Jan Post Hospers over het OJCM

Jan Post Hospers coördineerde het OJCM (Overleg Joden Christenen Moslims) vanaf de start twaalf jaar terug. Nu hij net met pensioen is, is het een mooi moment met hem terug te blikken. Daniëlle Leder volgt hem op bij het OJCM.

Als minderheid leven te midden van een meerderheid

Hoe is het om ergens als minderheid te leven? Die vraag is een rode draad in het leven van Jan Post Hospers. In Indonesië waar hij als christen te midden van een moslimmeerderheid leefde. Zelf behorend tot een minderheid dus. En bij zijn werk voor het OJCM waar hij het perspectief van de minderheid vast probeerde te houden.

“Nu ik lang in Nederland ben, we kwamen in 2000 terug uit Indonesië, merk ik dat ik bijna automatisch weer in dat meerderheidsgevoel denk”, aldus Jan. “Alertheid is dus nodig om die sensitiviteit voor de minderheid te behouden. Steeds eerst bij jezelf nagaan ‘hoe sta ik er zelf in’, dan checken bij de anderen hoe zij erin staan. In het OJCM dus checken bij joden en moslims. Daarna ga je samen beleid maken of een mening vormen. Je moet voortdurend je eigen denkkaders doorbreken.”

Eerst in kleine kring: waar zit de pijn?

Een mooi voorbeeld en een van de hoogtepunten in zijn tijd bij het OJCM is de bijeenkomst van het OJCM over Jeruzalem begin 2020. Omdat de deelnemers elkaar kenden en vertrouwden, konden zij in een veilige sfeer vertellen wat Jeruzalem voor hen betekent. Jan: “Het gaf iedereen nieuwe inzichten en nieuwe energie. Het staat voor het model dat we bij het OJCM ontwikkeld hebben en dat goed werkt. De basis daarvan is dat we elkaar heel goed hebben leren kennen en vertrouwen. In kleine kring  bereidt de kerngroep van het OJCM onderwerpen voor. Bij gevoelige onderwerpen vragen we elkaar ‘waar zit de pijn?’ en we zoeken naar oplossingen waarbij alle partijen recht wordt gedaan. We kijken hoe we dit bespreekbaar kunnen maken met meer mensen. Dan brengen we het in bij het OJCM en daarna bij de achterban van de organisaties.”

Bezoek aan Caïro in tijd van Fitna groot succes

Tijd voor een terugblik naar het begin van het OJCM. Jan: “Dat was in de tijd dat Wilders zijn film Fitna uitbracht. Dat gaf heel veel onrust bij moslims in Nederland en in het buitenland. Er waren al contacten vanuit de Protestantse Kerk Nederland met het Contactorgaan Moslims en Overheid. De PKN had in 2005 met twee moskeekoepels de Verklaring voor de samenleving uitgegeven. Dat was de basis waarop ik verder kon. Vertegenwoordigers van de Raad van Kerken Nederland en het CMO gingen naar Caïro, naar het centrum van de islam, de Al Azhar Universiteit. Driss el Boujoufi legde daar uit dat Wilders parlementslid is en vrijheid van meningsuiting heeft, maar dat wat hij zegt niet het standpunt van de regering is of de mening van alle Nederlanders. Dat heeft veel spanning weggehaald. Driss vertelde ook dat moslims in het Midden-Oosten een voorbeeld kunnen nemen aan de manier waarop Nederland omgaat met moslims. Door contacten van de moslims en van Kerk in Actie in Egypte kwam het bezoek aan Caïro heel snel op het journaal in Egypte en op Al Jazeera. Het was echt een groot succes.” Na de reis naar Caïro stelde het CMO voor om ook contact op te nemen met joden in Nederland. Dat was het begin van het OJCM, toen nog Caïro-overleg.

Contacten opbouwen en start Geloof in Samenleven

Jan was in 2006 Josien Folbert opgevolgd bij de landelijke dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk met de opdracht ‘ontmoeting met moslims’. “Dat is ook steeds mijn opdracht gebleven. Terug in Nederland wilde ik graag gespreksgroepen van imams en predikanten opzetten zoals we die in Indonesië kenden,  maar imams spraken vaak geen Nederlands en bleven slechts kort in Nederland. Geen basis voor duurzame contacten dus. We besloten om niet met imams contacten op te bouwen maar met moskeebesturen. We zetten Geloof in Samenleven op, dat op lokaal niveau werkt. Een goede ontwikkeling is dat Diyanet Hanneke Gelderblom en mij heeft gevraagd om op de introductiebijeenkomsten van de nieuwe imams te vertellen over het jodendom en het christendom in Nederland en hoe je met de kerken en synagogen in contact kunt komen. Zolang we in Nederland  nog geen imamopleiding hebben en goed opgeleide imams nog uit Turkije komen, is dit een goede tussenoplossing.”

Geïnspireerd door Sumartana: Samen iets doen voor de samenleving

In Indonesië werd Jan geïnspireerd door Sumartana die een landelijk interreligieus instituut opzette. “Sumartana leidde mij in in de eerste beginselen van interreligieuze dialoog. Dat is: samen iets doen voor de samenleving. Het gaat niet om dogma’s, het gaat om het leven van mensen. Jan: “In de tijd rond het aftreden van Suharto waren er demonstraties en ontstonden er etnisch-religieuze conflicten. Het werd belangrijk om ook op lokaal niveau religieuze leiders bij elkaar te brengen. Daarbij was Pradjarta van Percik een leidende figuur. Ook hij heeft mij geïnspireerd.”

In 12 jaar OJCM enorm naar elkaar gegroeid

“In de twaalf jaar dat het OJCM bestaat is er heel veel bereikt. De leden van joodse, christelijke en islamitische komaf zijn enorm naar elkaar toe gegroeid. In het begin waren de contacten afhankelijk van een paar personen maar de samenwerking en het vertrouwen worden nu breder gedragen in de organisaties. Natuurlijk schuurde het wel eens. Frustrerend is dat de agenda steeds veel te groot is. Dan wil je iets goed oppakken en word je weer ingehaald door de actualiteit die aandacht vraagt. Na de heel goede eerste bijeenkomst over Jeruzalem reageerden de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken Nederland op het regeerakkoord van Netanyahu waarin de mogelijkheid van het annexeren van de Palestijnse gebieden op de Westbank staat. Tja, daar wordt dan van het OJCM ook een reactie op  verwacht terwijl we net pas begonnen zijn met zo’n gevoelig punt als wat betekent Jeruzalem voor jou?.”

Zichtbaarder zijn als OJCM

“Er ligt nog een kans in het meer zichtbaar zijn. Dat is best lastig want media houden van oneliners en het OJCM wil juist de mening van het brede middenveld uitdragen. We hebben in het verleden een keer georganiseerd dat religieuze leiders gezamenlijk gingen stemmen. Dat was een succes en bereikte de media. Soms kun je je op een eenvoudige manier samen laten zien aan de samenleving en de media. Daarop zou het OJCM alerter kunnen zijn. Dat helpt om het beeld dat mensen hebben bij de verschillende religies te doorbreken.”

Vredesprijs

Bij de Nationale Iftar in mei dit jaar kreeg Jan de Vredesprijs van het Nationale Iftar comité. “Daar ben ik heel blij mee maar het is het werk van ons allemaal!”. 

Jan is sinds april met pensioen maar blijft actief in de interreligieuze samenwerking, nu als secretaris van de Stichting Geloven in Samenleven (GIS).

Daniëlle Leder is onder andere secretaris van het OJCM, het Overlegorgaan Joden Christenen Moslims