Nieuwe rituelen

Er is een grote behoefte aan rituelen. Maar die rituelen moeten niet bij voorbaat zijn ingekleurd. In een geseculariseerde samenleving ga je als pastor onbevangen met mensen om en diagnosticeer je zorgvuldig welke behoeften mensen zelf hebben. Op basis van die verkenning kies je  rituelen die uiteindelijk het persoonlijke niveau toch weer moeten overstijgen.

Dr. Thomas Quartier, universitair docent rituele en liturgische studies aan de Radbout Universiteit in Nijmegen, sprak op de studiemiddag van de contactgroep Hindoes – Christenen van de Raad van Kerken in samenwerking met het IIMO en het  departement Religiewetenschap en Theologie van de Universiteit Utrecht.

Quartier heeft veel onderzoek gedaan naar rituelen. Hij bezocht 150 rouwdiensten voor zijn promotieonderzoek over het thema en hij ging naar feesten van gothics en industrials. Hij signaleerde de groei van een nieuwe branch, de ritueelbegeleiders. Er bestaat een neiging om het ritueel vergaand persoonlijk uit te werken. Quartier waarschuwde daarvoor. ‘Er is een breder betekeniskader nodig’, aldus de inleider, ‘een structuur’.

Hij ging dieper in op de vraag hoe mensen ziekte, dood en rouw ritualiseren. Er is behoefte aan een repertoire aan mogelijkheden boven een sacramenteel bedienen, aldus de van huisuit rooms-katholieke inleider. Je kunt er zelfs in een rooms-katholieke streek niet meer vanuit gaan dat men de betekenis van de ziekenzalving verstaat.

Hij noemde het voorbeeld van een pastor, die bij het afscheid toch de zalving aanbood, als een geste van steun en toeweiding. De familie ging er na ampel beraad positief op in. De pastor vroeg of één van de familieleden zelf de zalving wilde uitvoeren. Hij merkte vervolgens dat een jongen het yingyang-teken op het voorhoofd plaatste. De pastor vroeg of hij het kruis er aan mocht toevoegen. ‘In de rituelen ontdek je tekenen van synchretisme’, vatte Quartier samen.

Prof. dr. Chan Choenni, bijzonder hoogleraar Hindoestaanse migratie aan de Vrije Universiteit, sprak over rituelen in het Hindoeïsme. Hij typeerde rituelen als ‘handelingen om van een hogere  macht gemoedsrust, kracht en zielerust te krijgen’. Het ritueel werkt ontstressend en hoeft – in tegenstelling tot wat men in het westen leert – geen doel te hebben. De rituelen begeleiden mensen tijdens de vier fasen in het leven: van jongeling naar het ouderschap, vervolgens naar het zich terugtrekken uit het leven omstreeks het 55ste jaar en uiteindelijk het onthechten van het leven.

In totaal onderkende Chan Choenni 16 sacramenten van het leven; het gaat om rituelen ter begeleiding van de geboorte tot de crematie. Populair onder de sacramenten zijn de naamgeving en het scheren van het hoofdhaar na enkele maanden. Het huwelijk is ook populair. Een ritueel als voorouderverering levert in aan waarde.

Er komen nieuwe rituelen op in geseculariseerd Nederland. Chan Choenni noemt meditatie en yoga. ‘Jonge hindoes herontdekken de waarde van de stiltemomenten’. Uit een onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de jonge mensen troost ervaart uit de rituelen van het hindoeïsme. Onder invloed van de rooms-katholieke invloed gebruikt men wierook. Men wil meer actief betrokken worden bij de rituelen, onder invloed van het protestantisme. En door het toenemen van de financiële mogelijkheden zijn er steeds meer hindoes die zelf naar de Ganges afreizen om zich te baden of om de as van een geliefde te verstrooien.

Dr. Jan Peter Schouten, predikant uit Naarden en godsdienstwetenschapper, liet zien hoe rituelen in het protestantisme aan de orde komen. Het protestantisme zette vroeger in bij de vrijheid van de voorganger; hij koos zelf preekstof bijvoorbeeld. Begrijpelijkheid wordt belangrijk geacht. Predikanten zijn vooral onderwijzers.

Schouten ging in op de maaltijd van de Heer. Hij noemde het een kernritueel. En hij herhaalde een stelling bij zijn proefschrift uit 1991: Er zijn geen twee rituelen; één van de eucharistie en één van het heilig Avondmaal. Als beleving van rituelen in deze tijd noemde hij begrippen als: heiligheid, gemeenschap en inspiratie.

Drs. Ing. Klaas van der Kamp vertelde als discussieleider dat het ministerie van binnenlandse zaken de Raad van Kerken advies heeft gevraagd om rituelen in te brengen rond de Tripoli-herdenking. Quartier ging in op de vraag hoe rituelen in het publieke domein invulling krijgen. Hij vindt dat er sprake moet zijn van een open ruimte, waarin niet bijvoorbaat rituelen vanuit een bepaalde traditie worden geclaimd. Na een zorgvuldig diagnosticeren kan men tot een geschikte keus komen. Hij gaf als voorbeeld het ritueel van een schip, wat tijdens een rouwplechtigheid voor in de kerk stond; waarmee het leven van de man werd getypeerd en tegelijk de weg van ieder mensen door het leven. Zo kon het persoonlijke ritueel de individuele sfeer overstijgen en publiek betekenis krijgen.

Foto boven: prof. dr. Chan Choenni 
midden:  ziekenzalving

onder: dr. Thomas Quartier