Erkenning van ander

In hoeverre zien vertegen- woordigers van kerken mensen uit andere denominaties als volwaardige gesprekspartners? Gaat men vanuit de diverse kerken het onderlinge gesprek aan op basis van de erkenning van de ander als christen of ook vanuit de erkenning van de ander in de eigen vorm van kerkzijn? Over die vragen ging het bij de vergadering van de Raad van Kerken op 8 november in Zeist.

Aanleiding voor het gesprek was de verkenning van het onderdeel ‘continuïteit en vernieuwing’ vanuit het rapport van ‘The Church, towards a common vision’ van de Wereldraad van Kerken. In het betreffende hoofdstuk gaat het onder meer over de koinonia die te vinden is in het Nieuwe Testament. ‘Ik vind het opmerkelijk dat je in het Nieuwe Testament eigenlijk geen uitgeschreven kerkorde vindt, maar wel een besef van gemeenschapszin’, verwoordde één van de moderamenleden.

Daarop kwam bijval vanuit remonstrantse hoek. ‘Wij vinden het opmerkelijk dat het evangelie liefst 98 keer spreekt over het Koninkrijk Gods en slechts 2 keer over ecclesia’. Daaruit blijkt de interesse voor de missio Dei en Gods focus op de mensen als zodanig, zonder daarbij een hoogkerkelijke visie te veronderstellen. ‘Ieder tijdsgewricht streeft naar die structuur die dienstbaar kan zijn aan die missio Dei’. Bij deze benadering heeft het proces een sacramentele betekenis (Yoder).

Daarnaast kwam een beeld naar voren van de kerk zelf als een sacrament. Het gaat dan minder om een sociologisch begrip van kerkzijn, maar wel om een kerk als creatie van de Geest, die met een zekere normativiteit zichzelf kan presenteren. ‘We participeren in het belang dat God zelf met de missio Dei heeft met deze wereld’.

Prof. Leo Koffeman, adviseur vanuit de beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap, verwoordde de winst van het gesprek, zoals het ook in The Church staat, op het moment dat vertegenwoordigers van kerken in staat zijn om de oprechte bedoelingen van anderen te honoreren. Zijn collega, prof. Herwi Rikhof, de nieuwe voorzitter van de beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap, onderstreepte daarbij dat de ‘notae ecclesiae’ uit The Church niet gelezen moeten worden als attributen die de kerk van a tot z vastleggen, maar eerder als attributen waarop je elkaar bevraagt. Het zijn desiderata; ze zijn niet bedoeld als criterium om te realiseren, maar als vragen om iedere keer weer te actualiseren.

Vanuit de pinksterkerken werd de vraag gesteld hoe de eigen kerkelijke identiteit fungeert als er contact is met andere kerken. Is er ruimte om Gods stem bij de andere kerken te herkennen en te erkennen; kan men accepteren dat de Geest spreekt in de verandering en in de contekstualisatie? De Pinksterkerken beroepen zich daarbij op de Schrift en op de Heilige Geest, en spreken minder snel over de apostolische successie buiten deze twee criteria om. Verschillende mensen zeiden dat alleen al het feit dat de kerken samen vergaderen in de kring van de Raad van Kerken een signaal is dat men de ander volledig accepteert als iemand die ‘in Christus is’. Samen zoekt men immers de eenheid van de verschillende tradities te verdiepen. ‘En vindt dat gesprek dan plaats op basis van de ander als iemand die christen is, of is er ook sprake van een erkenning van de ander in zijn of haar identiteit als lid van een andere kerk?’, vatte iemand het gesprek samen.

Kerkproeverij

De plenaire Raad sprak ook over de campagne van Kerkproeverij. Er lag een evaluatierapport op tafel van de eerste editie van dit gezamenlijk initiatief. Daaruit bleek dat er meer dan 400 kerken een evaluatieformulier hadden ingestuurd en dat er naar schatting 800 tot 1000 kerken hadden meegedaan met de editie van 2017. De cijfers waren dermate positief, dat men besloot ook in 2018 een campagne Kerkproeverij aan te bieden. Als datum wordt het derde weekend van september aangehouden (15 en 16 september 2018). De campagne gaat verder onder de naam ‘Kerkproeverij’. Tegelijk stelde men vast dat er ruimte is om van datum en naamgeving af te wijken als dat wenselijk is in de eigen context.

