Meer dan een maaltijd

Als je het uitschrijft, zie je onderliggende filosofie. Als je meedoet denk je: ‘Dit doen we al veel langer, maar niet onder die naam en niet zo gestructureerd’. We hebben het over de zinvolle maaltijd, die woensdag 11 maart in Amersfoort is georganiseerd en door de taakgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken is uitgekozen als uitwerking van het thema voedsel. Het idee van een zinvolle maaltijd laat zich gemakkelijk kopiëren door plaatselijke raden van kerken, parochies, buurthuizen, debatcentra, kortom elke plek waar een inhoudelijk gesprek gewaardeerd wordt. En het leent zich voor toepassing op talloze thema’s.

Het basisidee bij de zinvolle maaltijd is dat je bij elkaar bent rond een maatschappelijk of levensbeschouwelijk thema. Dat thema vertaal je naar het menu, naar de liturgie, naar de gespreksthema’s en naar de bijzondere gasten die je uitnodigt. Op die manier kan je als plaatselijke raad enkele keren samenkomen met een wisselende samenstelling en het verslag van de bijeenkomst publiceer je na afloop in de gemeente of parochie om ook andere mensen de gelegenheid te geven zich iets van het thema eigen te maken.

Hoe ging het in Amersfoort woensdag? De binnenstadkerken van Amersfoort hadden in samenwerking met het Franciscaans Milieuproject Stoutenburg de organisatie voor hun rekening genomen. Ze hadden als thema gekozen voor: voeding en een nieuwe levensstijl. Ongeveer dertig mensen kwamen bijeen in de pastorie van de Xaveriusparochie. Onder hen leden van de taakgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken. Ze zaten aan vier tafels in de hoor- en leerkamer, met op tafel bordjes voor het brood, niet te groot in deze vastentijd, kommen waar later de soep in geserveerd kon worden, een karaf water met glazen en op een broodplank een stoet ongesneden brood, deels gegist, deels niet, met een broodmes er naast. Roomboter completeerde het geheel. Alles zo ambachtelijk mogelijk.

Franciscus
Huib Klamer lid van de parochie en van de taakgroep, heette iedereen welkom. Hij refereerde aan de persoon van Franciscus, die zowel in de naam van de parochie als in die van de woongemeenschap een belangrijke rol speelt. ‘Je zou Franciscus de eerste milieuactivist kunnen noemen’, aldus Huib Klamer. ‘Hij sprak met de krekel en noemde de zon zijn broer en de wind zijn zuster’. Met verwijzing naar een krantenartikel benoemde hij de actualiteit van de vraag: het milieuprobleem ligt op ons bordje, stelde hij. Het voedselvraagstuk heeft te maken met de vraag hoe we 7 miljard mensen kunnen voeden, en straks 9 miljard. Het is actueel vanwege de gezondheid, met alle verschijnselen van obesitas onder de bevolking in West-Europa en andere delen van de wereld. Het raakt ook aan de religie, met zaken als spijswetten en vasten.

Carolien Looman van Stoutenburg legde uit welke ingrediënten er waren gebruikt om naast het brood een voedzame linzensoep te maken. De rode linzen kwamen uit Turkije, en waren daarmee een van de producten die het verst gereisd hadden. De gember was uit Athene. De citroen uit Spanje. De meeste andere producten waren afkomstig uit de buurt: de spruiten, wortel en blad, de overwinterde prei, de winterwortel, de uien, knoflook. Koriander en komijn kwam uit Drenthe. Het geheel was op smaak gemaakt met wat Atlantisch zeezout. En er was gebruik gemaakt van water, waarbij we als Nederland zo gezegend zijn dat we het gewoon uit de kraan kunnen laten stromen.

Guy Dilweg, Franciscaanse minderbroeder, vertelde bij wijze van opening over een gesprek tussen Leo en Franciscus. Franciscus vertelde zijn broeder onderweg over een brood. ‘Kijk hoe het brood ons vertelt van de liefde. Het is gezaaid, geoogst, gemalen. Gebakken. En nu is het voor ons om te eten. Het geeft zijn eigenheid op en wordt mij en jou. Laten we God daarvoor danken’. Broeder Leo dacht er over na en zei: ‘Wij zijn toch nooit tot zoveel liefde in staat’. Waarop Franciscus uitlegde: ‘Je moet andersom denken. Wij bereiken die liefde niet. Die liefde bereikt ons. Het enige wat we hoeven te doen is ons te laten zaaien en te laten kneden’.

