Dialoogseder in Amsterdam

Eigenlijk was het laatste avondmaal ook een sedermaaltijd. Die verbindende woorden sprak rabbijn Menno ten Brinke bij de dialoogseder die de Liberaal Joodse Gemeente woensdag 16 april in het gebouwencomplex van de synagoge in Amsterdam heeft gehouden. Het joodse pesachfeest is ook sterk verwant met het christelijke paasfeest, zei hij, in beide speelt bevrijding een belangrijke rol.

Van de honderd bezoekers waren er vele tientallen van christelijke en islamitische komaf. Ze volgden de sedermaaltijd compleet met de liturgie zoals in joodse kring te doen gebruikelijk. Menno ten Brinke zong verschillende onderdelen en de joodse gasten zongen de refreinen mee. Diverse gasten kregen het woord. Ze spraken over de actuele betekenis van de uittocht.

Mercedes Zandwijken vertelde dat ze een eigen interpretatie van de sedermaaltijd heeft gemaakt in een Keti-Koti-maaltijd om de afschaffing van de slavernij een plek te geven. Er zijn eigen vertalingen van het ritueel gemaakt. Zo begint men met een vooroudergebed, iets wat ten tijde van de slavernij verboden was. Men wrijft elkaar in met kokosolie om de striemen te wissen die men in de slavernij heeft opgelopen. En men eet een bittere plant die ook tegen de malaria heeft gewerkt.

Hanneke Gelderblom ging in op de recent overeengekomen tekst van joden, christenen en moslims waarin men aangeeft dat de dodenherdenking  op 4 mei concreet moet ingaan op slachtoffers en wat achter de moorden zat, zodat jonge mensen – net als bij de uittocht uit Egypte – de betekenis blijven kennen.

Kursat Bal van het islamitische CMO noemde het belangrijk om de vrijheid te waarderen en dat doe je door elkaar ruimte te laten en te respecteren. Vrijheid is als lucht die je inademt. Je moet de ander gunnen zichzelf te zijn.

Ds. Karin van den Broeke, preses van de synode van de PKN, zei, dat ze de sedermaaltijd al jaren met studenten heeft gevierd en dat dit een mooie gelegenheid is om te testen of dat een beetje goed is gegaan. Ze noemde de maaltijd een mooie manier om elkaar verhalen te vertellen en waardeerde de pedagogische inhoud van het geheel.

De joodse gemeenschap was er in geslaagd ook de Marokkaanse ambassadeur en de Turkse consul aan tafel te nodigen. Zij brachten naar voren hoezeer ze de eenheid van joden en moslims in onder meer Marokko positief duiden. Er was ook inbreng vanuit een van de stadsdeelraden. Achmed Baadoud, stadsdeelvoorzitter van Amsterdam Nieuw West namens de PvdA en zichzelf ‘Amsterdammer met een Marokkaanse achtergrond’ noemend, zei: ‘Er is één land, dat is de aarde. Er is één volk, dat is de mensheid. En er is één religie, dat is de liefde’. Hij nodigde vervolgens de joodse gemeenschap en de andere gasten uit om volgend jaar in Amsterdam-West een dialoogseder te bezoeken.

Rabbijn ten Brinke verduidelijkte enkele elementaire onderdelen van de seder. Hij legde de betekenis uit van het lamsboutje, het ei, de bittere kruiden (maror), de radijsjes, de zoetigheid (charoset), de peterselie en het zoute water. Hij zong de diverse liederen. Een van de jongere leden van de dialoogcommissie stelde de vragen van de jongere, zoals te doen gebruikelijk bij de joodse sedermaaltijd. Ondertussen deed de rabbijn geregeld wijn in de vijfde beker, die voor Elia.

Bij alle openheid en hartelijkheid benoemde men ook het verdriet van mensen die nog met slavernij te maken hebben. Er was ruimte om het verdriet van de shoa te benoemen, maar ook humor en een kwinkslag. Op het moment dat er onverwacht veel mazzes in de buurt van de rabbijn lagen, zei hij: ‘De broden vermeerderen zich’. En hij stelde: ‘Ik kan het dus ook’…….

Foto:
1. De voorzitter van de joodse gemeenschap
2. Drie religies ontmoeten elkaar, midden Jan Post Hospers (Raad van Kerken)
3. De sederingrediënten
4. De ambassadeur van Marokko voert het woord, links van hem ds. Karin van den Broeke, voorzitter van de synode van de PKN