Raad van Kerken over slavernijverleden

Door de dood van George Floyd (25 mei 2020) en de daaropvolgende demonstraties van “Black lives matter” is racisme ook in Nederland onderwerp van debat in samenleving en politiek.

De Raad van Kerken bracht in juni 2013 een verklaring over het Nederlandse slavernijverleden uit. In deze verklaring wordt ook gewezen op de verantwoordelijkheid van de kerken zelf: ‘Als kerken weten we ons deel van dit schuldig verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om slavernij te rechtvaardigen. Als kerken benoemen we deze betrokkenheid, en willen we helpen recht te doen aan de nazaten van hen die soms generaties achtereen zijn geknecht en uitgebuit, waarbij we als kerken ons realiseren dat kerken destijds onderling verschilden qua mogelijkheden en dat er binnen diverse kerken ook verschillende geluiden te horen waren.’

Op 1 juli, de jaarlijkse feestdag van Keti Koti ter herdenking van de afschaffing van de slavernij, vond in de Tweede Kamer een fel debat plaats over de vraag of en in hoeverre racisme inherent is aan het maatschappelijk bestel. De hele Kamer is het erover eens dat elke vorm van racisme uitgebannen moet worden, maar de visies lopen uiteen als het gaat om de vraag in hoeverre racisme in de Nederlandse samenleving voorkomt of zelfs ‘systemisch’ of ‘institutioneel’ (b.v. arbeidsmarkt, woningmarkt) is. Ook ten aanzien van de omgang met het Nederlandse slavernijverleden lopen de opvattingen uiteen. Het kabinet stemde niet in met de oproep van de oppositie om daarvoor excuses aan te bieden en verwees naar de verklaring van het vorige kabinet dat voor het slavernijverleden ‘diepe spijt’ heeft betuigd. Excuses, zo betoogde premier Mark Rutte, zouden tot verdere polarisatie leiden. Wel wordt overwogen om in 2023 een herdenkingsjaar van de slavernij te houden.

We brengen de verklaring van de Raad van Kerken in Nederland vandaag opnieuw onder de aandacht, omdat het een basis kan bieden als bijdrage aan vragen die leven in kerk en samenleving.


VERANTWOORDING VAN HET SLAVERNIJVERLEDEN

Wij als kerken in Nederland, verenigd in de Raad van Kerken, hechten er aan onderstaande uit te spreken tot de kerken en de nazaten van de mensen die ooit als slaven werden verhandeld en als slaven moesten werken; nazaten leven in verschillende landen, onder meer in Suriname, Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Caribisch Nederland en Nederland.

We weten uit de Bijbel dat alle mensen naar Gods beeld zijn geschapen maar we hebben mensen niet als beelddrager rechtgedaan; ze zijn niet behandeld zoals het conform het later geformuleerde handvest voor de rechten van de mens wenselijk zou zijn. We erkennen onze betrokkenheid in het verleden van afzonderlijke kerkleden en van kerkelijke verbanden bij het in stand houden en legitimeren van de slavenhandel; de slavernij heeft  eeuwenlang tot 1863 plaatsgevonden onder Nederlandse vlag. Er was geen of onvoldoende respect voor Bijbelse en menselijke waarden. Honderdduizenden mensen werden van huis en haard weggehaald en moesten een leven lang in gevangenschap verkeren, werden uitgebuit, kregen geen kans om in vrijheid van geloof, meningsuiting en arbeid hun leven invulling te geven. Velen stierven tijdens het transport. Miljoenen mensen werden slaaf gehouden. Als kerken weten we ons deel van dit schuldig verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om de slavernij te rechtvaardigen. Als kerken benoemen we deze betrokkenheid, en willen we helpen recht te doen aan de nazaten van hen die soms generaties achtereen zijn geknecht en uitgebuit, waarbij we als kerken ons realiseren dat kerken destijds onderling verschilden qua mogelijkheden en dat er binnen diverse kerken ook verschillende geluiden te horen waren. 

Wie kan de schuld vergeven en vergiffenis aanreiken voor mensen die zelf geen woorden meer in de mond kunnen nemen en die tot het einde van hun leven in slavernij hebben moeten doorbrengen? We realiseren ons dat we te laat spreken, te weinig op het goede moment de goede inzichten hebben gehad en ons hebben laten leiden door misplaatst winstbejag en machtsmisbruik. Het is een vorm van onrecht, die doorwerkt tot in de huidige generatie toe, waar een deel van onze samenleving is gebouwd op misbruik van anderen en waar discriminatie onvoldoende wordt uitgebannen. Er zijn vele zaken die we niet meer kunnen veranderen. We erkennen nazaten van de slaven dat we veel leed hebben veroorzaakt. We spreken de wens uit om samen met hen en samen met allen die gerechtigheid en vrede willen dienen te zoeken naar een samenleving waarin menswaardig leven, vrijheid, verantwoordelijkheid, solidariteit en respect elementaire waarden zijn. We hopen op een gezamenlijke inzet voor de samenleving, omdat we ons realiseren dat ook vandaag de dag gelijkwaardigheid van mensen allerminst vanzelfsprekend is en iedere keer weer ontdekt, verworven en verdedigd zal moeten worden.

Raad van Kerken in Nederland
14 juni 2013