Internationaal

Femke Visser is één van drie Nederlandse vrouwen die de internationale ontmoeting van de Ecumenical Youth Council Europe bijwoonde rond het thema ‘Learn. Engage. Lead’. Ze vertelt haar belevenissen.

Onderweg naar de locatie voor de ‘ecumenical leadership training’ van de Ecumenical Youth Council Europe. Naar Kandersteg, een klein Zwitsers dorp omringd door steile besneeuwde berghellingen van de Alpen. Een week van samenleven met jongeren uit voor mij nog onbekende en bekende Europese landen en kerkelijke tradities ga ik tegemoet.

De toon van deze week wordt onverwachts gezet wanneer ik op het internationale vliegveld van Brussel twee uur overstaptijd blijk te hebben. Wat zal ik doen met mijn oh zo kostbare tijd? Ik besluit wat rond te lopen en van de gelegenheid gebruik te maken om eens te kijken wat er op zo’n vliegveld te beleven valt als je niet de druk hebt van het moeten halen van een vlucht. Zo loop ik de roltrappen op en begeef ik mij tussen de mensen; onthaast, en ontvankelijk voor wat ik om me heen zie. Mijn oog valt op een richtingwijzer boven mijn hoofd met daarop ‘Erediensten’. Rechtsaf de trap op. Nieuwsgierig waar dat de reiziger naar toe wil leiden volg ik de aanwijzingen. Ik kom terecht in een wat afgelegen gedeelte van het complex, en enigszins verrast vind ik in een verlaten gang open en gesloten deuren die toegang geven tot gebedsruimtes van verschillende religieuze tradities. Ik stap binnen in een kapel voor Katholieke gelovigen, daarnaast is een ruimte voor Orthodoxe christenen, en een zaal ingericht voor Protestanten. Ik loop langs de gesloten deur van een Joodse gebedsruimte richting een gebedsruimte voor Moslims. Weg van de hectiek van het reizen en de dagelijkse beslommeringen wordt het stil. Voor mij is het avontuur van de oecumene begonnen! Wat ik daar voor nodig had is ontmoeten, stilstaan en in beweging komen, ontvankelijkheid, aandacht en nieuwsgierigheid. Nu het vliegtuig nog halen…

In Kandersteg ontmoet ik zo’n vijfentwintig andere gemotiveerde jongeren die een week vrij hebben genomen voor de leiderschapstraining en voor de ontmoeting met leeftijdsgenoten uit andere landen en tradities. Het wordt een boeiende en enerverende week! Lezingen en workshops over de geschiedenis en de toekomst van de oecumene, over leiderschap, communicatiestijlen, conflicthantering, rolmodellen etc. wisselen elkaar af. Halverwege de week nemen we de bus naar Genève waar we het kantoor van de Wereldraad van Kerken bezoeken, en ingewijd worden in de internationale organisatie van de oecumenische beweging. We luisteren ondermeer naar de coördinator van Echos, de jongerenafdeling van de Wereldraad, en gaan met elkaar in gesprek over de plaats die jongeren hebben in kerken en in de oecumenische beweging. Iedereen herkent uit de eigen context de vervreemding van de kerk onder leeftijdsgenoten, en de uitdaging van jong en christen zijn in een traditionele kerk in een geseculariseerd Europees land. Wat betekent dat voor de toekomst van de oecumene?

Inspirerend zijn de gebeden waarmee we onze trainingsdagen beginnen en eindigen. We beginnen de dag met een ‘ecumenical prayer’ die elke keer door een groepje van drie of vier mensen wordt voorbereid. In die voorbereiding zoeken we naar wat ons verbindt in onze persoonlijke geloofsbeleving. Samen met Nataliya uit Oekraïne en Stas uit Wit-Rusland bereid ik een gebed voor. We blijken alle drie affiniteit te hebben met de spiritualiteit van de Taizégemeenschap in Frankrijk, en besluiten die manier van vieren als uitgangspunt te nemen voor ons ochtendgebed . Nataliya vertelt dat ze graag naar Taizé wil, maar dat het moeilijk is voor haar om een visum te krijgen. Stas heeft hetzelfde probleem gehad, maar is afgelopen zomer toch twee maanden in Taizé geweest om te werken. Hij legt haar uit hoe ze aan een visum kan komen. Een voorbeeld van een praktische uitwerking van oecumenische ontmoeting!

