Uitwisseling dooppraktijken

Er zijn behoorlijke verschillen binnen de kerken rondom de doop. Het accent ligt divers, bij onder meer de doop van de Geest, bij volwassendoop en kinderdoop, en bij de onmogelijkheid van de wederdoop.  Mgr. Joris Vercammen van de Oud-Katholieke Kerk in Nederland leidde het gesprek over de doop(v)erkenning in voor de plenaire Raad van Kerken op woensdag 14 oktober.

Vercammen, juist op deze dag 57 jaar geworden, typeerde de doop als een sacrament gericht op mortificatio  en vivicatio, sterven met Jezus en met hem verrijzen. Als tweede beweging noemde hij de gang van de dopeling die gered wordt uit de vervreemdende realiteit en uitgenodigd wordt tot participatie aan Gods liefdesspel. Die participatie vindt uitdrukking in de kerk. Hij noemde daarbij de doop een ‘funderend sacrament van de kerk’ en de eucharistie is volgens hem vervolgens ‘het centrale sacrament’. Voor Vercammen impliceert de doop de betrokkenheid bij de locale kerk, die voor hem als katholiek gevormd wordt rondom de bisschop als symbool van de eenheid van de kerk. 

De Raad maakte vervolgens een verkenning langs verschillende lidkerken. De Quakers vertelden dat ze geen sacramenten kennen, net als het Leger des Heils overigens. Voor hen is niet de doop als wel het evangelie essentieel om te participeren in de missie van de kerk. De Vereniging van Orthodoxen sprak de wens uit dat de gesprekken uiteindelijk mogen leiden tot een dooperkenning tussen diverse kerken, waar ook de orthodoxe kerken in participeren. De Nederlandse Protestantenbond stelde zich voorzichtiger op en legde nadruk bij kerken die geen uitgesproken claim op gelovigen leggen. 

De Zevendedags Adventisten kennen de volwassendoop. Mede door de invloed van migranten – ongeveer vijftig procent heeft een Antilliaanse of Surinaamse afkomst – groeit de praktijk van de wederdoop als een vernieuwing van de doop. Dit is een ontwikkeling die men in Nederland eigenlijk zo niet ondersteunt vanuit de kerk. De hernieuwing van de doop vindt eerder plaats bij het avondmaal. De Rooms-Katholieke vertegenwoordiging pleitte voor het verkennen van de problematiek vanuit de vroege kerk, om op die manier de kerken een spiegel voor te houden. Voor de Doopsgezinden is de doop een volwassen aangelegenheid, die gepaard gaat met een belijdenis. Het is geen sacrament, maar meer een symbool. 

Samenvatting

Voorzitter drs. Henk van Hout vatte uiteindelijk de discussie samen in vijf punten. Deze punten worden meegenomen door een commissie ‘doop(v)erkenning’ die te zijner tijd aan de Raad zal rapporteren en die probeert te komen tot een grotere mate van dooperkenning tussen diverse kerken. Prof. dr. Marius van Leeuwen, lid van de Remonstrantse Broederschap en vice-voorzitter van de Raad, geeft leiding aan deze commissie.

1. Het is van belang in Nederland tot een goede inventarisatie van de praxis te komen.

2. Het verdient aanbeveling te verkennen wat kerken bedoelen als ze uitspreken dat de doop een sacrament is dan wel als ze uitspreken dat de doop een symbool is.

3. De doop staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van een proces. Welke onderdelen zijn verder in het proces van belang?

4. Wat is de relatie van de doop tot andere rituelen?

5. Hoe verhoudt de doop zich tot de erkenning kerk te zijn, tot de individualiteit, tot het evangelie, tot avondmaal / eucharistie en belijdenis en tot missie?

Bundeling orthodoxie

De Raad heeft in het afsluitende deel de begroting vastgesteld voor 2010. Daarin is een tekort voorzien van ongeveer 10.000 euro. 

Priester Hildo Bos vertelde in de rondvraag dat de Oosters-Orthodoxe Kerken in Europa elkaar hebben gesproken in Geneve. Hiermee werden gesprekken hervat die sinds de perestroika op een laag pitje waren komen te staan. Eén van de conclusies was dat de Oosters-Orthodoxe Kerken in de Benelux zullen samenwerken in een bisschoppelijke raad. Een opmerkelijke stap, vertelde hij, waardoor het ook gemakkelijker wordt gezamenlijk te opereren naar andere kerken en naar de overheid.

Foto:
Links mgr. Joris Vercammen, die de inleiding verzorgde en rechts prof. dr. Marius van Leeuwen, voorzitter van de commissie doop(v)erkenning.