Psalm 105

Hieronder volgt de tekst van Psalm 105 uit Psalmen voor nu. Roeland Smith (gitaar) en Niels Dolieslager (toetsen) zingen deze versie op YouTube. Klik: http://www.youtube.com/watch?v=faPEpdeFjGQ.

Woorden en wonderen, psalm 105 (Psalmen voor nu) 

Bedank onze Heer en vertel wie hij zijn wil!
Vertel aan de volken wat hij heeft gedaan!
Maak mooie muziek en bezing wat hij deed,
ja, prijs je gelukkig: je leeft in zijn naam en
wees blij, jij die God zoekt in heel je bestaan.

Vraag God er te zijn en zijn kracht zal je helpen.
Leef dicht bij de Heer, denk terug aan zijn trouw.
Herinner je, Abrahams kind, hoe de Heer
met woorden en wonderen steeds om je heen was.
En jij, kind van Jakob: zijn keus viel op jou.

De Heer, onze God, oppermachtig op aarde,
– beloftes van hem blijven altijd van kracht –
verbond zich aan Abraham, zwoer Izak trouw,
gaf Jakob zijn woord, en dat woord houdt zijn waarde.
Dit land heb ik eeuwig aan jou toebedacht.

Toen zij nog een volkje waren dat maar amper kon bestaan,
onder hen veel vreemdelingen, werkvolk, overal vandaan,
toen zij langs de volken trokken, land voor land en steeds bedreigd,
heeft geen macht hen kwaad gedaan, want God heeft vijanden gedreigd,
vijanden terechtgewezen: ‘Weet, dat dit mijn priesters zijn,
mijn profeten, uitgekozen om mijn heilig volk te zijn.
Heb je mijn woorden verstaan?
Raak mijn volk niet aan!’

De hongersnood dreigde, geen brood was te krijgen,
Toen stuurde de Here een man voor hen uit:
een slaaf met een ijzeren band om zijn hals,
maar God heef top zijn tijd de bordjes verhangen,
wat Jozef voorspelde kwam letterlijk uit.

De farao van heel dat machtig Egypte
hergaf hem de vrijheid en heeft hem gemaakt
tot baas over alles, de heer van zijn huis.
Ministers riepen Jozef desnoods op het matje
en raadsheren klopten bij hem aan om raad.

Daarna kwam ook Jakob terecht in Egypte,
zijn huis was er vruchtbaar, het kindertal steeg.
Het groeide de machthebbers boven het hoofd.
God heeft toen het hart van Egypte veranderd,
zodat het een hekel aan Israël kreeg.

Hij koos Mozes en Aäron om te spreken in zijn naam,
Dreigementen kreeg Egypte, telkens zag het land van Cham.
Het werd donker. Water kleurde rood als bloed, de vis ging dood.
Het krioelde van de kikkers tot in ’t huis van farao.
Toen zond God miljarden muggen. Noodweer teisterde het land.
Wijnstok, vijgenboom: geen oogst bleek tegen dit geweld bestand.
Sprinkhanen kwamen massaal,
vraten alles kaal.

Uiteindelijk doodde de Here hun zonen,
hun toekomst. En Israël maakte hij vrij.
Ze gingen beladen met zilver en goud.
Ze gingen voltallig, niet een bleef er wonen.
Egypte was opgelucht; dat was voorbij!

Bescherming gaf God met een wolk overdag en
het vuur van de Heer was hun licht in de nacht.
Hij stuurde hen kwartels toen honger hen trof.
Voortdurend opnieuw gaf hij brood uit de hemel.
Uit barstende rotsen spoot water met kracht!

God deed trouw wat hij beloofd had aan zijn dienaar Abraham,
dus zijn volk kwam uit Egypte vrolijk en met feestgezang
In een wereld die hen vreemd is, heeft God plaats voor hen gemaakt.
In hun huis en op hun werk is daarom allereerst hun taak:
leven met woorden van God.
Alle eer aan God!