Gastvrije parochie als identiteit

Als jullie Jezus Christus willen ontmoeten, en je wilt niet wachten tot na je dood, dan kan ik je aanbevelen naar het pleintje hier achter te gaan en de melaatse man aan te spreken, die daar zit. Hij is Jezus. Met die parafrase van Augustinus maakte dr. Jan Hendriks, praktisch theoloog uit Oosterbeek, duidelijk wat hij bedoelt met een gastvrije parochie. 

Hij was de hoofdspreker op een symposium van Luce in Utrecht op 11 maart over dat thema. Jan Hendriks noemde als identiteit van een gastvrije parochie: de parochie waarin alle parochianen zich gast weten en zich daardoor kunnen openstellen voor anderen. Volgens Jan Hendriks is er daarbij sprake van een stoelendans. Iemand die nu eens gastheer is, kan later weer de ontvangende gast zijn. ‘Iemand die de koffie inschenkt, zou eigenlijk verplicht enkele keren naar een andere parochie moeten gaan om te voelen wat het is gast te zijn’. 

Voor Hendriks is gastvrijheid doel in zichzelf. Het mag geen middel worden om een ander doel te bereiken. Hendriks distantieerde zich daarmee van een nieuwe club binnen de Protestantse Kerk in Nederland, waar onlangs de groep ‘evangelisatie en kerkgroei’is gevormd. De gastvrijheid moet het hele systeem bepalen. Voor het instituut kerk pleitte hij voor conciliariteit: een model waarbij gesprekspartners aan een ronde tafel zitten en op basis van volstrekte gelijkwaardigheid besluiten nemen.

Hilarisch

Dr. Kees de Groot, praktisch theoloog aan de Faculteit Katholieke Theologie,  noemde het begrip ‘gastvrije parochie’ ietwat hilarisch. Buitenstaanders herkennen de parochie vaak niet als gastvrij, terwijl driekwart van de parochiebesturen, zo blijkt uit onderzoek, juist van zichzelf het gevoel hebben gastvrij te zijn. De Groot maakte onderscheid tussen diverse kerkelijke structuren. Allereerst is er de kerk als gemeenschap van gelovigen. Volgens De Groot is het onvermijdelijk, dat buitenstaanders zich af en toe buitengesloten voelen, bijvoorbeeld als het gaat om participatie aan de eucharistie. Via de weg van het catechumenaat kan men daar stapsgewijs in gaan participeren.  

Als tweede invalshoek noemde hij de kerk als facilitair bedrijf. De kerk doet van alles voor mensen, zoals het regelen van uitvaarten. De instap is laagdrempelig. En tenslotte onderscheidde De Groot de kerk als beweging. Hij onderkende die vorm met name bij de Wereldraad van Kerken. Het is de kerk voor anderen, die balanceert tussen utopie en ongeduld. Het ethische komt voorop, met het risico dat triomfalisme of moralisme toeslaan, naast natuurlijk de mogelijkheid dat men als kerk iets betekent voor mensen. Hij noemde als mogelijkheden: het faciliteren, inspireren en modereren. 

Terreur van koren

Drs. Laetitia van der Lans van de projectorganisatie De Zalige Zalm, begeleidt in de regio Deventer de communicatie van enkele parochies. Ze heeft er een nieuw parochieblad (’t Zout) en website helpen maken. Ze noemde verder criteria die een parochie tot een gastvrije parochie maken. ‘Organiseer een creche en een kindernevendienst, zoals dat gebruikelijk is in protestantse gemeenten’. ‘Kies toegankelijke liederen die ik kan meezingen’. ‘Zorg voor koffie en ontmoeting na afloop’. ‘Breng een betere balans aan tussen vieren, dienen en gemeenschap. We zijn op dit moment nog te veel een waterhoofd van vieringen. Het leren mag meer ruimte krijgen. Vorm daarom een centrum voor catechese en spiritualiteit’. ‘Doorbreek de terreur van de koren’. ‘Wees meer kerk in de buurt’. 

Drs. ing. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, gaf leiding aan twee workshops. Het ging over de gastvrijheid als toetssteen van geloof. Van der Kamp noemde een gemeente die de gastvrijheid als identiteit heeft per definitie een oecumenische gemeente. Hij signaleerde tegelijk een tendens bij enkele inleiders en bezoekers om de gastvrijheid als aanvulling te kiezen op het rooms-katholicisme en hij vroeg zich af of dat gesegmenteerd denken de vitaliteit van de kerk richting 2025 ten goede komt. Hij pleitte voor openheid naar anderen als basis en niet als aanvulling. Vanuit de groepen kwamen allerlei vormen om de gastvrijheid vorm te geven: maaltijdprojecten, oecumenische themabijeenkomsten, de kerk als cultuurhuis, de kerkennacht etc.

Het thema sprak zeer tot de verbeelding, want het symposium was ruim overtekend. Drs. Henk van Hout, directeur van Luce, sloot niet uit dat men vanuit Luce het thema nog een keer zal aanbieden. 

Foto Laetitia van der Lans