Van eten
en drinken

Je zou het haast vergeten met al die grote problemen die op de agenda van deze assemblee staan: een mens moet ook nog gewoon eten en drinken. Dat is hier in Karlsruhe gelukkig keurig georganiseerd. Op vaste tijden staan tientallen medewerkers klaar om de duizenden gasten te voeden en te laven. Maar omdat die – natuurlijk – allemaal tegelijk komen, levert dat toch steeds indrukwekkende rijen op.

Dat is ook nooit anders geweest, kan ik als – inmiddels – veteraan vaststellen. Tegelijkertijd stel ik vast dat de rijen voor de koffie of het eten, en vooral het eten zelf, vaak tot verrassende en verrijkende ontmoetingen leiden. Het ene moment zit je nog alleen naast een stille, in zichzelf gekeerde orthodoxe priester met alleen maar oog voor zijn mobieltje, het volgende moment strijkt een trio Armeens Orthodoxe geestelijken aan je andere zijde neer, waaronder de patriarch in eigen persoon, die je honderduit vertellen over hun bijzondere en eerbiedwaardig oude kerkgemeenschap.

Wereldgeschiedenis naast je bordje

Als zij weer vertrokken zijn stel ik me toch maar even voor aan mijn stille buurman aan de andere kant: hij blijkt een Russisch Orthodoxe geestelijke te zijn die zijn naamkaartje liever in zijn zak draagt dan, zoals iedereen, op de borst. Je kunt je daar wat bij voorstellen. Hij blijkt afkomstig uit Wit-Rusland, maar is recent vertrokken naar Litouwen omdat de overheid hem vervelende vragen begon te stellen. Dan werpt hij zich opnieuw op zijn mobieltje omdat zijn gezin op dit moment bezig is om ook het land te verlaten. De spanningen zijn op zijn gezicht af te lezen. Ik weet niets anders te bedenken dan dat ik voor hen en voor hem zal bidden. De actuele wereldgeschiedenis vlak naast je bordje.

Er is ook nog een ander eten en drinken dat naar mijn gevoel niet zozeer verrijkend als wel armoedig aandoet. Dat is het eten en drinken aan de Tafel des Heren, het Avondmaal, de Eucharistie.

Het heeft me vanaf mijn eerste assemblee-ervaring (Harare, 1998) getroffen hoe treurig het is dat, op dit hoogfeest van christelijke eenheid en samenwerking, het nog altijd niet mogelijk blijkt om samen juist deze Tafel met elkaar te delen. Elke dag staat bol van de interactie, stevige dialogen en ontroerende vieringen, maar op zondag trekt ieder naar zijn of haar eigen godshuis om daar met denominatiegenoten ‘aan tafel’ te gaan.

Eucharistie met koffie

Die zondag in Harare heb ik, alweer in een koffiepauze, hierover gesproken met een Fins-Orthodoxe Metropoliet (als ik het goed begrepen heb een soort aartsbisschop). Ik legde hem deze vraag voor: ‘Jezus heeft gezegd: ‘Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben ik in hun midden’. Als wij hier nu staan, met ons kopje koffie en ons koekje, en we zijn hier op de Assemblee van de Wereldraad van Kerken en we spreken over hem, mogen we dan niet vaststellen dat Jezus ook in óns midden is? En is dan ons eten en drinken niet óók een eucharistie?’ Hij dacht er even diep over na, en zei toen (tot mijn verrassing): ‘Ja, dat kunnen we inderdaad zo zeggen!’

Het gesprekje heeft me niet meer losgelaten en het was één van de redenen waarom ik besloot om, na mijn pensionering, studie te maken van de vroegste geschiedenis van de eucharistie. Nu werk ik aan een proefschrift over dit thema met als centrale vraag: hoe is het gekomen dat, ongeveer in de tweede eeuw na Christus, het gemeenschapsmaal van de vroegste christenen het karakter van een ‘echte’ maaltijd verloren heeft?

Ook binnen de Wereldraad ben ik een keer op dit onderwerp teruggekomen. In 2010 mocht ik eens als vertegenwoordiger van wat nu heet ‘de specialized ministries’ – een mooi kerkelijk eufemisme voor donororganisaties – als adviseur deelnemen aan een vergadering van het Centraal Comité: het bestuur van de Wereldraad. In deze vergadering moest een keuze gemaakt worden waar de volgende Assemblee gehouden zou worden. Na veel discussie viel de keuze op Pusan, Korea1

Blessing

Eén keer lukte het me tijdens deze vergadering om bij één van de microfoons aan de beurt te komen om iets te zeggen en ik greep mijn kans. Na een uiting van dankbaarheid namens alle ‘specialized ministries’ probeerde ik mijn rol als adviseur waar te maken. Verwijzend naar de breed gedeelde oecumenische pijn van het niet samen avondmaal of eucharistie kunnen vieren stelde ik vast dat we op de Assemblee hoe dan ook zouden moeten eten en drinken. Mijn advies was: maak iets van die catering. Laat bijvoorbeeld verschillende kerken met elkaar delen hoe de ‘gewone’ christelijke maaltijd bij hen vorm krijgt. Zoiets! Er volgde zowaar enig applaus op mijn suggestie, maar er is verder niets mee gedaan.

Wie schetst echter mijn verbazing toen ik het dikke boek opsloeg waarin de liturgieën en liederen zijn opgenomen voor de vieringen tijdens deze Assemblee? Aan het eind van iedere dag is nu de volgende tekst opgenomen:

BLESSING FOR THE MEAL

All: May the peace of God go with us and lead us in our thoughts and in our work. Amen.

Er wordt dus samen gebeden voor het eten! En er is nog een mooie voetnoot aan toegevoegd:

For the blessing of the meal, volunteers will be sought to share a prayer that reflects their confessional tradition.

Het is nog steeds een heel lange weg naar de werkelijk gedeelde Tafel van de Heer, maar heel in het klein gebeurt er soms tóch wat!

Roel Aalbersberg

[1] De andere kandidaat was Damascus! Een kansrijke kandidaat in die tijd: voor het eerst een Assemblee in het Midden-Oosten en voor het eerst in een orthodoxe omgeving. Niet lang na deze vergadering brak de burgeroorlog uit…