Een op zes aanvragen fout

Een delegatie van de Raad van Kerken bracht vrijdag 10 maart een werkbezoek aan vluchtelingenorganisatie INLIA in Groningen. INLIA, het Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven t.b.v. Asielzoekers, heeft 35 betaalde mensen in dienst, 9 stagiaires en talloze vrijwilligers.

Op het programma stond een bezoek aan de Bed-Bad-Brood + – opvang in Groningen en de Tussen – Voorziening voor statushouders (TuVo) in het Drentse Eelde. De Bed-Bad-Brood + – opvang biedt elementaire hulp aan asielzoekers die als gevolg van het Rijksbeleid op straat zijn gezet waaronder asielzoekers met ernstige psychische en/of medische problemen alsmede asielzoekers die nog in procedure en legaal in Nederland zijn maar desondanks geen recht meer hebben om in een AZC te mogen blijven. De ‘plus’ staat daarbij voor ’24-uurs opvang met begeleiding’. De opvang wordt gefinancierd door de gemeente
Groningen. Aanvankelijk kregen de gemeenten nog een vergoeding hiervoor van de staatssecretaris maar deze heeft eind vorig jaar aangegeven de kosten hiervoor niet langer te willen vergoeden.

De Tussen Voorziening voor statushouders (TuVo) is een opvang in Eelde voor asielzoekers die een status hebben gekregen. In deze opvang wordt naast de reguliere inburgering al een aanvang gemaakt met de integratie. Hierbij zijn ook lokale kerkelijke vrijwilligers betrokken.

Dirk Gudde, delegatieleider en voorzitter van de Raad van Kerken verwoordde het belang van het werk: “De aanpak van Inlia laat zien hoe veel kracht er in de samenleving zit: goede werkrelaties met de gemeentelijke overheid, met de politie en het maatschappelijk werk, de vele vrijwilligers, niet in de laatste plaats uit de kerken. In deze context mag je ook de lokale organiaties en bedrijven noemen. Dat zijn volgens mij de basis-ingrediënten voor de zeer succesvolle aanpak van de opvang van asielzoekers, die we vandaag hebben gezien”.

Een van de basisbeginselen in de opvang door Inlia is: gedeelde verantwoordelijkheid. De mensen zorgen zelf voor hun eten, voor schoonmaak, en, om maar wat te noemen, de reparatie van hun fiets. De bewoners zien de medewerkers op de opvanglocaties als hun medestanders. Dat maakt veel mogelijk, zelfs de opvang van mensen met grote socialisatieproblemen verloopt zonder grote problemen, en zonder dat er bijvoorbeeld ordebewakers nodig zijn. Van belang is ook dat er aan perspectief wordt gewerkt, ook als nog onzeker is of de toekomst van de mensen in Nederland ligt, of in het land van herkomst.

Waar INLIA vooral tegen aanloopt, zo kreeg de delegatie te horen, is de ’papieren werkelijkheid’, een te weinig kijken naar het belang en de toekomstmogelijkheden van de mensen om wie het gaat. Een schrijnend voorbeeld was dat van een jonge asielzoeker die elders in het land een opleiding én werk had gevonden, maar niet naar een andere opvanglocatie mocht, waardoor dit toekomstperspectief voor haar op losse schroeven kwam te staan.

Directeur John van Tilborg van INLIA gaf aan de steun vanuit de kerken heel belangrijk te vinden. Voorzitter Gudde gaf op zijn beurt aan dat de delegatie vanuit de Raad van Kerken onder de indruk was van de aanpak van INLIA, en verzekerde de medewerkers van de blijvende betrokkenheid vanuit de Raad bij het thema vluchtelingen.

Yosé Höhne – Sparborth stelde haar indrukken op schrift. Haar impressie staat hieronder.


Bij INLIA op bezoek betekent de uitersten leven van je schamen voor je land en trots zijn op je land. Je schamen voor het beleid dat regelmatig uiterst inhumaan is en trots zijn op de vele mensen die zich inzetten om vluchtelingen zo humaan mogelijk te begeleiden op de lange mars door de Nederlandse bureaucratie.

Prachtig, de vriendelijkheid, de blijdschap van de medewerkers om dat moeizame werk te kunnen doen de vele fouten van het IND-beleid op te vangen. Naar eigen onderzoek van de IND gaat het in 1 op de 6 aanvragen helemaal mis. Te veel fouten gemaakt dus. Geweldig, de wijze waarop de BBB+ regeling zover mogelijk ‘op maat’ wordt gemaakt, dus zoeken naar hoe men de mensen naast de opvang ook verantwoordelijkheid kan geven, menswaardig bestaan dus. En waar echt de kans voor ooit een verblijfsvergunning niet is gegeven, en terugkeer denkbaar zou zijn, met de mensen zoeken naar realistische perspectieven.

Dertig procent ongeveer van de mensen die INLIA uiteindelijk moet opvangen, zijn problematische situaties: zwaar medisch patiënt, psychiatrisch, of verslaafd. En dat moet allemaal elkaar uithouden op kleine leefruimte. En doorgaans lukt dat ook goed, dank zij die enorme inzet van de begeleiders. INLIA vangt ook mensen op die al een verblijfsvergunning hebben, maar waarvoor nog geen woning beschikbaar is. Met ‘buren’ samen hebben ze trajecten om elkaar alvast te leren kennen. Ongelooflijk wat de mensen opbrengen, zowel die vluchtelingen als de velen die pogen hun wachttijd dragelijk te maken.

INLIA werkt met gerichte programma’s. Zo zal er een volgende opvang gebouwd worden. Door vluchtelingen. Er is een oefenhuis dat wordt gebouwd en afgebroken en weer gebouwd, tot de mensen het vak kennen. Per persoon gaan ze n discussie met de COA als het moet: iemand heeft een baan gevonden in Amsterdam, maar is voor een woning naar Emmen verwezen. Knokken wordt dat, om toestemming te krijgen dat de persoon ergens in Amsterdam een woning kan krijgen toegewezen. We spraken een vrouw uit Syrië, sinds 18 manden in Nederland, is nu in haar zevende opvang, nu wachtend op een woning. INLIA en partnerorganisaties maken dat ik nog durf te zeggen dat Nederland een humaan land is.

In tijden als nu, verkiezingstijd, wordt weer heel hoorbaar hoe voor politiek Nederland vluchtelingen allereerst een item zijn om als partij te scoren. De meest kwetsbare groep mensen in ons land gebruikt voor zetelwinst. En dan horen hoe het beleid voor vluchtelingen uitwerkt. Ik wist dat het heel erg was. De VPRO-docufilm ‘Straingers in Paradise’ maakt helder hoe erg het is. En na zo’n dag bij INLIA weet ik: het is nog erger.

Dus ja, wat hebben we veel fantastische mensen in Nederland die daar tegenin pogen de vluchtelingen hun gevoel van menselijke waardigheid te helpen terugvinden. Als politici zich daar nu eens door lieten inspireren?

Yosé Höhne-Sparborth, lid van de beraadgroep Samenlevingsvragen namens 2of3bijEEN.

De foto’s  geven een impressie van het werkbezoek