Oecumene onder mensen

Het Brandpunt in Amersfoort is een oecumenische geloofsgemeenschap, die het contact met de onderliggende protestantse en rooms-katholieke kerk heeft vastgehouden. Anette Sprotte is er voorganger. Wat zijn haar ervaringen? Hoe ontwikkelt zo’n geloofsgemeenschap zich? Waar liggen de perspectieven? Anette Sprotte vertelt er over in een interview wat de Raad van Kerken heeft gemaakt in samenwerking met radio-Kik. Lees hieronder een impressie van het gesprek en voor het uitvoeriger verhaal kunt u de onderstaande geluidsopname aanklikken. 

Ds. Anette Sprotte: ‘Het Brandpunt is ruim twintig jaar geleden begonnen in de wijk Kattenbroek. Dat waren toen gereformeerden en hervormden en rooms-katholieken samen; en ook anderen. Er kwamen toen vooral jonge mensen uit jonge gezinnen. Inmiddels zijn de meeste mensen tussen de vijftig en zeventig jaar, maar er zijn ook nog wel steeds jonge binnenkomende gezinnen’. 

Wat zoeken deze mensen in het Brandpunt? Sprotte: ‘De kracht van het Brandpunt is dat je vanuit de verschillende tradities, de protestanten en rooms-katholieken, het goede naar voren brengt. We hebben een prachtige liturgie met veel ruimte voor rituelen. Veel dertigers, veertigers, vijftigers druk bezig met gezin en werk. Het Brandpunt is voor hen een plek om op adem te komen. Ze vinden hier inspiratie om de week weer tegemoet te gaan. De Rooms-Katholieke Kerk heeft mij de ogen geopend voor de kracht van de rituelen. De protestanten zijn gewend nadruk te leggen op een goed verhaal. Als je dat combineert, vind je rust. Je beseft dat geloof niet alleen via het gehoor gebeurt, maar ook via het hart. Als je de kracht van die verschillende tradities combineert, krijg je iets heel moois in de viering’.

Ds. Anette Sprotte vertelt een anekdote om de ervaringen te kleuren. Sprotte: ‘In het Brandpunt krijg je op aswoensdag een askruisje van de dominee. Dat ben je als protestant niet van oudsher gewend. Dus als ik een askruisje geef, doe ik dat met een wijsvinger. Ik doe het heel grondig. Iemand zei later tegen mij: ‘Na jouw viering ben ik onder de douche gegaan, maar jouw kruisje ging er niet meer af; het bleef zitten’. Ik ken dat vanuit de protestantse traditie niet om stil te staan bij de aswoensdag. Voor rooms-katholieken die naar de Martinus gaan, is het heel gewoon. Als je met verschillende tradities bij elkaar komt, moet je elkaar uitleggen waarom je iets doet. Dat is spannend’. 

Sprotte vervolgt: ‘Soms stuit je op grenzen. We hadden drie jaar geleden bijvoorbeeld één keer in de maand avondmaal onder leiding van een protestantse voorganger en één keer per maand eucharistie onder leiding van de priester. De gehele gemeenschap participeerde in beide vieringen. Maar we wilden de verantwoordelijkheid niet vermengen. Dat wilden we helder laten staan. Toch is er op een gegeven ogenblik een einde gekomen aan deze vieringen. We deden blijkbaar iets wat officieel van de kerken niet mocht. Het regime werd strenger. Het mocht echt niet meer. Dat was pijnpunt voor de geloofsgemeenschap, dat je bepaalde rituelen niet meer mag uitvoeren. Dat heeft geleid tot verzet en pijn. Mensen stellen vragen: Waarom mogen we de kracht van elkaars rituelen en tradities niet proberen te waarderen, waarom mag dat niet meer?’

Is er een onderbouwing gekomen? Sprotte: ‘Er zijn alleen formele antwoorden op gekomen. We hebben het over hoe mensen het beleven en hoe er van hogerhand beslissingen worden genomen. In het hart van mensen voelt dat niet zo. Mensen voelen, dat ze van elkaar leren. Je hebt respect voor hoe een ander viert’.

