Gebed mag weer

Je bent volledig mens. Je kunt daarom het gebed niet beperken tot het privé-domein. Je manifesteert je daarmee ook in de samenleving. René Paas, voorzitter van het CNV, ging tijdens de consultatie over het gebed in debat met Bara van Pelt van het Ikon-pastoraat. Voor de één kan het weer: Het gebed in het publieke leven. De ander aarzelt.  

De Raad van Kerken en de Evangelische Alliantie hadden de consultatie georganiseerd als start van de campagne voor de week van gebed voor eenheid onder de christenen, die van 18 tot 25 januari 2009 wordt gehouden. Het ging over het effect van het gebed. En het ging uiteindelijk ook over de ruimte voor het gebed in het publieke leven. 

René Paas stelde dat de scheiding van kerk en staat die destijds was aangebracht om de kerk te beschermen tegenwoordig te vaak wordt uitgelegd in het nadeel van de kerk. Alsof de kerk zich niet met de staat zou mogen bemoeien. ‘Dat leidt tot religieus analfabetisme, waarbij alle religie bij voorbaat verdacht is’. De kerk mag die ruimte claimen. Ook vanuit de kerk waren er mensen die verwoordden dat de schoorvoetendheid rond het gebed voorbij is. “Je gedraagt je als een gewoon mens als je bidt”, zei mgr. Jan van Burgsteden, hulpbisschop van Haarlem. 

Symbolen

Drie mensen gaven een inleiding vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bara van Pelt van het Ikonpastoraat vertelde dat ze in tweeëneenhalf jaar als pastor eenmaal expliciet had gebeden. Er zijn evenwel ook andere symbolen om te verstillen. Ze vertelde dat zij en haar collegae kaarsen hadden aangestoken bij het overlijden van jonge collegae. Ze wilde zuinig zijn op de woorden van het gebed. Bij het uitspreken zei ze voorkeur voor een meer gewijde ruimte te hebben. ‘Ik hou graag die zuinigheid’, zei ze, ‘en ik  zou niet graag een cursus volgen als ik dat zou kwijtraken’. Zij waarschuwde voor een banalisering van het gebed. Het gebed heeft iets heiligs. 

René Paas vertelde hoe hij Wouter Bos had horen spreken over de kredietcrisis in de Verenigde Staten. Het huis van afgevaardigden had aanvankelijk de plannen van president Bush afgewezen. ‘Nu is het een kwestie van hopen en bidden’, had Bos gezegd. ‘Nood leert bidden’, concludeerde Paas. Hij vertelde dat hij persoonlijk meestal spontaan bidt, zonder te beginnen met ‘lieve Heer’ of af te sluiten met ‘amen’. Het meest intieme gebed voor hem is ‘het gebed diep onder de dekens’. Hij krijgt in een gezelschap nogal eens de vraag of er iemand behoefte heeft aan een ogenblik stilte. “Dan bid ik plaatsvervangend voor anderen“. Hij werd opnieuw bij de betekenis van het gebed bepaald door zijn kinderen. “De kinderen bidden voor dino’s, voor clowns, voor ridders en ook voor zieke klasgenoten“. En in een ontspannen sfeer vervolgde Paas: “Mijn zoon sluit dan af met de woorden ‘dit was mijn gebit, nu komt papa'”. 

Beeldentaal

Kees Waagmeester van zingeving en levensbeschouwing bij de PvdA vertelde dat hij als vuistregel hanteerde: ‘de werkelijkheid bestaat niet, maar mensen hebben beelden die ze voor de werkelijkheid houden’. Zo ervaarde hij het geloof van anderen ook als een vorm van ‘beeldentaal’. Cultuur is daarin zeker zo bepalend als geloof. Het gebed is waardevol, zoals meeleven in het algemeen ook effect heeft. Hij adviseerde christenen daarbij wel om mensen voor wie ze bidden ook te zeggen dat ze voor hen bidden.

Mgr. Jan van Burgsteden was het met die beeldtaal niet eens. “Ik sta met twee voeten op de aarde”. Hij herkende wel een beeld van Bara van Pelt, die sprak over een binnen- en een buitenkant van de mens. Het gebed heeft voor de Haarlemse geestelijke zeker ook met die binnenkant te maken. Hij citeerde twee bijbelfragmenten, waarin wordt gezegd dat de Heilige Geest geeft wie hem vraagt en het fragment dat een mens niet bang hoeft te zijn, zelfs niet als hij voor stadhouders wordt gesleept, omdat de Heilige Geest hem woorden zal ingeven. 

