Raven: Reactie op Zegen van de kerk

Mgr. Hans van den Hende is bisschop van Rotterdam en referent vanuit de bisschoppenconferentie voor de oecumene. Hij heeft een reactie gestuurd op hoofdstuk 7 van het boek ‘Raven’: ‘Zegen van de kerk’.

Graag heb ik de uitnodiging aangenomen om kort te reflecteren op hoofdstuk 7 ‘Zegen van de kerk’ uit het boek van Klaas van der Kamp ‘Raven: Over eenheid als waardering voor God’.

De twintigste eeuw, waarin de ecclesiologie als onderscheiden discipline binnen de theologie meer aan de orde kwam, is tevens de periode waarin de oecumenische beweging meer en meer gestalte kreeg. Het Tweede Vaticaans concilie (constitutie Lumen Gentium) is wat betreft het zelfverstaan van de Katholieke Kerk en ten aanzien van de oecumene (decreet Unitatis Redintegratio) een mijlpaal. Het concilie getuigt dat de Kerk het initiatief is van de Heer zelf wanneer Hij de apostelen zendt in kracht van de heilige Geest (Cfr Joh. 20, 21); tevens is de Kerk geroepen tot eenheid: dat is van meet af aan het hartsverlangen van de Heer (Joh. 17, 20-21).

Hoofdstuk 7 opent Klaas van der Kamp met te zeggen dat het gesprek tussen de kerken voortdurend verandert. Dat dit gesprek verandert, is noodzakelijk, zegt hij, gelet op de veranderingen in de samenleving. Dit lijkt zeker zo te zijn, waar het gaat om de boodschap van de Kerk voor de mensen die samen de samenleving vormen. Onlangs werd dit nog uitgedrukt bij een gesprek in Utrecht op 24 maart 2014 van diverse protestantse en rooms-katholieke christenen. De kerken in Nederland staan samen voor de uitdaging om op een aansprekende wijze getuigenis te geven van het geloof in Christus en zo de boodschap van het Evangelie door te geven aan nieuwe generaties. Vanuit die gemeenschappelijke oriëntatie willen protestanten samen met katholieken nadenken over de invulling van de herdenking van 500 jaar Reformatie. In een gezamenlijk bericht werd aangegeven: “Bij de voorbereiding van de herdenking van het begin van de Reformatie dient de huidige culturele context goed voor ogen gehouden te worden. De actuele vraag van mensen naar God zou de focus moeten zijn.”

In de oecumenische dialoog tussen christenen, is er méér dat ons bindt dan dat ons scheidt. In de dialoog als broeders en zusters in de Heer, is de doop als inlijving in Christus het fundament van ons gesprek.  Naarmate we meer andere elementen van de Kerk van Christus als waarachtige gaven van Christus kunnen aanwijzen en erkennen, is onze verbondenheid als christenen groeiende op weg naar volledige eenheid in Christus. (Unitatis Redintegratio 4).

Paus Franciscus schreef onlangs in zijn exhortatie over de nieuwe evangelisatie: “Als wij ons concentreren op de overtuigingen die we delen, en als we het principe van de hiërarchie van waarheden in gedachten houden, zullen we in staat zijn om op beslissende wijze voortgang te maken naar gemeenschappelijke uitingen van verkondiging, dienst en getuigenis” (zie ook UR 11). “Het is niet slechts een kwestie van beter geïnformeerd zijn over elkaar maar eerder plukken van wat de heilige Geest in hen heeft uitgezaaid, bedoeld als een gave voor ons” (Evangelii Gaudium 246).

Daarbij moet ook worden gedacht over generaties heen. Klaas van der Kamp signaleert dat er inmiddels drie à vier generaties van theologen de eenheid aan de orde hebben gesteld. De lange adem die nodig is voor de eenheid van de Kerk vraagt dus ook om solidariteit en verbondenheid tussen de generaties onderling in wie de groei naar eenheid gestalte moet krijgen.

Paus Johannes Paulus schreef in zijn encycliek over de oecumene: “In Christus geloven betekent de eenheid willen, de eenheid willen betekent de kerk willen, de kerk willen betekent de genadegemeenschap willen die beantwoordt aan het plan van alle eeuwigheid van de Vader” (Ut Unum Sint 9).

Met het oog op onderlinge eenheid en het heil van godswege, zijn we als christenen geroepen tot een geloofwaardige dialoog, die steeds opnieuw bekering en commitment vereist. Daarbij is het principe van de liefde leidend. Vanuit het geloof van de Kerk mogen we Gods liefde met allen delen en getuigen van de hoop die in ons leeft, in kracht van de heilige Geest. In die zin horen in de oecumenische beweging naar mijn overtuiging institutie en spiritualiteit steeds bijeen gehouden te worden.

+ J. van den Hende

Wilt u het oorspronkelijke hoofdstuk 7 uit Raven lezen? Klik dan hier.