Er zijn inmiddels geen eucharistievieringen meer in het Brandpunt. Sprotte: ‘Iedere katholiek in Amersfoort-Noord wordt geacht op zondagochtend naar een eucharistieviering te gaan om half tien. Het Brandpunt komt later bijeen. We hebben veel moeten loslaten en opgeven. We hadden kunnen zeggen: We maken ons los van de katholieke kerk net zoals de Dominicus in Amsterdam heeft gedaan. Wij hebben daarvan afgezien. Op het moment dat je nog officieel deel uit maakt van een kerk zend je signalen uit. Je kittelt als het ware je moederkerk. Je blijft daarin. Het Brandpunt kan een uitdaging blijven voor Onze Lieve Vrouw in Amersfoort als ook de Protestantse gemeenschap in Amersfoort’.

Waar zit spirituele kracht van het Brandpunt? Sprotte: ‘In de gemeenschap, in de mensen zelf. En tegelijk ook omdat deze gemeenschap gezegd heeft: We willen als Brandpunt eigenlijk bijna voorbij onze protestantse en rooms-katholieke roots ontmoetingskerk zijn in vier dimensies: de ontmoeting met God, de ontmoeting met anderen, met de samenleving en ook de ontmoeting met jezelf’.

Wat is die ontmoeting met jezelf? Sprotte: ‘Dat ik aan jou de vraag stel: Wat betekent het geloof voor je? Natuurlijk neem je je eigen roots mee, maar dat je ook vragen stelt zoals  Thomas Merton en Dorothee Sölle die stellen. Zij begint een boek met die vraag, niet: wie ben je, maar: waar leef je uit? En wat heeft je geloof met die vraag te maken? Voor wie leef je? Dan kom je op een gesprek dieper dan alleen maar je eigen traditie. Het gaat om bezieling. Om wat houd je op de been? We stelden dat soort vragen aan de orde tijdens een viertal avonden over het boek van Carel ter Linden. Daar komen veel mensen op af. Het gaat hen om vragen als: Wat heb ik losgelaten en waar houd ik me aan vast?’
Is het een voordeel in een nieuwbouwwijk te werken? Sprotte: ‘Ik heb de oecumene goed leren kennen in een vorige gemeente, een oude dorpsgemeenschap. Het geloof betekende in die omgeving de vraag te stellen: Wat betekent het kerk te zijn in een gemeenschap? We beseften, dat het er om gaat dat we als geloofsgemeenschap er zijn voor elkaar. Natuurlijk is het makkelijker in een nieuwbouwgebied een nieuwe traditie te creëren. Maar ook in een dorp kunnen kerken met elkaar optrekken ten dienste van de samenleving’.

Is het postmodern bij de mensen en de levensfasen van mensen te beginnen? Sprotte: ‘Ja, dat herken ik. Als ik naar de generatie van onze kinderen kijk van 15 tot 25 jaar. Voor hen is het niet meer belangrijk: Ben ik protestant, of orthodox of katholiek? Voor hen leeft veel meer de vraag: Ben ik geïnspireerd door het christelijk geloof? Bij het Brandpunt is een draaipunt. Dat zijn jongeren die drie jaar geleden eerst in Amersfoort op stap gegaan. Ze zijn bij de Ichthusgemeenschap geweest, bij de katholieken. Ze hebben die ervaringen met de hele gemeenschap gedeeld. Die jongeren zijn afgelopen seizoen nog een stapje verder gegaan. Ze zijn in Amsterdam naar de Ghanese gemeenschap gegaan en in Maarsen naar een klooster. Ze zijn grensoverschrijdend bezig. Als Brandpunt hebben we een vrijwilliger die als jongerenwerker helpt en met een groepje contacten legt. Dit jaar zijn ze ook bij een Joodse gemeenschap geweest. Ze zoeken ook de interreligieuze dialoog op. Ze nemen hun ervaringen mee. Een goede ontmoeting transponeert mensen. Het maakt dat je anders uit het gesprek gaat dan dat je er in gaat. Ze beleven steun aan elkaar en ze krijgen steun vanuit het Brandpunt. We willen daarmee bereiken dat hun ervaringen niet tot een onderonsje leiden, maar worden teruggekoppeld in het geheel van de gemeenschap. Ze gaan met de gemeenschap in gesprek. Jongeren doen dat met perfecte presentaties van powerpoint en muziek. Dat is een punt van oecumene voor de toekomst’.

Wie een trailer met ds. Anette Sprotte wil zien, kan hier klikken.

Luister naar het interview: