Bekeerd, maar niet veilig

Deskundigen van kerkelijke en maatschappelijke organisaties hebben een verklaring opgesteld waarin zorg onder woorden is gebracht voor Iraanse vluchtelingen die christen zijn. Kerkinactie en het Platform van Christelijke Asielzoekers Iran had de bijeenkomst  belegd. De verklaring gaat naar diverse organisaties met het verzoek de zorg over te nemen en in een brief aan de ministers Leers en Rosenthal te verwoorden.

De bijeenkomst diende ook om met elkaar ervaringen uit te wisselen over de situatie voor christenen in Iran en om de jurisprudentie te doorgronden van vluchtelingen die worden teruggestuurd, hoewel bekend is dat ze gezien hun christelijke achtergrond risico’s lopen onder het bewind in Teheran.

De slotverklaring stelt dat de problemen waar met name bekeerlingen mee te maken krijgen in een land als Iran (en ook in andere landen zoals Afghanistan en Somalië) erg wordt onderschat. In de praktijk zijn christenen gedwongen hun geloof verborgen te houden. De Nederlandse overheid onderkent het gevaar onvoldoende en wil niet zien dat zelfs het praten over geloof als snel wordt gezien als bekeringsactiviteit. Vanuit de zaal werd dan ook ingebracht dat het in staat zijn je geloof te vieren een absolute ondergrens is van wat je het begin van godsdienstvrijheid zou kunnen noemen. Het idee dat je bij een laag profiel wellicht toch nog een huiskerk zou kunnen houden, is dan wel heel erg mager. Er waren diverse getuigenissen van Iraniërs die duidelijk maakten dat dergelijke ontmoetingen wreed verstoord kunnen worden.

De slotverklaring ging ook in op de manier waarop de immigratie- en naturalisatiedienst vaststelt of een asielzoeker oprecht is bekeerd tot het christendom Er kunnen bijvoorbeeld vragen zijn als iemand eerst vlucht en vervolgens overgaat tot het christendom. In hoeverre is zo’n bekering ingegeven door opportunistische motieven? Aan de andere kant waren er voorbeelden van vragen die aan nieuwe christenen gesteld worden, die wel erg vanuit een ambtelijke gedachtegang opkwamen en niet vanuit een confessionele innemendheid. Want wie weet spontaan waar de gelijkenis van de werkers in de wijngaard staat? En hoe erg is het als een nieuwe christen de woorden ‘wijngaard’ en ‘boomgaard’ door elkaar gebruikt? Het slotdocument stelt voor om de kerken een duidelijker plaats te geven bij de toetsing en deze niet intgraal over te laten aan soms areligieuze ambtenaren.

Ter vergadering werd ook een toevoeging gemaakt aan het document dat er gestreefd zou moeten worden naar een zekere harmonisatie in Europa. Doris Peschke, directeur van CCME (de Europese koepel van de kerken voor migranten) pleitte daar ook voor. Ds. Arjan Plaisier van de PKN opende de bijeenkomst met een solidair betoog richting de Iraanse christenen. Pastor Massud van de Perzische Koreskerk vertelde over ervaringen van christenen. Later werden zijn ervaringen aangevuld vanuit enkele Iraanse christenen die vertegenwoordigd waren. De bezoekers hielden ook de juridische aspecten tegen het licht. Mr. Frans Willem Verbaas en prof. dr. Hemme Battjes analyseerden juridische mogelijkheden. Kees Brinkman, bestuurslid van het organiserende platform, gaf een toelichting vanuit de vorig jaar bij zijn platform verschenen uitgave over huiskerken in Iran, waarin concreet wordt gemaakt dat de Nederlandse overheid de situatie in Iran mooier voorschildert dan ze feitelijk is. Vanuit de Raad van Kerken is daar destijds een voorwoord aan toegevoegd. De Raad was ook aanwezig bij het symposium en leverde onder meer de voorzitter. Er was veel belangstelling voor het symposium, er waren ook deelnemers uit België en Zweden.

Foto:
Bezoekers met een Iraanse achtergrond
Kees Brinkman