Licht in drie religies

December is de maand van het verlangen naar licht. Drie vrouwen van verschillende religieuze achtergronden lieten zich in dat kader fotograferen. Een joodse, een christen en een moslima. Drie generaties vrouwen ook: oud-senator Hanneke Gelderblom (78 jaar, joods), synodepreses Karin van den Broeke (51 jaar, christelijk) en Zainab Al-Touraihi (30 jaar, islamitisch).

Joden vieren dit jaar vanaf 17 tot en met 24 december het feest van chanoeka. Ze gedenken hoe Judas Maccabeër in 165 voor Christus de tempel reinigde nadat de Seleuciden met hei-dense afgoden de heiligheid van de tempel met voeten traden. Een klein kruikje olie was vol-doende om het licht acht dagen brandende te houden. Nog steeds gebruikt de joodse gemeen-schap met chanoeka een kandelaar met acht kaarsjes en een aansteekkaars (sjamasj). De kan-delaar wordt voor het raam geplaatst, om het licht met anderen te delen.

Christenen vieren op 25 en 26 december Kerstfeest. Ze gedenken de geboorte van Jezus Christus en zien hem als het licht van de wereld. Ze denken daarbij aan het licht dat eigen is aan God. Christenen verwijzen daarbij naar de schepping, waar God het goddelijke licht maakte op de eerste dag, nog voordat de lichtdragers zon en maan op de vierde dag zijn ge-schapen.

De islamitische traditie kent ook een belangrijke plaats toe aan het licht. De koran spreekt er over in soerat-an-noer en zegt: ‘God is het licht van de hemelen en de aarde. Zijn licht lijkt bijvoorbeeld op een nis met een lamp erin. De lamp staat in een glas. Het glas is zo schitterend als een stralende ster. Zij brandt op olie van een gezegende boom, een olijfboom (…), waarvan de olie bijna uit zichzelf licht geeft, ook al heeft geen vuur haar aangeraakt; licht boven licht’.