Waar ontstaat beeldvorming?

Het moment had niet beter getimed kunnen worden: een groep van zeven mensen afkomstig uit verschillende kerken verzamelde zich op dinsdag 20 november bij de Raad om te spreken over de gewenste beeldvorming van de kerken. Een goed moment, omdat de Evangelische Omroep en het Nederlands Dagblad net met hun rapport ‘Zoethouder of smaakmaker?’ naar buiten waren gekomen, waarin ze uitvoerig berichten over de beeldvorming van christenen.

Aanleiding voor het gesprek vormde overigens niet dat EO-/ND-rapport. De plenaire Raad van Kerken had in een vergadering enkele maanden geleden gevraagd aan beleidsmakers en communicatiespecialisten van diverse kerken om aan de hand van de bij de Raad besproken tekst over ‘beeldvorming van de kerk’ te verkennen of het mogelijk zou zijn als kerken in dezen verder gezamenlijk op te trekken. Die vraag bleek maar moeilijk eenduidig beantwoord te kunnen worden.

Het EO-/ND-rapport spreekt in een speciaal hoofdstuk over de beeldvorming over christenen. De meerderheid van de niet-christenen – zo blijkt – ziet christenen als mensen die vaak op de eigen kring gericht zijn, als mensen die zeggen te weten hoe anderen zich moeten gedragen, als mensen die een neiging hebben zich beter te voelen dan niet-christenen. In een artikel over de beeldvorming had Klaas van der Kamp kritisch geschreven over ‘de beelden die de kerk oproept in haar publieke uitingen’. Volgens Van der Kamp zijn die publieke uitingen nu eens sympathiek en dan weer tegenstrijdig, omstreden en ambivalent. Hij stelde: ‘In veel gevallen is er sprake van een toevalligheid en een nog onvoldoende omlijnde en gemeenschappelijke visie. De consequentie daarvan is weer dat ook de boodschap door buitenstaanders met sterk wisselende beelden wordt geassocieerd’.

Die zinnen werden door verschillende deelnemers aan het overleg onder vuur genomen. Ze stelden dat er wel degelijk sprake is van een duidelijke strategie in de eigen kerk en dat het nog maar de vraag is of er zoiets als een gezamenlijke strategie mogelijk is. Bovendien is het de vraag, aldus één van de deelnemers, wat de meerwaarde is van zo’n gezamenlijke aanpak. ‘Misschien is het al wel voldoende als je afspreekt dat je probeert te voorkomen, dat je met je acties andere kerken schade toebrengt’. Deelnemers wezen ook op de grote macht die juist de media hebben om een beeld van een kerk te maken of te breken.

Het artikel dat besproken werd, pleit voor drie waarden die de kerken gezamenlijk hanteren. Het gaat om: spiritualiteit, compassie en openheid. Sommige deelnemers meenden dat dergelijke waarden vanzelfsprekend zijn. Anderen vroegen zich af of de begrippen inderdaad zouden kunnen harmoniëren met de diverse kerkopvattingen.

Het gesprek ging verder over de vraag in hoeverre er afstemming nodig is tussen kerken onderling. Verschillende deelnemers betoogden dat de belangrijkste vragen over beeldvorming zich bevinden in de interactie tussen de eigen landelijke kerk en de plaatselijke gemeenten en parochies. Veel mensen danken hun beeld van de kerk aan datgene wat er plaatselijk in hun kerk gebeurt. De afzonderlijke kerken hebben de handen vol om vanuit het eigen kerkverband daar een focus aan te geven. Zij menen dat afstemming tussen kerken op landelijk niveau daar weinig aan kan toevoegen.

Daarentegen werd er vanuit de Raad van Kerken beargumenteerd, dat juist afstemming tussen kerken op landelijk niveau kan helpen aan een begrippenkader, waarmee kerken elkaars inspanningen kunnen versterken. De impact van een dergelijke afgestemde beeldvorming levert beduidend meer op dan het blijven hangen in verzuilde kerkelijke concepten, aldus een vertegenwoordiger van de Raad.

Een verslag van de bijeenkomst gaat naar het moderamen. Het moderamen moet beoordelen of het thema nog verder zal worden uitgediept.

De tekst over ‘beeldvorming van de kerk’ is enkele maanden geleden verschenen. Klik hier om de tekst te lezen.

Foto: Deel van het omslag van het ND/EO-rapport