Religie als medicijn

Wat moet een kind op een openbare basisschool allemaal weten van christelijke en islamitische achtergronden? Over die vraag ging het onder meer bij de ontmoeting die vrijwilligers van de Raad van Kerken vrijdag hadden met studenten van de PABO van het Saxion Hogeschool uit Deventer.

‘Ik vind het best moeilijk om als islamitische vrouw ieder jaar met kerst de kinderen het kerstverhaal te moeten vertellen. En dan de hele klas volhangen met kerstballen en kersttakken…. Ik doe het wel. Mensen verwachten het ook van me. Maar ik moet me er soms wel eens toe zetten’, vertelt een islamitische vrouw die de PABO voor tweederde al heeft afgerond. Andere studenten vallen haar bij. Sommigen geven in overweging om eventueel collegae dat onderdeel van het curriculum te laten verzorgen. Anderen zijn vinden toch dat je als professioneel leraar of lerares zoiets als een basiskennis van de verschillende godsdiensten – in ieder geval van christendom en islam – moet overbrengen op de kinderen. ‘Ik vind zelfs wel dat je van een docent mag verwachten dat hij of zij van binnenuit christelijke en islamitische feesten – om dat voorbeeld aan te houden – probeert te begrijpen om het inzichtelijk en met respect de leerlingen aan te reiken’, zegt de begeleiding vanuit de Raad van Kerken.

Zo gemiddeld één keer per jaar komt er een groep van PABO-studenten naar Amersfoort. Ze maken een pelgrimage langs de diverse gebedshuizen in het centrum van de stad. Soms krijgen ze een toelichting op straat. Dan weer gaan ze naar binnen en vertelt één van de gelovigen zelf hoe het er in een eredienst aan toegaat. Priester Louis Runhaar is de gastheer bij de Oud-Katholieke Kerk. Hij vertelt over het mirakel van Amersfoort, laat het beeldje van de heilige maagd zien in een kapelletje van de kerk en gaat met de studenten naar voren, naar het liturgisch centrum, en laat wierook ruiken en ziekenzalf.

‘Schimmelt het brood niet, dat u voorin de kerk bewaart? ‘, wil één van de studentes weten. ‘Dat valt mee’, zegt Louis, ‘het is niet gerezen brood. Dat kan je langer bewaren. Het blijft langer goed dan de wijn. Daar doen we een scheut water bij en die drinken we bij de communie op’. ‘Wat maakt Jezus voor u bijzonder? Waarom ziet u hem als God?’, vraagt een ander. Louis legt uit: ‘Het is alsof ik met zijn leven door een raam naar God kijk’. ‘Hoe kijkt u aan tegen het homohuwelijk?’ Louis: ‘Dat is in onze kerk volledig erkend’. ‘Hoe kijkt u aan tegen abortus?’ Zo rolt de ene vraag over de andere en tikt de klok zo maar een uur verder. Louis Runhaar laat ondertussen zien hoe de liturgische kleding in elkaar steekt. In eenvoudige taal legt hij uit wat hij aantrekt. ‘Dit is een bescherming tegen het transpireren. Het kreeg later ook een geestelijke betekenis. We zien het als een bescherming van de schouders waarop je als het ware als herder je schaap kunt dragen. Dit is het liturgische ondergoed. En aan deze stola kan je zien dat ik priester ben. En dit is het kleed dat ik draag in de liturgie’.