Het avondgebed wordt iedere keer door een andere kerkelijke denominatie voorbereid. Zo belanden de drie Nederlandse calvinisten ondermeer rondom een tafel met Tsjechen die lid zijn van een jonge kerkgenootschap (opgericht in 1920) die zijn traditie te danken heeft aan de 14e eeuwse hervormer Jan Hus. Een onbekende bladzijde uit de voorgeschiedenis van de reformatie in Europa wordt voor ons opengeslagen. De ene avond kijken we naar een icoon onder Armeens gezang, de andere avond luisteren we naar het Russische gebed van een Orthodoxe monnik uit Bulgarije. Ik vind het fascinerend om zo ìets van de verschillende kerkelijke tradities te ervaren en me met deze mensen verbonden te weten. Zo’n moment van verbondenheid vind ik ook wanneer we met elkaar en in ieder z’n eigen taal het Onze Vader bidden.

Spannend en interessant wordt het wanneer we tijdens een ‘oecumenisch stellingenspel’ tegenover elkaar komen te staan en discussiëren over vragen als: ‘moeten denominaties streven naar één gedeelde belijdenis?’, ‘is scheiding tussen denominaties cultureel of theologisch bepaald?’, ‘vormt de kerk als instituut een blokkade voor de oecumene?’. Het valt op dat de scheidslijnen niet liggen op de grenzen tussen de verschillende denominaties, en dat het mogelijk is op een bepaald punt grondig oneens te zijn met iemand naast wie je kort daarvoor nog instemmend stond te knikken.

We worden uitgedaagd om na te denken over de vraag wat oecumene voor ons betekent. Er klinken verschillende antwoorden,die allemaal centreren rondom dat ene woord: eenheid. Als een gave van de Geest, als een gezamenlijk streven. Dat de menselijke praktijk weerbarstig is, en de eenheid dus vaak ver te zoeken, merken we tijdens het simulatiespel op de laatste dag van de training. We simuleren een vergadering van de World Council of Young Christians, waarbij iedereen een ander land en denominatie vertegenwoordigt. Met twee andere voorzitters loods ik de gedelegeerden door de twee uur durende vergadering. We zijn gedreven, het spel wordt gespeeld; van gemoedelijk overleg tot geëmotioneerde discussies en hilarische taferelen. We ontdekken gaandeweg de verschillende belangen die de gedelegeerden hebben, en de moeite die het daardoor kost om tot gezamenlijke beslissingen te komen over bijvoorbeeld een nieuw te kiezen secretaris-generaal en de toetreding van nieuwe organisaties. En we leren nog maar weer een keer dat lunch- en koffiepauzes de belangrijkste tijden van oecumenische ontmoetingen zijn!

Het was absoluut de moeite waard om bij deze training aanwezig te zijn. Ik heb het enerzijds ervaren als een retraite. Even stil staan en vanuit de nieuw opgedane kennis met betrekking tot leiderschap reflecteren op de praktijk thuis, maar ook door gesprekken met anderen komen tot een opnieuw nadenken over vragen als ‘Hoe sta ik in het leven? Waarom doe ik wat ik doe?’. En anderzijds als een exposure, waarin ik mensen heb leren kennen uit onbekende delen van Europa en de christelijke traditie. Landen als Letland, Estland, Armenië, Wit-Rusland en Tsjechië hebben voor mij nu een gezicht en meerdere gezichten gekregen. En ook dat maakt deel uit van het oecumenisch avontuur: het leren kennen van Gods bewoonde wereld.

Ook Maaike de Reuver heeft over haar ervaringen bij EYCE geschreven. Klik hier voor haar verhaal. En Marlieke van der Sar schreef een bijdrage, die onder deze knop kan worden aangeklikt.