Ambassadeurs naar Twente

‘Ik ben trots op onze Syrisch-Orthodoxe Kerk. Ik kan me er mee identificeren. En de kerk is deel van mijn culturele achtergrond’. 

Zo typeerde één van de jongvolwassenen van de Syrisch-Orthodoxe Kerk zondag in Glanerbrug haar betrokkenheid bij de kerk. Een delegatie van de ambassadeurs van de Raad van Kerken bracht een bezoek aan het klooster van St. Efraïm van de Syrisch-Orthodoxe Kerk en ging in gesprek met jongvolwassenen van de plaatselijke geloofsgemeenschap.

Dat gaf veel herkenning en waardering. Marrit Bassa verwoordde: Ik vind het indrukwekkend hoe goed jullie op de hoogte zijn van jullie eigen traditie. Hoe betrokken jullie je voelen bij de geschiedenis van jullie geloofsgemeenschap. In een introductie was uitgelegd, dat de Syrisch-Orthodoxe Kerk teruggaat op het begin van de christelijke jaartelling. De apostel Petrus heeft een bisschopszetel gevestigd in Antiochië. De traditie zegt dat het in het jaar 37 na Christus is geweest. De Syrisch-Orthodoxe Kerk heeft daarna met veel vervolging en onderdrukking te maken gehad. In 451 voltrok zich de scheuring tussen de westerse kerk en de oosterse oriëntaalse in Chalcedon. Tot de oriëntaalse orthodoxe kerken behoren onder anderen de Syrische Kerk, de Koptische Kerk en de Ethiopische Kerk.  

Vijfhonderd melodieën

De gemeenschap kocht in 1981 het St. Olafklooster in Glanerbrug, mede met geld van onder meer de RK-Kerk en de Nederlandse Hervormde Kerk (elk 100.000 gulden). De gulle gevers worden nog steeds bedacht op een groot plakkaat bij de ingang van de kapel. 

De ambassadeurs van de Raad maakten het 12.00-uur-gebed mee in de kapel. Vier keer per dag wordt hier een gebed gehouden door de vijf paters, de vier zusters en enkele leerlingen. Wie actief wil deelnemen moet 500 melodieën beheersen die onderdeel van het ritueel kunnen uitmaken. De liturgische taal is het oud-Aramees, de taal die naar men aanneemt ook door Jezus zelf is gesproken. Het was ooit de volkstaal in Israël en andere landen. 

De jongvolwassenen van de Syrisch-Orthodoxe Kerk beheersen die taal overigens niet van huis uit. De taal vraagt een hele studie. En daarmee is een ander herkenbaar punt aan de orde: die van de tweede generatie. Meredith Lakhchand-Keerveld gaf aan dat ze dat punt herkende vanuit de Broedergemeente, die zij vertegenwoordigt als ambassadeur. Het is de vraag hoe je die jongvolwassenen het beste bereikt. Vele ambassadeurs hebben doorgaans een goede opleiding gevolgd. Ze zijn gewend hun mening onder woorden te brengen. Bij mbo-ers en lbo-ers is dat minder. Het is de vraag of de kerk hen duurzaam aan zich kan binden. 

Onder de jongvolwassenen uit Twente verschilden de meningen: enkelen menen dat er een keerpunt zal zijn en dat de lauwheid onder jongeren in de kerk zal wegebben. Iemand noemde dat ook belangrijk, zeker ten opzichte van de moslimlanden die hun kinderen veel meer fanatisme meegeven in de opvoeding dan men in de Nederlandse situatie is gewend. 

Crypte

Erwin Johannes Ilgun vertelde dat een groep jongvolwassenen in Glanerbrug spontaan het initiatief heeft genomen bij de begrafenis van de aartsbisschop. Dergelijke begrafenissen brengen vele duizende Syrisch-Orthodoxe christenen naar Twente. De geestelijken worden bijgezet in de crypte onder de kerk. Ze worden soms zittend begraven, in de lijn van de belofte van Christus dat de discipelen op tronen zullen zitten en heersen. De jongvolwassenen zagen de invasie van geloofsgenoten aankomen en het gebrek aan ruimte in de toch niet kleine kerk. Dus werden er grote lcd-schermen geplaatst, en tenten en een goede catering georganiseerd voor de naar schatting 15.000 bezoekers. 

Pater Saïd, een van de paters in het klooster, vertelde dat de gemeenschap de doop van andere apostolische kerken erkent. Een enkele keer wijkt men af van het Aramees en spreekt men Nederlands, bijvoorbeeld bij de bijbellezing, namelijk als het dienstig is om het gehoor te bereiken. Er zijn verschillende kerken in Twente. Enschede telt zo’n 1000 gezinnen, verdeeld over twee kerken en met twee pastoors. Hengelo heeft 700 gezinnen met ook twee kerken en twee pastoors. Oldenzaal telt honderd gezinnen, één kerk, één pastoor. In Rijssen zijn 130 gezinnen met een kerk en een pastoor. In Amsterdam zijn drie parochies. Pastoors worden voorgedragen vanuit de eigen parochie. De bisschop kan de voordracht niet weigeren. De pastoor kan getrouwd zijn net zoals de predikanten in de protestantse kerk. De pater noemde dat één van de verschillen met de Rooms-Katholieke Kerk. Hij ziet de bronnen van de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk als gelijk, inclusief de grote waardering voor Maria en de symbolen. Maar naar zijn beleving zijn er in de Rooms-Katholieke Kerk later elementen verschoven in het geloof. Het idee van het celibaat komt bijvoorbeeld, naar zijn analyse, uit ongeveer het jaar 1300. 

In de liturgie gebruikt men een 7-kilo-zware fenqitho (een soort volume, boek of codex). Deze bevatten de hymnen die gezongen dienen te worden tijdens de vijftig dagen durende vastenperiode voor Pasen (de veertig ‘standaard’-dagen en nog tien dagen extra voor de lijdensweg). Verder krijgen de gasten een bijbel te zien met alleen het Nieuwe Testament, waarbij de teksten geordend zijn naar de lezingen. Het Oude Testament wordt soms gelezen, soms ook niet, om de dienst niet te veel te laten uitlopen. De bijbel die getoond wordt is met de hand gekopieerd uit een bijbel uit de dertiende eeuw die bewaard is gebleven in een klooster bij Mardin (Zuid-oost Turkije).

Tweede paasdag

In het gesprek met de ambassadeurs kwam ook het thema van de geloofsvorming aan de orde en de betrokkenheid bij het instituut. Geloofsvorming vond vooral plaats met levenservaringen. Het instituut kan daarbij een faciliterende rol spelen. 

Wat verder beklijfde is het vriendelijk glooiende Twentse landschap; de lange gangen van het klooster; de geur van wierook in de kapel, de glas-in-lood-ramen van een Ootmarsumse kunstenares in de kerk en een komen en gaan van bezoekers bij de begraafplaats. ‘Tweede paasdag is hier het drukst’, vertelde één van de jongvolwassenen, ‘dan herdenken we de doden, omdat op die dag ooit in navolging van de opstanding van Christus vele graven geopend werden’.

Eerste foto: pater Saïd toont een uitgave waarin vijfhonderd melodieën voorkomen die men moet kennen voor de liturgie.

Tweede foto: groepsfoto voor de kerk op het terrein van het klooster in Glanerbrug.

Derde foto: Eén van de Syrisch-Orthodoxe jongvolwassenen voor de plaquette met gevers die de aankoop van het kloostercomplex hebben mogelijk gemaakt.

Vierde foto: groepsfoto.

Vijfde foto: toegangspoort voor het kloostercomplex.