Tolerantie in Nederland

Het onderwijs in Nederland biedt een grote rijkdom aan culturele diversiteit. Noties als tolerantie, acceptatie, respect en herkenning krijgen veel aandacht op Nederlandse scholen. Daarmee behoort Nederland bij de landen in Europa, waar tolerantie het meest expliciet een plek krijgen in de educatie.

Dat blijkt uit een Europees onderzoek, uitgevoerd door het European University Institute en het Robert Schuman Centre for Advanced Studies onder leiding van prof. Anna Triandafyllidou. Het bureau van de Europese Kerken (CEC) heeft het rapport onlangs beschikbaar gesteld tijdens de veertiende assemblee van de Europese Kerkenconferentie (CEC) in Budapest.

Volgens de auteur van de studie staat de onderwijswereld voor de uitdaging om van een ‘multicultureel burgerschap’ zich verder te ontwikkelen naar een begrip als ‘pluraal nationalisme’. Ze drukt daarmee uit dat landen in Europa er structureel rekening mee zullen moeten houden dat de identiteit van een land invulling krijgt met behulp van de inbreng van diverse minderheden. Waarden als tolerantie en respect zijn daarom in toenemende mate van belang als basisvaardigheden van de burger.

Het onderzoek brengt het onderwijs in twaalf landen in beeld op dit punt. Er zijn vragen gesteld om te achterhalen in hoeverre de Europese landen met de eisen van hun tijd mee kunnen. Het gaat om de landen: Bulgarije, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en Turkije. De landen hebben een verschillende achtergrond: er zijn typische immigratielanden en er zijn landen waar aanwezige minderheden om aandacht vragen. De resultaten maken duidelijk dat het vooralsnog lastig is voor elk land om structureel recht te doen aan de diversiteit van culturele minderheden.

Nederland behoort tot de landen waar men in het onderwijs significante prioriteit geeft aan de waarde van culturele, etnische en religieuze diversiteit. Het begrip ‘burgerschap’ krijgt een invulling als een verplicht onderdeel van het curriculum voor jonge mensen in hun opleiding. Het rapport verwijst naar het rapport dat eind 2005 (2006) door de Eerste en de Tweede Kamer is aangenomen onder de noemer ‘Bevordering actief burgerschap en sociale integratie’. Scholen leggen uit wat tolerantie is, anti-racisme en andere kernbegrippen van goed burgerschap. Landen als Spanje, Engeland en Frankrijk doen dat ook. In landen als Duitsland, Ierland, Italië en Turkije is dat veel slechter gesteld.

Het geschiedeniscurriculum sluit in Nederland goed aan bij ervaringen van migrantengroepen. Ook als er spanningen zijn, schuwt het onderwijs deze thema’s niet. De uitgave roemt de ontwikkeling van een ‘canon’ als basis van het onderwijssysteem in Nederland. Ook Frankrijk, merkwaardig genoeg door Nederlanders vaak als negatief voorbeeld van secularisatie gezien, scoort goed op dit onderdeel. Landen als Griekenland, Italië, Polen, Spanje en Turkije hebben de neiging in het onderwijs alleen met meerderheidsstandpunten te werken.

Nederland is één van de weinige landen waar minderheden in het geschiedeniscurriculum zijn opgenomen. De canon geeft ook ruimte voor de koloniale geschiedenis en het slavernijverleden.

Nederland is terughoudender als het gaat om het aanbieden van alternatief onderwijs in religie als een substantieel deel van de kinderen daarom vraagt. En van onderwijs in de taal van de migranten is in het geheel geen sprake. Wat dat betreft doen Griekenland en Hongarije het beter.

Het materiaal voor Nederland is verzameld door Marcel Maussen, Thijs Bogers en Inge Versteegt van de Universiteit van Amsterdam.

De resultaten zijn opmerkelijk, omdat Nederland naar de beleving van velen steeds minder tolerant is geworden, vooral na de val van de Twin Towers en de opkomst van een partij als de PVV. Dit onderzoek laat zien dat de beeldvorming over Nederland bij de Europese Kerken een plaatje is van een land waar het onderwijs qua pluraliteit recht doet aan de diverse stromingen in het land; anders gezegd: landen als Nederland en Frankrijk, bekend om hun seculiere inslag, kiezen in het onderwijs voor een brede benadering en ruimte voor diverse richtingen.