Elkaar in ogen zien

Ferdinand Borger begon de overdenking bij de gay pride kerkdienst zondag 4 augustus anders dan anders. Hij vroeg je de persoon die naast je zat dertig seconden in de ogen te zien zonder te spreken. Dat bleek na enkele tellen lastiger dan je denkt. Sommige mensen begonnen te glimlachen, anderen sloten de pantomime af met een hugh.

Ferdinand Borger onderstreepte met de oefening de lijn van zijn tekst.  ‘Het gaat me om een verschuiving in het denken. Dat we elkaar in de ogen kijken en de diversiteit waarderen’.  Borger was door de organisatie gevraagd om de overdenking te houden in de kerk aan de Keizersgracht in Amsterdam; de stad waar de dag te voren de jaarlijkse bootpresentatie was gehouden in het kader van de gay-parade. Borger had toegestemd, maar wel direct gezegd dat hij geen verhaal zou houden in de trant van  ‘jij mag er ook zijn als homo’. Zijn ergernis zit ‘m daarbij, zo erkende hij, in het woordje ‘ook’. Het suggereert een gedoogsituatie van een meerderheid naar een minderheid. Na zelf 25 jaar geleden uit de kast te zijn gekomen, is hij wel klaar met dat idee. ‘God is geen kunstenaar, die bijvoorbeeld homo’s maakt en zich later zou schamen voor zijn werk’. Het idee dat je er  ‘ook’  mag zijn is net zo iets als tegen een lelijk iemand zeggen: ‘Maar jij hebt veel innerlijke schoonheid’. Aan de basis van een dergelijk denken zit de uitsluiting en dat kan niet de bedoeling zijn van een God die liefde is.

Borger vergeleek het met de kinderen die als zuigeling gedoopt worden in de Keizersgrachtkerk, waar de bijeenkomst plaatsvond. ‘De doop drukt een onvoorwaardelijke acceptatie uit. Je stelt niet de vraag of het kind er wel mag zijn’. We spiegelen ons in God, aldus Ferdinand, die we ook alleen kennen als  ‘Ik ben die Ik ben’, waarmee hij refereerde naar de woestijnervaring van Mozes.

Monique Samuel, bekend van haar politieke analyses over het Midden-Oosten, verzorgde de schriftlezing tijdens de gay-kerkdienst. Ze vertelde dat ze wel even moest slikken toen ze de vraag vanuit de organisatie kreeg. ‘De organisatie wilde niet mijn woord horen, maar het woord van God’, dat was een oefening in bescheidenheid. En ze zei: ‘Ik heb een periode gehad dat ik wel wat moeite had met de bijbel’. Ze vertelde dat ze de hele bijbel grondig heeft gelezen en telkens op zeven teksten stuitte waarin kritisch over liefde van man naar man en van vrouw naar vrouw wordt gesproken. ‘Het waren zeven regels te veel’, ‘ het was voeding voor zelfverklaarde theologen en anderen die al te snel wisten hoe je zo’n tekst moet interpreteren’. De teksten maakten haar bang voor God, en boos, en verdrietig en eenzaam. Pas na zeven jaar maakte ze zich los van het opgelegde denken en ontdekte ze dat haar geaardheid niet mocht instaan tussen God en haar. Ze sprak over haar keuzes in de kerk, eerst in de kerk in Delft, en nadien vrijwel wekelijks in andere kerken. ‘Ik ging van het woord van God houden en ben diep dankbaar’.

Sipke-Jan Bousema sprak een column uit. Hij vertelde van het contact met een remonstrantse theologe, over de moeite die zij beiden hadden met de gedachte dat homoseksualiteit iets onnatuurlijks zou zijn. ‘Iemand die over water loopt, dat is onnatuurlijk. En iemand die uit de doden opstaat, dat is onnatuurlijk’, aldus Bousema. Het gaat er uiteindelijk om dat je lief kunt hebben.

Organisator Wielie Elhorst en Carolien van de Lagemaat spraken het gebed uit aan het begin van de dienst. ‘We leggen de wereld aan uw voeten’. ‘ We komen tot u in leegte en gemis’. ‘Ons hart vermag veel, maar kan niet alles vatten’. ‘Maak ons mild dat wij kunnen vergeven’. ‘Wees de kerk en de wereld nabij, omdat ze geroepen zijn om te beschermen wat kwetsbaar is’.

Het gebed aan het einde van de dienst werd afgesloten – althans volgens de liturgie -, met ‘Onze Vader, onze Moeder, die in de hemel zijt’. Er was ook gelegenheid om een persoonlijk gebed te vragen bij een van de vier pastores die op diverse punten in de kerk stonden en die herkenbaar waren aan de toga waarin ze zich hulden.

Er werd veel gezongen tijdens de dienst. ‘Jij geeft mij vleugels en handen vol licht, / Jij leert mij leven zonder gewicht’. En: ‘O grote God die liefde zijt, / o Oorsprong van ons leven’.  En: ‘Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. / Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. / Wie mij ontmaskert zal mij vinden’. En aan het slot het bekende lied van Ramses Shaffy ‘Zing, vecht, huil, bid…’.  Sjors van der Panne en Anne van der Veen zongen de opmaat en de goed gevulde kerk zong het refrein. Ds. Julia van Rijn heette aan het begin de bezoekers welkom namens onder meer de Protestantse Kerk, een van de organisatoren. Zij herinnerde aan het feit dat 25 jaar geleden de eerste gay-dienst was gehouden in Nederland. Al meer dan twintig jaar zegent de Protestantse Kerk in Amsterdam levensverbintenissen tussen man-man en vrouw-vrouw.

De dienst in de Keizersgrachtkerk werd verder georganiseerd door de Landelijke koepelorganisatie van de christelijke LHBT-beweging (LKP) (LHBT staat voor: lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender vrouwen en mannen), en het CHJC (Christelijk Homo Jongeren Contact).

De collecte in de dienst wordt besteed aan: Strijders voor de Liefde (Warriors for Love), de organisatie die wereldwijd mensen ondersteunt, die zich bezighouden met emancipatie en sociale acceptatie van LHBT’ers. De organisatie had ook verschillende mensen uitgenodigd die vanuit kerken en organisaties als gast de dienst bijwoonden.

De kerken die lid zijn van de Raad van Kerken in Nederland hebben twee jaar geleden een verklaring ondertekend, waarin geweld tegen homo’s wordt veroordeeld.

Foto: Tijdens de voorbeden konden de mensen naar voren komen om een kaarsje aan te steken.