Meeregeren

Ds. Arenda Haasnoot, vice-preses van de Protestantse Kerk, stelde vast dat de inleidingen vanuit het maatschappelijk leven het gebed koppelden aan moeilijke situaties. Zij noemde het jammer als een mens alleen in nood bidt. Volgens haar heeft bidden met een balans in het leven te maken. “Ik zou het niet van de nood willen laten afhangen, maar zie het gebed meer als het dagelijks leven met God”. In het gebed kom je als mens dichterbij het beeld en de gelijkenis van God. Je neemt de werkelijkheid niet aan als onveranderlijk; dat is juist het heidendom. Vanuit de ontmoeting met God kan het komen tot genezing, herstel, kritiek. Bidden is meeregeren met God, met Hem de bestaande kaders doorbreken. 

Bidden is ook iets wat je doet, omdat God het van je vraagt, zei ds. Peter Kos, voorzitter van de Evangelische Alliantie. “Je vertrouwt dat God je gebed hoort”. En hij zag nog talloze mogelijkheden voor zich bij het gebed die nu onvoldoende worden gebruikt. ‘Het gebed is de minst gebruikte kracht van het heelal’. Hij vertelde hoe de christenen op Kanaleneiland in Utrecht vanuit het gezamenlijk gebed ook het diaconale werk hebben opgepakt en bijvoorbeeld samen de straat aanvegen. Gebed en diaconaat gaan samen omdat het harten van mensen aanraakt. Hij memoreerde verder hoe hij afgelopen voorjaar voor het eerst echt last had gehad van de griep. Zijn zoon van zeven had voor hem gebeden en gevraagd of God zijn papa wilde aanraken. Hij had op hetzelfde moment een nieuwe kracht ervaren. ‘Het gebed van een klein kind kan je jaloers maken’. 

Bidplaatje

Peter Dullaert van de Katholieke Bijbelstichting noemde de zuinigheid in de westerse cultuur over het gebed opmerkelijk. “Als je in Cairo op straat bidt is het heel normaal; doe je het hier op straat dan word je naar een gekkenhuis gebracht”. Hij vertelde als pastor in een gevangenis te zijn geweest waar hij een moordenaar had gesproken. Aan het einde van de ontmoeting had hij gevraagd of hij voor de man zou bidden. De man had geantwoord: ‘Ik zal voor jou bidden’. En hij had met behulp van een bidprentje een ontroerend gebed uitgesproken.Voor Dullaert is bidden stil worden, zoals monniken dat kunnen. “Soms heb ik wel een beetje medelijden met God, want er wordt heel wat tegen hem aangepraat”. 

Henk Vroom van de Vrije Universiteit zei dat bidden een persoonlijk godsbegrip vraagt. Tegelijk waarschuwde hij ervoor dat bidden niet mag overgaan in zeuren. Het viel hem op dat studenten uit bijvoorbeeld Nigeria meer bidden dan Nederlanders. Dat zal ook wel komen doordat mensen in Nederland alles al hebben. ‘Do you suffer?’, hadden de Nigerianen wel eens aan de Nederlanders gevraagd. 

Chatgebed

Marloes Meijer van JOP sprak over de ervaringen met jongeren en het gebed. Zij vond het niet erg als er een zekere schroom was. Tenslotte spreek je God zelf aan. Zij noemde naast het vragen ook de waarde van de lofprijzing en het dankgebed. Marian van Kampen van jongkatholiek.nl bracht nieuwe vormen van gebed in. Zij noemde het chatgebed. 

Maarten Pijnacker Hordijk, de coördinator van Bedrijfsbidstonden, vertelde dat gemiddeld eenderde van christenen meedoet met bedrijfsgebeden. Het gebed gaat in de regel met name over de situaties binnen het bedrijf. Bara van Pelt zei dat ze zich daar minder senang bij zou voelen. Volgens René Paas is het nu juist eigen aan deze tijd dat je het gebed ook daar een plaats durft te geven. 

Het gebed krijgt dan weer een ruimte in het publieke domein.

 Foto’s:
Boven v.r.n.l. Sharisa Wirht (ambassadeur van de Raad), Kees Waagmeester (zingeving.net), René Paas (CNV) en Bara van Pelt (Ikon-pastoraat).
Onder v.r.n.l. Henk IJmker (opbouwwerker protestantse gemeente Houten), Geert van Dartel (Katholieke Vereniging voor Oecumene), mgr. Jan van Burgsteden (referent voor de oecumene), ds. Arenda Haasnoot (vice-voorzitter PKN) en ds. Peter Kos (voorzitter Evangelische Alliantie).