Tijd van dromen

‘Ik ben onlangs getrouwd. Het leek ons een zinvol idee om mensen in de kerk aan elkaar het licht te laten doorgeven. Dat ging in zekere zin een beetje mis. Het duurde namelijk heel lang voordat iedereen het licht had ontvangen. We werden ook een beetje ongeduldig, omdat we naar ons idee al wel 35 keer hetzelfde lied hadden gezongen, terwijl het licht werd doorgegeven. Later, na afloop, corrigeerden we onszelf. We zeiden: Het is eigenlijk ook wel heel mooi. Want het kan immers in het leven soms ook een behoorlijke tijd in beslag nemen alvorens je het licht van elkaar ontvangt. Eigenlijk sloot het beeld in de dienst precies aan bij hoe het in de praktijk van het leven is’.

Dat voorbeeld gaf één van de deelnemers bij de brainstorm die vijftien (meest jonge) mensen hebben gehouden over de toekomst van de samenleving en de rol die de kerk daarin speelt. De jonge mensen kwamen bij elkaar op donderdag 7 september bij de Raad van Kerken in Amersfoort. Ze vertegenwoordigden diverse kerken, waaronder de Evangelische Broedergemeente, het Leger des Heils, de Oud-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland. Ze werden door de werkgroep Pelgrimage van de Raad van Kerken bij elkaar gebracht om centrale thema’s in beeld te brengen die wellicht in 2018 een rol kunnen spelen bij de grote internationale ontmoeting die tweede helft augustus in Nederland wordt gehouden en bij de viering die plaatsvindt op 23 augustus in het kader van 70 jaar Wereldraad van Kerken.

Aan het einde van de bijeenkomst was er het besef dat een visie op de toekomst gepaard gaat met geduldig opbouwen en uitwerken en vasthouden aan je droom. Mensen als Irene van Ooijen (PKN/RKK) en Fokke Wouda (Oud-Katholiek/GKV) brachten dat ook expliciet onder woorden. Eén van hen herinnerde zich een ervaring in Taizé. Het was tijdens de Goede Week. Het leek de monniken een goed idee om in dat kader alle bezoekers de voeten te wassen. De leiding nam de taak op zich. Maar ook al ga je dan met tien, twintig mensen de rijen door, als er 5000 bezoekers zijn, kost dat toch heel veel tijd. ‘En toch had je het gevoel, dat je persoonlijk contact had’, vertelde de jongeman die de voetwassing had meegemaakt. ‘Het was een gevoel van kwetsbaarheid, van broosheid’.

Toen de Wereldraad van Kerken in 1948 officieel werd opgericht, waren daar tenminste twee grote jongerenconferenties aan vooraf gegaan. De werkgroep Pelgrimage realiseert zich dat een herdenking van dat moment meer moet zijn dan een terugblik op zeventig jaar geschiedenis. Het gaat vooral ook om het formuleren van een visie op de toekomst. En net als in 1948 is het van belang dat jonge mensen daarin zelf als eerste hun thema’s mogen verwoorden. De werkgroep had dat al eerder gedaan en kwam bij diverse interreligieuze en sociale invalshoeken. De Wereldraad heeft in zekere zin al een raamwerk gegeven aan de ontmoeting met de trefwoorden ‘gerechtigheid en vrede’. Maar nu was het aan de jonge mensen uit de Nederlandse kerken om met eigen associaties te komen. En die associaties kwamen er.

Een greep:

* ‘Een wereld waarin iedereen gelijk behandeld wordt’
* ‘Een wereld waarin wij elkaar vinden in overeenkomsten in plaats van de verschillen uit te vergroten’
* ‘Een wereld waarin ouderen en jongeren openstaan voor elkaar en samen gaan bouwen’
* ‘Een wereld met goede kansen voor iedereen’
* ‘Een sociale wereld vol vreugde en blijdschap’
* ‘Een wereld waar men er voor elkaar is en voor elkaar klaarstaat’
* ‘Een wereld zonder eenzaamheid’
* ‘Een wereld waarin geld niet het hoogste goed is’
* ‘Een wereld waarin iedereen erbij hoort en er toe doet’
* ‘Een wereld van vrede (en ook één Korea)’
* ‘Een wereld met sociale en financiële gelijkheid’
* ‘Een wereld waarin elk kind moet kunnen studeren’
* ‘Een wereld met open grenzen’
* ‘Een wereld met vrijheid’
* ‘Een wereld waar mensen zich verbonden voelen met elkaar en verantwoordelijk voelen voor elkaar’

Het daarop volgende gesprek beaccentueerde in verschillende toonaarden het belang van goede sociale verhoudingen. ‘Ik zou het mooi vinden als we er in slagen niet langer over ‘zij’ en ‘wij’ te spreken’, zei iemand. ‘Ik zou het liever universeel willen benaderen, we zijn tenslotte allemaal mensen’. ‘Maar voor mij impliceert het dan ook, dat je onderling juist wel verschillend mag zijn, maar dat die verschillen niet als belemmering worden gezien, maar als verrijking’, zei een ander. Hij doelde daarmee op onder meer eigen accenten in spiritualiteit en een andere vulde aan: eigen accenten in seksualiteit.

