Weer slachtoffer twitter

De vrijzinnige geloofsgemeenschap NPB gaat twitteren. Wies Houweling, de secretaris, kondigt dat aan in het februari-nummer van Ruimte. ‘Zelfs de koningin twittert’, schrijft ze.

De NPB gaat zich ook op het pad van de sociale media begeven om met gedachten over actualiteiten, belangrijke dingen uit de agenda en misschien af en toe wijze gedachten mee te doen in de stroom van korte berichten die dagelijks in Nederland verspreid wordt.

Wies Houweling legt uit hoe ze tegen twitteren aankijkt. Zoals bekend is het bij twitteren de kunst om in 140 tekens een boodschap samen te vatten; je hebt dus weinig ruimte en dat is lastig voor een groep gelovigen voor wie Ruimte juist heilig is. Wies Houweling laat zich daardoor niet van haar stuk brengen en maakt een speelse vergelijking met een voorbeeld van hoe je in de vorige eeuw met weinig woorden veel kon zeggen. Ze verwijst naar compacte bijbelquotes in het verleden. Houweling: ´Mensen noemden dan het boek, hoofdstuk uit de bijbel met het hoofdstuknummer en het vers. Soms ging het zelfs zover dat men het gedeelte van de zin ´a´ of ´b´ erbij noemde. Een voorbeeld is de titel van een jongerenclub ‘jongelingsvereniging Prediker 12 vers 1a (En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap). Veel inhoud in zo weinig mogelijk woorden, is het bijbels twitteren´.

Twitteren gaat volgens Wies Houweling niet alleen om inhoud, maar ook om bekendheid en autoriteit van de twitteraar die de tweets schrijft of doorstuurt. Men is ook geen twitteraar door een bericht, maar door een wolk van tweets en het aantal mensen dat je volgt. In Nederland hebben belangrijke twitteraars 200.000 volgers, in de USA zijn er twitteraars met 7 miljoen volgers. Jonge mensen vinden het belangrijk en interessant bekende mensen te volgen.

Een tweet van een betrouwbare bron kan wat in beweging zetten, stelt Wies Houweling. Er wordt een hoop onzin getwitterd, maar er zijn ook interessante zaken. De NPB wil daarop aansluiten.

Onlangs bleek nog tijdens een ontmoeting van zestien voorlichters van kerken en semi/kerkelijke organisaties dat kerken nog maar mondjesmaat actief zijn op twitter. Eén van de kerken legde uit dat men de eigen leiding vooralsnog buiten het circuit van berichtensturen wil houden. Mensen hebben niet altijd besef van het publieke gehalte en een boodschap komt al gauw versimpeld over.

Vasten

Op het moment dat de NPB het twitteren opstart, zijn er andere doorwinterde twitteraars die het toetsenbord juist even laten rusten. Ze willen de veertigdagentijd recht doen door af te zien van de sociale media. De vrijgemaakte predikant Jos Douma schrijft, dat hij wil loskomen van de versnippering van aandacht, om zo ruimte te krijgen voor concentratie en bezinning. Met meer dan 3300 twitterberichten heeft hij recht van spreken; ter vergelijking: de Raad van Kerken plaatste in de achterliggende tijd nog geen 300 berichten.

Een ander verwoed twitteraar, Martijn Rutgers, noemt het twasten en fastbooken en schrijft: “Hoewel ik er op een dag gemiddeld niet langer dan een uur mee bezig ben, heb ik soms het gevoel dat m’n ziel, zoals Boele Ytsma het ooit zo mooi zei, er door verspreid wordt over duizenden bits en bytes…” Duidelijke redenen om wel een tijdje zonder sociale media te doen zijn: rust, aandacht, concentratie en bezinning.

Kerken hebben toch al de neiging om het medium twitter te verbinden met allerlei ethische beschouwingen. Woord en Dienst brengt op de laatste pagina van een recente uitgave een verhaal over regels die men bij het gebruik van sociale media maar beter in acht kan houden.

Het bureau van de Raad van Kerken zal overigens doorgaan in de komende tijd met twitteren, al zou het alleen al zijn om op Wies Houweling te reageren, zodat de NPB, die sinds kort als associé is aangesloten bij de Raad, zich ook gekend en gezien weet. Daarbij komt dat de social-media-goeroe Roderick Vonhögen voor de televisie heeft verklaard dat je twitter ook gewoon kunt zien als een tool om mee te communiceren. Je hoeft wat hem betreft het vasten niet ook nog eens te betrekken op het gebruik van de sociale media.