Vanuit de oud-katholieke kerk gaat het naar de moskee. Osman is een jonge student van twintig jaar die de islamopleiding volgt. Hij heeft net als Louis al vaker een inleiding gegeven voor studenten. Dat merk je. Het gaat hem makkelijk af. Met onbevangenheid laat hij zich vragen op zich afvuren, terwijl de groep in een halve cirkel zonder schoenen aan om hem heen zit vlak voor de gebedsnis die de richting aangeeft naar Mekka. Hij laat zien welke fasen er zijn in het gebed, hoe je als het ware de last van de wereld van je afschudt en hoe je je dienstbaarheid voor God uitdrukt in de buiging. ‘Waarom bidden vrouwen apart?’, wil een studente weten. ‘Wat denk je? Het is om je helemaal op het gebed te richten’. ‘Waarom doen we de schoenen uit?’ ‘Hoe kijkt u aan tegen orgaandonatie?’ Als Osman een gebedssnoer laat zien, waar de 99 kralen de 99 namen van Allah vertegenwoordigen wil iemand weten of hij alle 99 namen kent. Osman glimlacht: ‘Nog niet alle’. Een vrijwilliger van de Raad schuift aan en wil weten of er verschil is tussen Mohammed in Mekka en de latere Mohammed in Medina. Osman legt uit dat de profeet zich aanvankelijk meer toelegde op de geloofsprincipes en later meer op de overdracht van de wetten. ‘Je moet mensen stapsgewijs verder leiden in het geloof’. ‘Ik vind die eerste periode het spannendst, omdat daar de meeste teksten over vrede te vinden zijn’, reageert de vrijwilliger die blijkbaar te voren enig nader huiswerk heeft gedaan. Osman reageert: ‘Ik weet niet of je dat zo tegen elkaar moet zetten. Ik zie de godsdienst als iets fijns. Maar zelfs ’s wereld beste medicijn kan dodelijk zijn als je het verkeerd gebruikt. Dat geldt ook van religie en van bepaalde teksten. Sommige verzen zijn in moeilijke tijden geschreven en komen nu anders over dan andere teksten. Je moet goed geïnformeerd zijn om de goede duiding te geven. Dat is zeker in een geseculariseerd land als Nederland erg belangrijk. De onwetendheid kan leiden tot verkeerde conclusies’.

Je merkt dat de studenten ook interesse hebben bij de persoonlijke achtergronden van hun gids. ‘Wilt u zelf imam worden?’, vragen ze. Osman legt uit, dat het een reële mogelijkheid is. Op dit moment zijn er zo’n 150 moskeeën die net als de moskee in Amersfoort bij Dianet zijn aangesloten. Ze zijn qua geestelijke leiding afhankelijk van gekwalificeerde imams uit Turkije. Er zijn niet meer dan zo’n 10 Nederlandse imams, daarmee kan je niet voorzien in de grote behoefte aan geestelijke leiding.

Van de moskee gaat het naar de synagoge. Een orthodox joodse vrouw vertelt over de ark en over de tekstrollen. ‘Ik laat nu deze rol uit Esther zien. De rol is niet meer kosjer, zoals je ziet. Als we hem zouden repareren, moet de rol naar Straatsburg. Enig idee wat dat kost?’ Er volgen gissingen: 25.000 euro, 50.000 euro. ’65.000 euro, alleen voor het herstel’, is het antwoord. Hoe de jaartelling in elkaar steekt, wil een studente weten. En hoe dat zit met gist in huis voorafgaand aan het Pesachfeest. En wat bar mitsbat en bar mitswah is.

Na de synagoge gaat het richting de percelen van de Raad van Kerken. Er is een lunch en een gesprek over de doelen die je voor levensbeschouwing kunt stellen in het basisonderwijs; en hoe je respect uitdrukt en inzichtelijk maakt voor leerlingen. ‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen openstaan voor elkaar’, zegt een docente in spé. De pelgrimage door Amersfoort wordt afgesloten met een bezoek aan de ‘gewone’ protestantse Bergkerk. Eén van de locale pastores is juist bezig om schilderijen van oude gemeenteleden op te hangen. Hij heeft ze als hobby en als uiting van respect gefotografeerd. ‘Dat geeft een heel ander effect in een kerk dan wanneer je glas-in-lood-ramen hebt’, vat een student samen.

Foto’s:
1. In een kring in de moskee
2. Osman reciteert het begin van de koran
3. Louis verwelkomt Jos, docent van de PABO-groep
4. De PABO-groep komt aan in Amersfoort