Kerk

Daarna kwam de vraag aan de orde: Wat verwacht je van de kerk met het oog op je droom? Die vraag bleek weerbarstiger te zijn om te beantwoorden. ‘Ik zie de kerk dan als meer dan een gemeenschap die samenkomt in een gebouw’, zei een jonge vrouw. ‘Voor mij is het een gemeenschap, waarin je de samenleving dient’. ‘We zijn misschien geneigd als kerken nog wat te veel bij onszelf te blijven, maar juist als het gaat om grote vragen van ongerechtigheid moet je juist samen optrekken’.

Wat zou je dan willen zeggen, als mensen in de samenleving vreemd reageren? , vroeg iemand. Het was even stil en toen grinnikte iemand: ‘Doe eens even normaal, man’.

De vraag werd hernieuwd gesteld: Wat zou je missen als de kerk er niet was de komende jaren? ‘Ik waardeer de aanwezigheid van teksten in de kerk, zoals die van de Bergrede, waar je op kunt terugvallen bij je vragen’, zei een jongeman die theologie studeert. ‘Voor mij is het gaan in de samenleving als het gaan achter Jezus’, vulde een ander aan. ‘Ik vind het belangrijk dat we op een laagdrempelige manier kerkzijn. Dat het niet uitmaakt wie je bent. Of je nu als gedetineerde binnen komt, of als burger’. ‘Het evangelie doorbreekt onze eenzaamheid’, zei weer een ander.

Op de suggestie dat het mogelijk ook verschil maakt dat je gelooft in God, en dat God zich verbindt met je vragen, reageerden diverse aanwezigen knikkend en instemmend. Een jonge man van het Leger des Heils verwoordde: ‘Het is voor mij heel belangrijk dat ik me gedragen weet door God. Dat is nou precies waar het voor mij in het leven om gaat. Ik kan mijn werk niet doen zonder God. Het is juist God, die iedere keer weer het vlammetje van betrokkenheid bij mij aansteekt. Ik hou dat alleen niet vol. Hij geeft mij grond onder de voeten’.

Verder

Margarithe Veen boog aan het einde van de ontmoeting de ervaringen terug naar de organisatie zoals die de komende maanden verder invulling moet gaan krijgen. Ze noemde het idee om met een tijdschrift of glossy ervaringen verder op papier te zetten; en ze opperde de kans om met sociale media te werken. De groep adviseerde om bij de inzet van sociale media vooral gebruik te maken van bestaande netwerken en niet opnieuw databestanden te gaan opbouwen. ‘Als je een korte zin lanceert, bijvoorbeeld ‘Ik droom van deze wereld’ en dan een foto laat opnemen, kan je misschien in korte tijd verschillende reacties krijgen. Die kan je dan ook weer opnemen in een glossy’, suggereerde iemand. ‘Ik zou bij een tijdschrift rekening houden met de verschillende leeftijdsgroepen. Iemand van 18 denkt al weer heel anders dan iemand van 29. Je zou verschillende vormen van gebeden kunnen opnemen’. ‘Ik moet nog wat wennen aan het idee van een glossy. Als we sociaal gedrag belangrijk vinden zou ik zeggen: ‘Laten we met zijn allen naar plekken gaan waar dat sociale gedrag in de knel komt en laten we daar beginnen iets van onze bedoelingen te laten zien’’.

Afgesproken is dat de werkgroep Pelgrimage van Gerechtigheid en Vrede verschillende jonge mensen betrekt bij de totstandkoming van een tijdschrift / glossy. Er wordt ook gekeken of er een campagne kan worden ingezet met sociale media. En het is de bedoeling om in het voorjaar van 2018 de mensen opnieuw uit te nodigen en nog eens te spreken als diverse programma-onderdelen dan verder zijn uitgewerkt.

Aanwezig waren: Lisa Bakker, Michael van den Bergh, Karin van den Broeke, Deborah de Graav, Klaas van der Kamp, Maria Koskamp, Vallerie Linger, Kees Nieuwerth, Irene van Ooijen, Douwe de Roest, Marliese Sniphout, Adiël Vader, Bouke Veen, Margarithe Veen en Fokke Wouda.

Foto’s:
1. Michael van den Bergh (links) en Irene van Ooijen
2. Karin van den Broeke, Vallerie Linger, Adiël Vader en Michael van den Bergh (v.l.n.r.)
3. Margarithe Veen en Bouke Veen
4. Adiël Vader en Maria Koskamp
5. Douwe de Roest
6. Vallerie Linger en Deborah de Graav