Voor menselijke waardigheid

De uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en van de Raad van State over uitgeprocedeerde vreemdelingen mogen niet ten koste gaan van een menselijke benadering van de betrokkenen. De Raad van Kerken hecht aan een humane benadering van mensen die zo veel hebben meegemaakt.

Uitgeprocedeerde asielzoekers die opvang willen, kunnen die alleen maar krijgen als ze meewerken aan hun uitzetting. En dat brengt de mensen in lastige posities. Ze raken hun rechten kwijt op bed-, bad- en broodvoorzieningen. Dat dwingt hen tot gedrag aan de grenzen van wat we in de samenleving wenselijk achten. Er dreigt een situatie dat opnieuw veel mensen op straat belanden.

De Raad van State heeft slechts een aantal uitzonderingen (psychisch bijzondere situaties) benoemd en roept de staatssecretaris Klaas Dijkhoff op nader onderzoek te doen als blijkt dat de vreemdeling ‘vanwege zijn psychische gesteldheid niet kan overzien dat als hij niet meewerkt hij geen onderdak krijgt’.

De uitspraak van de Nederlandse rechters en bestuurders heeft een juridisch karakter en staat haaks op de uitspraak van de Raad van Europa uit 2014. Het kan niet zo zijn dat het juridisch gelijk van de één tegen het juridisch gelijk van de ander wordt weggestreept. De menselijke maat moet centraal blijven staan, vindt de Raad van Kerken.

De Raad van Kerken sluit zich aan bij de mening van de Protestantse Kerk in Nederland, die het onthouden van voedsel, onderdak en kleding een ‘schending van de menselijke waardigheid’ noemt.

Kerkinactie (verbonden met de Protestantse Kerk in Nederland) reageerde ook op de uitspraak. Hieronder die reactie:

Teleurstelling over uitspraak bed, bad, brood

Het rijk mag aan de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen de voorwaarde stellen dat zijn meewerken aan hun vertrek. Dit betekent dat onderdak mag worden geweigerd als de betrokkene niet meewerkt aan vertrek. Geesje Werkman, vluchtelingenexpert bij Kerk in Actie reageert teleurgesteld. “We zijn hiermee terug bij af. Het in sommige gevallen onthouden van bed, bad en brood is exact de reden waarom de Protestantse Kerk in Nederland de klacht heeft ingediend bij het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa.”

Het onthouden van voedsel , onderdak en kleding schendt volgens de Protestantse kerk Nederland de menselijke waardigheid. Het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa oordeelde dat Nederland de mensenrechten van vreemdelingen schendt indien ze hen voedsel, onderdak en kleding onthoudt. Zij dient ten allen tijde te voorzien in ‘bed, bad en brood’. De Raad van State oordeelt vandaag dat de vreemdeling niet rechtstreeks een beroep kan doen op het Europees Sociaal Handvest (ESH) en dat de uitspraak van het Comité voor Sociale Rechten wel gezaghebbend, maar niet bindend is.

De bal ligt nu weer bij de politiek. Kerk in Actie wacht nu deze discussie en het overleg met gemeenten af. Werkman: “Het gaat ons hierbij niet om het asielbeleid, maar om mensenrechten. Om mensen terug te laten keren naar hun land van herkomst mag je ze niet onthouden van bed, bad en brood.”

De kerken gaan ondertussen door met hun werk onder vluchtelingen. “Gemeentelijke opvang is niet het laatste station. Kerken zullen mensen niet buiten laten staan”, aldus Werkman.