Vluchtelingen

De Raad sprak vervolgens over het thema vluchtelingen. Annemarieke Hollanders en Karl Jungheim van de projectgroep Vluchtelingen gingen in op enkele actuele zaken. Ze noemden het belangrijk dat vluchtelingen ‘veilige toegangswegen’ naar Europa krijgen aangereikt. Ze benadrukten de mogelijkheid van snelle gezinshereniging. En ze vroegen speciale aandacht voor de opvang van ongedocumenteerde asielzoekers die geen verblijfsvergunning krijgen en op de bed-, bad- en brood-voorzieningen zijn aangewezen. De opvangsmogelijkheden zijn zo ongeveer aan het plafond van de mogelijkheden gekomen, zo zeiden de inleiders. Ze wezen er verder op, dat het idee van ‘human corridors’, wat in Italië zo succesvol is, tot nu toe in Nederland niet van de grond komt. Dat hangt onder meer samen met het gebrek aan geld; in Italië ligt dat iets makkelijker omdat er een bepaalde vorm van kerkelijke belasting bestaat, waardoor de kerken over voldoende financiële armslag beschikken om dergelijke voorzieningen mogelijk te maken.

Vanuit de Raad werd er gevraagd vanuit welke visie men pleit voor ‘veilige toegangswegen’. Je kunt wel een gastvrije houding willen aannemen, maar je kunt moeilijk alle mensen die hun land willen verlaten een open deur bieden. Er werd op gewezen, dat je zou kunnen denken aan een vorm van selectie, c.q. het verlenen van visa in het land van herkomst om daar gericht beleid op te voeren. Vanuit de Raad waren er ook vragen naar het kinderpardon, de mogelijkheid vluchtelingen juridisch bij te staan en de alertheid om te helpen voorkomen dat de opvang onnodige pesterijen doorvoert. Van dat laatste werd een voorbeeld gegeven door iemand die meemaakte dat vluchtelingen in de ene apotheek geen medicijnen konden krijgen, maar verplicht werden om tien kilometer verder op de betreffende medicatie te gaan halen.

EBG

De Raad van Kerken was woensdag 8 november te gast bij de Evangelische Broedergemeente in Zeist. Ds. Johannes Welschen verzorgde de opening in de kleine kerkzaal. Hij vertelde dat het Zeister Zendingsgenootschap al in 1793 hier was opgericht en een oecumenische inslag heeft vanaf het begin. Hij gaf een toelichting op het grote schilderij van de eerstelingen dat in de kleine kerkzaal hangt. Het werk hing oorspronkelijk in het dak van een onderkomen in de buurt van Frankfurt. Er staan allerlei historische figuren op van diverse rassen en landen. In die zin was de kunstenaar zijn tijd vooruit. Tegelijk zie je wel, dat de figuur van Christus een Europeaan is. Daaraan kan je dan weer het tijdsbeeld van die jaren herkennen. Alle raadsleden kregen van de EBG een exemplaar van de Dagteksten aangereikt, zoals ze jaarlijks door de Evangelische Broedergemeente worden getrokken. Het bijbelwoord voor elke dag is in meer dan vijftig talen beschikbaar en kent zijn 288e jaargang.

Foto’s:
1. Een gastvrije ontvangst tot in de puntjes geregeld bij de EBG
2. Vader Theodoor van der Voort vierde zijn verjaardag met een rondje ‘Deventer koek’ bij de koffie
3. De komende voorzitter en terugtredende voorzitter van de beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap; links de komende man prof. dr. Herwi Rikhof, rechts de als lid blijvende oud-voorzitter prof. dr. Leo Koffeman 
4. De vergaderruimte bij de EBG met op de rug ds. Jan Wessels, die het gesprek over ‘continuïteit en vernieuwing’ inleidde
5. Nog even een blik op de namen die onder het schilderij staan in de kleine kerkzaal in Zeist
6. De afvaardiging vanuit de Nieuw-Apostolische Kerk met links Peter Klene en rechts Edwin Diersmann
7. Voorzitter Dirk Gudde woont in Zeist en was de enige afgevaardigde die met de fiets was afgereisd naar het Zusterplein