Zingen voor gerechtigheid

‘Schrijvers voor gerechtigheid’ is een initiatief van mensen die teksten maken waarmee ze het thema van de gerechtigheid onderstrepen. Onlangs bracht de groep van ongeveer vijftien mensen een nieuwe cd uit, getiteld ‘Licht aan’. Anthonie Fountain, één van de initiatiefnemers, gaf een interview aan Kik-radio in samenwerking met de Raad van Kerken. Dat gesprek is op een geluidsband te beluisteren en een korte trailer van het gesprek is op youtube te vinden.

Anthonie Fountain  noemt zichzelf ‘freelance mensenrechtenactivist’. Hij houdt zich met drie zaken bezig: vluchtelingen, duurzaamheid in tropische landbouw en gerechtigheid in algemene zin. Hij schrijft er teksten over, maakt muziek en verricht lobbywerk. Hij heeft een wonderlijke biografie. De eerste associatie met de liederen levert wellicht een evangelische connotatie op, één van de ondersteunende organisaties is dan ook de Evangelische Alliantie / EZA. Je merkt al pratend met Anthonie Fountain dat de inzet evenwel oecumenisch ook zeer herkenbaar is. Dat geldt so wie so van het thema ‘gerechtigheid’. De nieuwe cd telt zestien nummers en de initiatiefnemers hopen dat de kerken het materiaal willen gebruiken in de samenkomsten.

Het titelnummer ‘Licht aan’ verwijst naar Jesaja 58, waar beschreven staat dat de zon gaat schijnen als je de gerechtigheid gaat nastreven. Anthonie Fountain probeert dat ook in het dagelijkse leven te doen. Met nog een gezin woont hij in een oude pastorie, waar permanent plek is voor gasten en voorbijgangers. 

De groep ‘Schrijvers voor gerechtigheid’ is begonnen in 2010 met de CD ‘Zeeën van recht’. Het idee was gelanceerd door twee schrijvers die in India te maken kregen met werk van moeder Theresa. Ze dachten: ‘Hier moet de boodschap in onze kerken over gaan’. Anthonie Fountain en anderen werden benaderd om mee te doen. Er kwam een brede selectie aan schrijvers, sommigen van hen participeerden eerder in het project van ‘Psalmen voor Nu’. Er zijn ook broodmuzikanten bij. En op de CD kan je bijvoorbeeld de bekende Pearl Jozefzoon horen zingen. De liederen voldoen niet altijd aan het gemakkelijke rijmschema, men had meer poëtische en professionele ambities, zodat andere poëzie-elementen zijn ingebracht.

Tijdens de opname geeft Anthonie Fountain uitleg bij het nummer ‘Open armen’, waar hij zelf actief aan heeft meegeschreven. Er staat onder meer: ‘Kom als je honger hebt of dorst. / Hier kan je eten delen met ons. / Kom met je tranen en je pijn. / Hier is het goed, hier mag je zijn. / Met open armen / word je ontvangen’.

Elk liedje had een eindverantwoordelijke, in dit geval Anthonie Fountain zelf, maar alle liedjes is steeds weer door een collectief van schrijvers gemaakt. Van het lied ‘Open armen’ is bijvoorbeeld het refrein enkele keren opnieuw opgeschreven alvorens het tot de definitieve versie kwam. Fountain vertelt hoe het lied verweven is met het verhaal van de Vluchtkerk in Amsterdam.

Fountain: ‘Ik ben een half jaar betrokken geweest bij de Vluchtkerk. We hoorden dat er in één  keer 120 vluchtelingen door de Amsterdamse politie waren opgepakt en weer op straat werden gezet zonder jas. Toen deden we wat ieder normaal mens doet: We kraakten een kerk. Daar hebben we een  half jaar een vluchtelingenkerk gerund. De bewoners hadden dat als hun thuis. Er kwamen veel hoogwaardigheidsbekleders langs. Dan was er altijd groep van de bewoners als ontvangstcomité. Ze zeiden: ‘Welkom in ons huis. Met open armen bent u welkom’. Ik zat in het betonnen karkas van wat een kerk was. Ik dacht toen: Zo zou eigenlijk elke kerk moeten opereren. Dat je welkom bent. Zo zijn we begonnen met de eerste woorden voor het liedje. ‘Met open armen word je ontvangen’’.

Fountain vervolgt: ‘Toen we binnenkwamen in de kerk, nadat de kerk net was gekraakt, was het een grote lege betonnen huls. Maar het altaar stond er nog wel. De vluchtelingen kwamen naar binnengedruppeld. Ze vielen elkaar in de armen. Ze waren blij dat ze een plek hadden gevonden. Het was ook wel ingewikkeld. De betrokken mensen waren niet alleen christelijk. We zaten ook met krakers en met andere verschillende achtergronden. Er was ook wel eens wrijving. Maar we konden elkaar vinden in het feit dat we er wilden zijn voor de zwakken. Ik denk dat het goede nieuws, het evangelie ook voor iedereen relevant is’.

In de kerk is het altaar altijd blijven staan. Speelde het altaar later nog rol? Fountain: ‘Ja, daar werden de maaltijden uitgediend. Daar stonden de pannen met soep en eten. Er zijn momenten geweest dat je dacht: Dit is bijzonder. Wij hebben er een kerstnachtdienst gehouden. Arie Boomsma woont om de hoek. Die kwam een keer binnen en zei: ‘Dit is gaaf’. Hij heeft zijn adressenboekje opengetrokken voor een kerstnachtdienst. Anouk heeft er gezongen. Allerlei mensen kwamen er. Op de dag dat de Vluchtkerk sloot, waren alle bewoners er al uit, maar wij waren verantwoordelijk voor de laatste stappen. Toen zijn we nog naar het altaar gegaan en hebben we afsluitend gebeden voor een goede afloop’.

Fountain: ‘Ik denk dat we het thema van de gerechtigheid voor de vreemdeling als samenleving te veel laten liggen. Er is een angst voor de andere. Descartes zou ooit: ‘De hel is de ander’. Als we daar ruimte voor laten, raken we van het pad af. De kern van het evangelie is de liefde voor de ander. En toen kwam de vraag: ‘Wie is de ander?’ Jezus ging daarop in met het verhaal van de barmhartige Samaritaan. De naaste is de anders gelovige vreemdeling’.

Foto: Anthonie Fountain

Voor een video-promo: klik hier.

Luister naar het interview: .