Open plaats

 

Jan Jorrit Hasselaar, voorzitter van de werkgroep Ecologische Duurzaamheid, heeft in het kader van de nacht van de filosofie (van 12 op 13 april) een persoonlijke bijdrage geleverd over schuldgevoel: ‘behoefte aan de dingen die we niet nodig hebben’, over de rustdag en een open ruimte. Hieronder zijn exposé.

 

Inleiding                                                                                                                                          
Van harte welkom hier in het hart van de Oud-Katholieke kerk. Om te beginnen deze prachtige schuilkerk uit 1640. Na de reformatie in de 16e eeuw waren de katholieken genoodzaakt om hun geloof in het geheim te belijden. De doorkijkluikjes aan de achterkant herinneren nog aan de tijd dat er gewaarschuwd moest worden als de schout eraan kwam. Tot aan 1914 werden hier de diensten gehouden. Niet alleen de schuilkerk maar ook de diverse huizen en poortjes rondom de kerk vertellen de geschiedenis. Een aantal van deze huizen is nog steeds in bezit van de kerk. In 1914 zijn we overgegaan naar de kathedraal waar we straks de liturgie zullen vieren. De kathedraal is de zetel van de aartsbisschop van Utrecht Joris Vercammen. Het hart van de Oud-Katholieke kerk: deze kapel, de kathedraal, de aartsbisschop.

Maar zijn deze elementen nou daadwerkelijk het hart van de Oud-katholieke kerk? In zijn boek Oud- en nieuw-katholiek neemt aartsbisschop Vercammen ons mee naar wat volgens hem het hart is van de Oud-katholieke kerk. In dit boek zet de aartsbisschop een katholieke spiritualiteit uit één, die put uit oude bronnen en die zich richt op verbondenheid met andere christenen, cultuur, maatschappij en hen die het allemaal wel geloven. In het hart van de oud-katholieke kerk gaat het volgens de aartsbisschop misschien wel vooral over genade en verbondenheid. Vandaag wil ik deze elementen van genade en verbondenheid met u delen en verdiepen. Uiteraard in verbondenheid met uw tradities en met cultuur en maatschappij.

Het thema van ons samen-zijn is ‘mens in de schepping’. Ik verwacht dat men mij hier gevraagd heeft omdat ik werkzaam ben in het veld van duurzaamheid. Mijn achtergrond is studies in de economie en theologie. En er liggen belangrijke vragen op dat gebied. Toch bekroop mij in de voorbereiding het gevoel dat ik het toch over iets anders moest hebben als het gaat om de mens in de schepping. Ik neem u mee.

 

Nacht van de filosofie

Wie van u speelt er wel eens een spel? En wat voor een spel is dat dan?

 

Vannacht was de nacht van de filosofie. Centraal daarin stond het essay van Coen Simon ‘Schuldgevoel: Over de behoefte aan dingen die we niet nodig hebben’. In zijn essay pleit hij voor de terugkeer van het spel in de samenleving. Hij stelt dat het spel onder druk van het grote geld is uitgespeeld in de samenleving. Johan Huizinga schreef in 1938 al in zijn Homo Ludens dat het spelelement altijd bij het ‘voortschrijden der cultuur op de achtergrond’ raakt. Een sterk ontwikkelde cultuur heeft een ingenieus systeem in elkaar gezet om het irrationele de baas te blijven. Alles lijkt dan rationeel, meetbaar en te managen, maar met het logisch doordenken van dingen reikt de mens niet ver genoeg. Er is meer voor nodig om het leven leefbaar te maken en te houden.

 

Natuurlijk bestaat het spel nog steeds, alleen niet meer als onderdeel van de cultuur. Het is vooral een op zichzelf staande amusementsindustrie geworden. Neem de Champions League of de Tour de France met de enorme belangen. De belangen zijn zo groot geworden, dat het spel vaak haar essentiële spel-karakter verliest. Terwijl een echte cultuur, volgens Huizinga, niet zonder een zeker spelgehalte kan bestaan. Coen Simon pleit ervoor om het spel weer terug te brengen in de samenleving. Een lege plek waar de regels van markt en economie, management en nut even niet gelden. Maar wat is nou precies zo’n lege plek en waar dient het toe? Coen Simon geeft hier niet heel duidelijk antwoord op, maar geeft wel een deurtje waardoor we die vragen verder kunnen verdiepen. Hij vraagt zich af of het bijbelse verhaal van de tempelreiniging niet zo moet worden gelezen dat Jezus plaats het hart van onze huishouden, of dat nu gaat om gezin, bedrijf, nationale of mondiale economie, vrij maakt van grote financiële belangen.

 

Jezus veegt het tempelplein schoon. De tempel is de plaats waar Torah en profeten bewaard en hooggehouden worden. Het was echter een plek geworden van verkopers en kopers. De ruimte die bestemd was voor een ander verhaal, werd geannexeerd door de bestaande orde. En daardoor bleef er maar 1 verhaal over, ons verhaal. Het verhaal van onze mogelijkheden en onmogelijkheden. Jezus veegt de tempel schoon. Hij gooit alle verkopers en kopers eruit. Weg ermee.

