiding waarbij nog wel wordt gestreefd naar eenduidigheid in vorm en inhoud. Klene benadrukt dat de culturen internationaal verschillen en de traditie standvastig is, ook als het gaat om de positie van de vrouw in de kerkelijke ambten. En dat de koorleden en de meeste bezoekers deze woensdagavond in stemmig zwart en wit zijn gekleed heeft alles te maken met de aanwezigheid van apostel Klene. Zijn aanwezigheid is reden voor een feestdienst en daar hoort gepaste kleding bij.

Als de vraag op tafel komt wat voor nieuw apostolischen het hart van hun geloof is, vertelt voorganger Kamphuis zijn persoonlijke verhaal. Dat hij op de armen van zijn ouders naar deze kerk is gebracht, dat hijzelf zich nadrukkelijk bewust is van zijn keuze voor het geloof, dat hij zich als evangelist onderdeel voelt van deze gemeenschap; ‘Ik voel me hier zo fijn,’ vertelt hij uit de grond van zijn hart.

Apostel Klene schetst hoe hij opgroeide in Amsterdam in een familie van ambtsdragers. Als lid van de kerkelijke jeugdgroep in de hoofdstad voelde hij zich nadrukkelijk vanuit het geloof gesteund tijdens een ernstige ziekte. Klene: ‘Toen wist ik het zeker, ik ben veilig in Jezus armen.’

Algemeen secretaris Crouwel van de Raad vraagt tot slot hoe de nieuw apostolischen over de Raad van Kerken denken, het oecumenisch platform waar deze kerk nog niet zo lang lid van is. Klene: ‘Wij hadden een wat naar binnen gekeerde identiteit. Wij ervaren dat we rijker worden door het lidmaatschap van de Raad. Als kerk staan wij nu meer open voor wat er buiten ons gebeurt.’

Teun-Jan Tabak

Foto: Peter Klene