Raad schreef niet-leden aan

De Raad van Kerken in Nederland heeft diverse kerken en kerkelijke organisaties een brief gestuurd met de vraag om de onderlinge samenwerking nader tegen het licht te houden. Het Nederlands Dagblad heeft zaterdag 20 februari voor het eerst melding gemaakt van het schrijven.  

De Raad van Kerken heeft in 2009 unaniem de herziening van de statuten en het huishoudelijk reglement vastgesteld. In vervolg daarop heeft het moderamen in september 2009 besloten de statuten tevens toe te sturen naar enkele kerkgenootschappen in Nederland als mede naar enkele kerkelijke verbanden. Het gaat onder meer om de deelnemers aan het Beraad van Kerken, zoals de Evangelische Alliantie, de SKIN-kerken, de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten en de protestantse kerken die deelnemen in het Contactorgaan van de Gereformeerde Gezindte; dat zijn de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Gereformeerde Kerken. Ook de Unie van Baptistengemeenten ontving een schrijven.

Het moderamen legt uit in de brief dat de bepalingen omtrent het lidmaatschap statutair niet zijn gewijzigd.  Het lidmaatschap staat open voor kerken in de institutionele zin van het woord, aldus de brief, die instemmen met de preambule en die voldoen aan de in het huishoudelijk reglement gestelde voorwaarden. In de preambule wordt gesproken over kerken die ‘de Heer Jezus Christus als God en Heiland belijden overeenkomstig de Schriften, en die er daarom naar streven samen hun gemeenschappelijke roeping te vervullen tot eer van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest’.

Daarnaast is in de herziene statuten (opnieuw) de mogelijkheid opgenomen, aldus de brief, op een andere wijze te participeren in de Raad, en wel in de vorm van associatie (artikel 10). De mogelijkheid is gecreëerd voor kerken, kerkelijke gemeenschappen, verbanden daarvan of bewegingen van christenen, die zich verwant weten met de basis en bedoelingen van de Raad en willen deelnemen aan de taak van de Raad op een andere wijze dan middels lidmaatschap.  Met deze brief willen wij nader gestalte geven aan de indringende opdracht van de Heer de eenheid onder christenen te zoeken en te bevorderen, aldus het schrijven.

Nederlands Dagblad

Het Nederlands Dagblad brengt de essentie van de brief naar buiten in een stuk op de voorpagina en een vervolg op de kerkpagina. Het ND schrijft onder meer: De Raad van Kerken wil zich verbreden. Hij heeft daartoe evangelische en gereformeerde kerken en organisaties uitgenodigd lid te worden. De algemeen-secretaris Klaas van der Kamp wordt geciteerd. Hij zegt dat de tijd rijp is voor toenadering tussen de oecumenische beweging en de evangelicale stroming. Hij spreekt van een besef van urgentie vanuit het jaar 2020: een brede Raad van Kerken zou dan op een geloofwaardige manier de kerken moeten vertegenwoordigen in de samenleving. 

‘Vertegenwoordigers uit evangelicale en gereformeerde kring reageren overwegend positief op de uitnodiging’, weet het ND te melden. ‘Vrijgemaakt- en christelijk-gereformeerden willen er serieus naar kijken; pinkster- en evangeliegemeenten en de Evangelische Alliantie zoeken het gesprek met de raad’.

Aanleiding voor het gesprek met de algemeen-secretaris vormde overigens niet de brief, maar het ‘akkefietje’ in de Protestantse Kerk Amsterdam, ‘waaruit bleek dat samenwerking van oecumenische protestanten en persoonlijk-getuigende evangelischen soms zomaar een conflict kan opleveren’, aldus het ND. ‘Op een gezamenlijke jongerengebedsavond in Amsterdam sprak een evangelische jongerenwerker in radicale bewoordingen over de bekering van moslims; prompt kwam er een verklaring van de algemene kerkenraad van de Protestantse Kerk Amsterdam, waarin zij met nadruk afstand nam van deze uitspraken.

De pech, aldus Van der Kamp in het ND, was eigenlijk vooral dat er pers bij de avond was. Bij evangelischen en oecumenische protestanten heb je twee verschillende taalvelden, terwijl de verschillen in geloof accentverschillen zijn. Het vergt dus moeite elkaar goed te verstaan. Wanneer je elkaar ontmoet, kun je elkaar daarop bevragen; komen uitspraken zonder zo’n context zwart op wit in de krant, dan reageert de andere partij geschrokken, meent Van der Kamp.

Dat verklaart volgens hem de snelle reactie van de algemene kerkenraad: die wilde de in vele jaren opgebouwde, duurzame verhouding met moslims niet op het spel zetten, door een suggestie dat er heimelijk onder hen maar een doel leeft, het bekeren van de moslims zodat hun moskeeën neergehaald kunnen worden. Dergelijke misverstanden leren volgens Van der Kamp dat de tijd genomen moet worden om elkaar te ontmoeten, te begrijpen en te verstaan. Evangelischen leggen relatief meer nadruk op persoonlijk geloof, de oecumenische beweging spreekt eerder vanuit engagement. Het is ‘de ander bekeren’ van de evangelischen naast ‘de ander recht doen’ van de oecumenischen, het is ‘dogmatisch Bijbellezen’ naast ‘contextueel Bijbellezen’. 

Drie vormen lidmaatschap

Van der Kamp noemt de Week van Gebed als voorbeeld van verdere toenadering tussen de twee stromingen. Uit een enquete onder betrokkenen bleek eerder waardering. De plaatselijke samenwerking kreeg het cijfer 6,4, de landelijke samenwerking een 7,2. Van der Kamp haalt het vorig jaar gepresenteerde onderzoek ‘Ooit evangelisch’ aan om te laten zien dat ook de evangelische richting verandert en te maken heeft met vragen van een tweede generatie. Het besef groeit dat continuïteit belangrijk is. Je ziet ook aan een initiatief als het manifest ‘Wij kiezen voor eenheid’ dat evangelischen meer met oecumene bezig zijn. Dat begint bij een aantal leiders. Dat is zowel de kracht als de zwakte, meent Van der Kamp. Om de zwakte te ondervangen wil hij evangelischen graag betrekken bij de Raad van Kerken. Dan komen er instituties mee, is het minder aan personen gebonden. 

De Raad kent drie typen van lidmaatschap. Het gewone lidmaatschap is bedoeld voor kerken. Een geassocieerd lidmaatschap is mogelijk voor geloofsgemeenschappen en bewegingen van christenen die zich met het werk van de Raad verwant weten. Een derde vorm is dat van kandidaat-lidmaatschap voor een kennismakingsperiode van hooguit een jaar. 

Het Nederlands Dagblad meldt maandag 22 februari meer uitgebreid wat de reactie van diverse kerken en organisaties is.