Brood met tevredenheid
Huib Klamer wenste daarop een ieder een eet met smaak. Hij vroeg de diverse tafels om elkaar wat beter te leren kennen door te spreken over de vraag: waarom ben ik hier? Het was aanleiding voor de gasten om onderling iets van hun achtergrond uit te wisselen. Het gesprek liep er ook al snel bij weg, en ging ook over de fijnere smaken in de maaltijd van tomaten en pepers, over de zin van vasten en bewust eten. ‘Wij eten in Stoutenburg ook brood met tevredenheid’, vertelde iemand, ‘dat is een broodje met boter, en brood met dankbaarheid, dat is brood zonder enig beleg’.

Na een eerste ronde van soep is het de beurt van Guy Dilweg om een meer verdiepend woord te spreken. ‘We leven van de aarde’, legt hij uit, ‘en het is vanuit die gedachte goed ook na te denken over wat je op je bordje legt. Het eten is allereerst een geschenk van de kosmos. Als je goed kijkt’, zei hij terwijl hij een homp brood pakte, ‘zie je in dit brood de zon, en je ziet de boer, en de moeder van de boer, en de broodmachine, en de mineralen en vier miljard jaren geschiedenis. Het is een kwestie van diep kijken. Als je goed kijkt denk je: Hoe bestaat het?’

‘Het gaat ook om de vraag hoe het brood tot ons komt. Welke keten van mensen verricht arbeid en kan ik het in gerechtigheid vasthouden, of eet je brood met tranen? Dat geldt de mens, dat raakt ook de schepping. Je stelt jezelf de vraag: Doe ik de aarde recht? Neem ik niet meer van de aarde dan de aarde opnieuw kan produceren? Op dit moment moet je erkennen dat wij als Nederlanders vier- tot zes keer de hoeveelheid pakken van wat recht doet aan de vragen van duurzaamheid. Je kunt de aarde niet onbeperkt plunderen’.

‘Getuig ik in mijn voedsel van mijn liefde voor de Schepper? Iemand zei eens: de schepping is het lichaam van God. Alles is doordrengd van zijn liefde. Als je dat eenmaal hebt leren zien, kan je het niet niet meer zien. Iedere maaltijd wordt dan tot een eucharistie. Je ervaart daarin dankbaarheid. En het heeft consequenties voor je levensstijl. De maaltijd is uitdrukking van de Heilige en dat impliceert zorgvuldigheid bij de keuzes die ten grondslag liggen aan de maaltijd’.

Guy Dilweg sloot af met een gedicht over de brandende braambos. ‘De aarde zit boordevol hemel’, was de eerste zin. Dat zette de toon. ‘Enkel hij die het ziet doet de schoenen uit. De rest zit er omheen en eet bramen’.

Er volgde een tweede ronde van linzensoep. Huib Klamer gaf de diverse tafels een paar gespreksvragen mee: 1. Hoe bewust eet je? 2. Hoe bewust koop je? 3. Heeft voeding te maken met je levensbeschouwing of religie? De reacties aan de tafels waren divers. ‘Ik ben me heel bewust dat ik met mijn aankopen ook een politieke keus maak’, zei iemand. ‘Dat was al zo in de tijd van de apartheid en dat is nog zo in deze tijd, waar je politieke keuzes maakt als je bijvoorbeeld Palestijnse producten koopt of fair trade’.

Huib Klamer sloot het geheel af met elk van de tafels nog iets te laten zeggen. Vooral het bewust eten en drinken kwamen naar voren. ‘Ik herinner me dat ik met een groep Amsterdamse scholieren naar de Zaanstreek ging om aardappels te rooien. Ze waren verbaasd omdat de aardappels uit de grond kwamen en niet aan de bomen groeiden’, zei iemand. Guy Dilweg sprak een tekst van Dostojewski: ‘Heb Gods schepping lief in alle volheid tot op het kleinste zandkorreltje’. Huib herinnerde aan de kosten van de maaltijd. Er gingen twee mandjes rond voor de vrijwillige bijdragen. Daarna resteerde de afwas. Voor de vrijwilligers. En natuurlijk de napret voor iedereen.

Foto’s:
1. Jan Jorrit Hasselaar van de taakgroep ecologische duurzaamheid op de voorgrond tijdens de maaltijd
2. Huib Klamer tijdens de maaltijd
3. Guy Dilweg
4. Carolien Looman
5. Guy Dilweg met een homp brood als sprekende illustratie in handen
6. Afsluitende afwas