 

Coen Simon verwijst naar het verdwijnen van een open plek te midden van onze economie en onze menselijke verhalen. In de Joodse traditie komen we deze open plek expliciet tegen. Het wordt gezien als de kroon op de schepping en staat bekend als de sabbat. Lange tijd is gedacht, wellicht onder invloed van het humanisme dat de mens de kroon op de schepping was. In de Nederlandse Bijbelvertaling 1951 staat het zelfs boven psalm 8. Maar ook volgens Timothy Radcliffe, de voormalig overste van de Dominicaanse Orde, is het punt van being a Christian, de sabbat. De dag waarop we thuiskomen bij God. De dag waarop we weer mens worden in de schepping.

 

De sabbat

Vandaag worden vrije dagen regelmatig gebruikt om te ontspannen van het werk of om je op te laden voor een nieuwe week. Dit is de sfeer van de Griekse oudheid. Volgens Aristoteles hebben we ontspanning nodig, omdat wij niet voortdurend kunnen werken. Ontspanning is dan geen doel, maar bestaat omwille van het werk. Ontspanning is nuttig. Volgens de bijbelse geest is de sabbat er niet primair om uit te rusten van de werkdagen of om je op te laden voor een nieuwe week. De werkdagen zijn er voor de sabbat. En de sabbat is er omwille van het leven. De sabbat is de inspiratie en de werkdagen zijn datgene wat geïnspireerd wordt.

 

Rabbijn Heschel stelt in zijn prachtige boekje de Sabbat dat de sabbat het kostbaarste geschenk is dat de mensheid uit de schatkamer van God ontvangen heeft. Hij spreekt over de sabbat als ‘een paleis in de tijd’. Een werkweek wordt gekenmerkt door het denken in nut, prestatie, meten en controleren. Jean Jacques Suurmond, columnist van het dagblad Trouw, spreekt daarentegen van het spel van de sabbat. En een spel heeft geen nut. Er valt niets te meten en niets te controleren. De sabbat heeft haar eigen spelregels. De sabbat is een moment van vrijheid en van jezelf mogen zijn. Het vieren van de sabbat creëert een vrije ruimte waarin de bedoeling van God met de wereld duidelijk wordt. De wereld is bestemd voor de messiaanse tijd en door de sabbat heen kan daarvan al iets zichtbaar worden en doorstralen richting de andere dagen van de week.

 

Sabbat en zondag zijn twee verschillende dingen, daar ga ik nu niet verder op in. Wel valt op dat er grote overeenkomsten zijn. De aartsbisschop stelt in zijn boek dat ook de kerk mensen uitnodigt om deel te nemen en partner te worden in het grote goddelijke liefdesspel. De Oud-katholieke hoogleraar Jan Visser stelt dat de kracht van de liturgie zit in het feit dat het dagdagelijkse wordt opengebroken, zodat het licht van Gods toekomst kan binnenstromen. De voormalige Anglicaanse aartsbisschop Rowan Williams stelt in zijn meest recente boek dat het de voornaamste taak van de kerk is om in het publieke domein ‘plekken te creëren van een ander verhaal.

 

Nu kan het idee ontstaan dat de samenleving snakt naar iets dat wij in de joods-christelijke traditie al hebben. Het enige wat de samenleving hoeft te doen is naar de kerk te luisteren of naar de kerk te komen. Helaas, was het maar zo simpel. Ook in de kerk zijn wij maar mensen, met onze mogelijkheden en onmogelijkheden. Veel kerken hebben zelf ook geen weet meer van een open plek en van spel. Coen Simon stelt in zijn essay dat het geloof in het spel van de religie te veel aan kracht heeft verloren om nog langer voor de samenleving richtinggevend en bindend te zijn.

 

Het spel van de religie heeft te veel aan kracht verloren. Hoe zat het ook al weer met zoutloos zout? Heeft de kerk haar eigen core-business verkwanseld? 

 

Regeltjes

Aartsbisschop Vercammen stelt dat kerken dikwijls de neiging hebben het eigen gelijk achteraan te lopen en dat het moeilijk valt voor de kerk om te luisteren, zowel naar God als naar de medemens. Ik denk dat hij hier gelijk in heeft. Jean-Jacques Suurmond maakt een soortgelijk punt dat traditionele kerkdiensten, over het algemeen, te weinig speels tegenwicht bieden aan de platte, technocratische en management taal van onze samenleving. Ook in de kerk is de balans vaak doorgeslagen in de richting van woord, dogma, verstarde orde en nuttige ethiek dit ten koste van de Geest die inspireert, verrast en vernieuwt.

 

Jezus kwam in zijn tijd al in botsing met vormen van verstarring als Hij mensen geneest en aren plukt op de sabbat. Jezus zegt in het evangelie van Marcus dat ‘de sabbat gemaakt is om de mens en niet de mens om de sabbat’. Maar ook onder de volgers van Jezus zien we dus vormen van verstarring. Het eigen goddelijk gelijk, wie is daar niet van overtuigd?

