Spirituele gastvrijheid vooral wens

Het brengt mij vooral in verlegenheid, dat hele idee van spirituele gastvrijheid. Want ik ervaar de kerk toch vooral als een gesloten circuit. Als een plek waar je alleen welkom bent als je doet zoals de anderen doen. 

Fred Steenwinkel uit Leusden was één van de bezoekers van de bijeenkomst georganiseerd door de provinciale Raad van Kerken in Utrecht op donderdagavond 1 oktober. Het ging over spirituele gastvrijheid. Klaas van der Kamp, secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, vertelde dat spirituele gastvrijheid een basishouding is voor een christen, het is onderdeel van de identiteit. Hij verankerde die visie in het godsbeeld. ‘God zelf is ons vreemd. En wij leven in een wereld die Hem vreemd is. Wij kunnen die vervreemding niet diep genoeg nemen, ook als kerk’. 

Christenen erkennen die vreemdheid van God, zijn heiligheid; en spiegelen zich daarin. Ze stellen zich open om juist daardoor open te staan voor God zelf. Hans Breunese vertelde dat de consequentie van die stelling zou kunnen zijn, dat je in de kerk vooral mensen probeert binnen te halen die de gevestigde patronen ter discussie durven te stellen. Hij vroeg zich af of de kerken daar niet te angstig voor zijn; aan de andere kant – memoreerde hij – mag er toch ook waardering zijn voor het systeem. Frans Zwarts koppelde aan die waardering het begrip authenticiteit. Zowel de gast als de gastheer mag dat inbrengen. 

Er kwamen verschillende reacties op de vraag waar men in de achterliggende tijd zelf het gevoel had gehad van een ont-moeting, van een gesprek of een contact met uitzonderlijke waarde. Iemand refereerde aan de uiterst gastvrije ontvangst bij een klooster. Een ander refereerde aan de toewijding van een werker in een afkickkliniek. Weer een ander vertelde van een afscheid van een baan, waar collegae en klanten kosten noch moeiten spaarden om het moment waardig in te vullen. 

Niek van Ditmarsch vertelde dat mensen in Suriname de vaste gewoonte hebben om bij het koken al één portie extra klaar te maken voor het geval er gasten langskomen. De gastvrijheid is daar onderdeel van de cultuur, zonder dat men het zich bewust is.

Klaas van der Kamp stelde de vraag of men wellicht zakelijk te werk zou kunnen gaan in een poging om openheid werkelijk als identiteit te ontwikkelen. Hij noemde de mogelijkheid om convenanten te sluiten tussen kerken om met de loop der jaren elkaar beter te leren kennen en de identiteit van spirituele gastvrijheid uit te bouwen. Fred Steenwinkel vertelde dat Leusden al dergelijke convenanten kent, maar naast waardering ook ervaart hoe men daardoor lastige onderwerpen juist uit de samenwerking haalt. Er is weinig bereidheid om aan elkaar geërgerd te worden en zo te groeien. Mogelijk – zo overwoog de groep – zou het geloofsgesprek en het besef van de ene God hierin verdieping kunnen brengen.

Foto: impressie  van de bijeenkomst in Utrecht