Mandela en de Wereldraad

De vice-voorzitter van de Raad van Kerken, Marius van Leeuwen, stond bij de opening van  de plenaire vergadering van de Raad van Kerken op 11 december stil bij het overlijden van Nelson Mandela. Mandela bezocht de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Harare (Zimbabwe), in 1998. De dag tevoren was de president van  Zimbabwe, Mugabe, onder een ijzige stilte van alle aanwezigen de vergaderzaal binnengekomen. Toen Mandela arriveerde, begon de vreugde al toen het geluid van zijn helicopter zijn komst aankondigde. Het was overweldigend.

Deze woorden sloten goed aan bij het belangrijkste gespreksonderwerp van de Raad in december: een terugblik op de Assemblee van de Wereldraad in Busan en een vooruitblik naar het vervolg van Busan in Nederland. Henk Stenvers (Doopsgezind) en Joris Vercammen (Oud-Katholiek) deden verslag en hun verhalen werden aangevuld met ervaringen van andere deelnemers. Allen die Busan bijwoonden deelden deze ervaring: ‘Geweldig! Dít is kerk!’ om zich vervolgens vertwijfeld af te vragen hoe dit enthousiasme aan anderen overgedragen zou kunnen worden na terugkeer in Nederland. Busan opende met lamentaties over het onrecht in alle delen van de wereld. Dat onrecht werd present gesteld en dat gaf Vercammen  de wetenschap: ‘Dáárvoor zijn we kerk, opdat niets vergeten wordt!’ In de slotverklaring van Busan werd hierop teruggekomen en werden kerken opgeroepen helend aanwezig te zijn in de wereld. Alle deelnemers ervoeren grote verschillen tussen kerken, maar die deden toch geen afbreuk aan die sterke ervaring van het samen-kerk-zijn. Het zoeken en het luisteren naar elkaar blijven centraal staan.

Ook uit de bespreking door de Raad van alle verslagen en voorstellen uit en over Busan werd duidelijk dat het er nu op aan zal komen uit te werken wat we in Nederland met het begrip ‘pelgrimage van vrede en gerechtigheid’ waartoe Busan de kerken oproept, gaan doen. Mede daarvoor komen op 15 januari a.s. de deelnemers aan Busan nog een keer bij elkaar. En ook aan de drie Beraadgroepen van de Raad is gevraagd of ze uit de voeten kunnen met het idee van de pelgrimage en of hun thema’s daarbinnen passen. Het Moderamen van de Raad zal, samen met de algemeen secretaris die zich tijdens zijn studieverlof ook met het begrip ‘pelgrimage’ bezighoudt, de uitkomsten van al dit beraad bij elkaar brengen en waarschijnlijk een taakgroep in het leven roepen om plannen te formuleren voor een uitwerking in Nederland. En laten we daarbij, zo werd opgemerkt, ook kijken naar wat andere landen doen met de oproep van Busan: daar valt van te leren.

Zoals gebruikelijk rapporteerden de kerken in de Raad over de belangrijkste ontwikkelingen in hun midden. Vanuit de Rooms-Katholieke Kerk kwam dus ook het Ad Limina bezoek aan de orde. De bisschoppen hebben hun bezoek aan Rome als bemoedigend ervaren.  De paus gaf er blijk van zich goed te realiseren dat Nederland één van de meest geseculariseerde landen ter wereld is en dat dat een bijzondere last op de schouders van de kerk en dus ook de bisschoppen legt.  De pers had volop aandacht voor het Ad Limina bezoek. Ook het praatprogramma Pauw en Witteman toonde belangstelling, maar haakte af toen duidelijk werd dat er geen rel uit te slepen was…

De Raad besprak ook wat er na de bespreking over Syrië in de novembervergadering was ondernomen. Op de site van de Raad is verslag gedaan van de brieven die geschreven zijn; er zullen nog gesprekken volgen en andere initiateiven zijn in de maak. De oproep om op zondag 15 december voorbede te doen voor Syrië is breed verspreid. Ook deze is op de site van de Raad te vinden.     

foto boven: Nelson Mandela bij de achtste assemblee van de Wereldraad van Kerken in Harare in 1998; foto onder: kapel in de Dijnselburg; in de Dijnselburg vergaderde de Raad nu voor de tweede maal.