 

Het zusje van genade

De vooraanstaande Vlaamse theoloog Edward Schillebeeckx zei al dat deze neiging van het eigen goddelijk gelijk menen te hebben, schuilt in een ieder van ons: elke bisschop, elke priester, elke theoloog en elke gelovige. Hij geeft in zijn Theologisch Testament (1994) hiertegen een uitstekend recept, humor. Humor relativeert en maakt dat God niet gevangen wordt in onze gesneden beelden noch in onze geleerde woorden. God is immers altijd groter dan dat wij kunnen zeggen of denken. Opvallend is wel dat ik in al mijn jaren studie theologie geen enkel vak gehad dat in de verste verte ook maar iets te maken had met humor. Gelukkig zal dat vandaag de dag wel helemaal anders zijn aan onze theologische faculteiten.

 

Aartsbisschop Vercammen stelt dat genade behoort tot het hart van de oud-katholieke spiritualiteit. Maar genade heeft ook een zusje. Ja, ik denk een zusje, want mannen en dan vooral mannelijke theologen kunnen zo ontzettend serieus zijn. Het zusje heet gein en komt van dezelfde Hebreeuwse stam als het woord genade. Gein en de kerk zijn niet het meest vanzelfsprekende koppel. Maar wordt hier niet iets over het hoofd gezien. Gerard de Korte, de Rooms-katholieke bisschop van Groningen, noemt humor een cadeautje van God. Frank Bosman gaf onlangs de aftrap met zijn boek God houdt wel van een geintje voor meer aandacht t.a.v. humor en religie. Lijkt me een mooi thema voor een vervolg van deze dag. Speciale gast lijkt me dan Herman Finkers. In zijn voorstelling Na de pauze neemt hij het eigen gelijk op de hak zowel van de cultuur als van vooraanstaande christenen:

 

Daar boven in de hemel zien wij elkander weer

Daar maakt Andries, Knevel ruzie met de Heer

Zoals het er hier aan toegaat, zegt hij, strookt niet met de leer

Dat klopt, zegt God, en daarom heerst er hier zo’n fijne sfeer

 

 

Natuurlijk nodigen we ook de Joden uit. Zij hebben een grote traditie als het gaat om humor. Rabbijn Lionel Blue noemt humor zelfs het meest kenmerkende wapen van de joods spiritualiteit. Maar ook de Oosters Orthodoxe kerk kent een oude traditie op dit gebied. Ze kennen het, overigens zeldzame, ambt van salos, de profetische dwaas omwille van Christus.

 

Als kerk hebben we de waarheid niet in pacht. Net als de samenleving is het in de kerk constant een gevecht om het tempelplein schoon te vegen van ons eigen gelijk en onze nuttige bezigheden. Rowan Williams en ook aartsbisschop Vercammen zeggen echter dat het wel de voornaamste taak is van de kerk, om zo’n open plaats te creëren. Op de sabbat, als we met lege handen voor God staan samen met medemensen en medeschepselen, wordt de mens zich steeds bewust van vrijheid en van zijn plaats in de schepping.. Als het tempelplein weer leeg is dan kunnen de schriften van Mozes en de profeteren weer open, kan de tafel gedekt worden en kan het leerhuis beginnen voor economen, docenten, ambtenaren en  priesters. En na het leerhuis gaan we samen met de kinderen een potje voetballen. Zo worden we allemaal en elke week opnieuw mens in de schepping van God.

 

Ik ga afronden

Meestal houden voordrachten hier op. Het is dan een mooi intellectueel verhaal waar u het wel of niet mee eens bent en waarover u met elkaar in gesprek kunt gaan. In de katholieke traditie staat echter niet het hoofd centraal. Het gaat om heel de mens. En om die mens uit te dagen om met de sabbat mee te doen en te spelen is er straks bij de lunch voor degenen die willen kippensoep. De traditionele maaltijd zoals die op sabbatsavond bij de Joden wordt geserveerd. Als u de smaak te pakken heeft en meer wilt oefenen in sabbat en spel dan kunt u vanmiddag tijdens de gespreksgroepen ook één van deze spellen pakken en samen een spel spelen. En we sluiten vandaag af met het heilige spel in de liturgie. Oftewel, veel mogelijkheden om vandaag met elkaar te spelen. Ik dank u wel en wens u een speelse dag…..

 

Oh ja, het hart van de Oud-katholieke kerk is dat deze schuilkerk, de kathedraal of de aartsbisschop? De aartsbisschop zelf stelt in zijn boekje dat genade en verbondenheid misschien wel behoren tot het hart van de Oud-katholieke kerk. Misschien mag ik ook een hele kleine duit in het zakje doen en de aartsbisschop vragen om ons nog eens te verblijden bij een volgende druk met een heel klein hoofdstukje over het zusje van genade, gein. En desnoods doen we dat in verbondenheid onder het genot van een vriendenbiertje.

Foto’s van Jan-Jorrit Hasselaar genomen tijdens het internationale watersymposium op wereldwaterdag 2013.