Kerken verlenen meer hulp vanwege blijvende armoede

In het onderzoek ‘Armoede in Nederland 2019’, waarin onderzocht is hoe diaconieën, parochiële caritas instellingen en andere kerkelijke organisaties materiële en immateriële hulp bieden, is de conclusie dat kerken een actieve rol spelen in lokale armoedebestrijding.

De noodzaak hiervan blijkt uit het flink gestegen aantal hulpvragen en dat de gegeven hulp vooral bestemd is voor eerste levensbehoeften. Bepaalde groepen blijken vele jaren diaconale hulp nodig te hebben. Daarmee dringt zich de vraag op of het zorg- en beschermingsnet van de overheid voldoende functioneert.

De belangrijkste feiten
Ruim tachtig procent van de diaconale organisaties in Nederland is actief betrokken bij armoedebestrijding. Het totaalbedrag aan gegeven hulp bedraagt € 40.724.022. Dit bedrag is 4 miljoen hoger dan het totaalbedrag van het voorgaande onderzoek ‘Armoede in Nederland 2016’. Van deze ruim 40 miljoen wordt € 14.852.640 besteed aan individuele ondersteuning, € 5.384.790 aan kerstpakketten, € 3.634.749 aan inloophuizen en € 16.851.852 aan collectieve ondersteuning.

Het beroep op financiële hulp per lokale diaconale organisatie is gegroeid. Het totaal aantal aanvragen is gestegen van 49.474 (2016) naar 62.588 in 2019. Hiervan zijn er 56.760 gehonoreerd. De hulpvraag is in alle grote steden, steden, plaatsen en dorpen gestegen. Heel opvallend is dat 82% van de hulp verleend wordt voor de eerste levensbehoeften (broodnood, levensmiddelen, boodschappen, kleding, vervanging witgoed, huisraad).

De diaconale hulpverlening vraagt de nodige inzet aan uren van betrokken diakenen, bestuurders en vrijwilligers. De meting van de vrijwillige inzet bij de individuele hulpvragen laat zien dat kerken een intensieve bijdrage leveren aan de bestrijding van armoede: 25.400 mensen verlenen 1.341.059 uren (508 per diaconale instelling) aan individuele hulp. Dat is te vergelijken met de inzet van 716,3 fulltime beroepskrachten. Gerekend met een ervaren MBO professional met een bruto uurloon inclusief werkgeverslasten van € 30 gaat het dan om 40.218.812 euro.

Kwetsbare groepen
De effecten van de economische crisis worden zichtbaar in het feit dat mensen zonder betaald werk bij de top drie (48%), en mensen die te maken hebben met een restschuld vanwege hun hypotheek vaak (14%) een beroep doen op diaconale organisaties. Daarnaast kloppen zelfstandigen zonder personeel stevig aan bij diaconale organisaties: 11%. Asielzoekers en vluchtelingen (54%) en alleenstaande ouders met kinderen (51%) vragen het meest om hulp.

Als belangrijkste reden om hulp te vragen noemen diaconale organisaties ook de groeiende schulden problematiek. Intensivering van beleid is noodzakelijk om preventief te voorkomen dat mensen (opnieuw) met problematische schulden te maken krijgen. Daarnaast toont dit onderzoek opnieuw aan dat mensen moeilijk aan armoede ontsnappen als zij langdurig moeten leven van een laag inkomen, al of niet door schulden afgedwongen. In het bijzonder geldt dit voor alleenstaande ouders met kinderen, mensen met psychische problemen, mensen met chronische ziekte en handicaps, asielzoekers en vluchtelingen, en ouderen met alleen een (gedeeltelijke) AOW. De diaconale organisaties geven aan dat zij in 2018 amper concrete resultaten of effecten van het armoedebeleid ervaren, dat de overheid (landelijk en lokaal) inzet om de positie van deze groepen te versterken.


Overhandiging Onderzoeksrapport aan staatssecretaris Tamara van Ark door mgr. Gerard de Korte (links) en dr. René de Reuver (rechts) op 8 november 2019 in Rotterdam

 

Onvoorziene uitgaven en bureaucratische rompslomp
Opvallend is de stijging van onvoorziene uitgaven als veroorzaker van de problematiek. Mensen met een sociaal inkomen hebben geen financiële reserves (meer). De angst of schaamte om hulp te vragen bij instanties van de overheid is toegenomen. De bureaucratie als veroorzaker van de problematiek van armoede en schulden staat hoog in de ranglijst van genoemde problemen. Liefst vijf antwoordmogelijkheden scoren in de top tien: wachttijden, vastlopen in loketten, buiten regelingen vallen, ingewikkelde formuleren, onbekendheid met regelgeving. Meer werk maken van het minimaliseren van wachttijden bij de toekenningen van uitkeringen, betere dienstverlening, gebruik van minder en eenvoudige formulieren, en het werken met een één loket beleid vinden kerken belangrijk om noodhulp te voorkomen. De sterke digitalisering in de sociale zekerheid veroorzaakt (te) grote problemen. Diaconale organisaties vinden dat de overheid daar zelf wat aan moet doen en dat zij niet de rekening moeten betalen waar de overheid door trage en ingewikkelde procedures steken laten vallen.

Steun aan maatschappelijke initiatieven
Bijna 30% van de diaconale organisaties is betrokken bij een noodfonds. De betrokkenheid bij een voedselbank is groot (72%). Dat gaat vooral via de inzet van vrijwilligers, het geven van voedsel, en het beschikbaar stellen van het kerkgebouw als steunpunt. Kerken zijn formeel en informeel nauw betrokken bij dit maatschappelijk initiatief. Daarnaast valt de opkomst van maatjesprojecten op, waarin zichtbaar wordt dat diaconale organisaties naast inzet op noodhulp meer werk maken van het structureel begeleiden van mensen bij hun financiële problemen.

Brochure
Naast het onderzoek en als begeleiding van de onderzoeksresultaten is een publieksbrochure gemaakt ‘Arm. En wat doet de kerk?’. Deze kennisbundel bevat in de vorm van grafieken de voornaamste resultaten van de uitslagen van het onderzoek ‘Armoede in Nederland 2019’. De resultaten van het onderzoek zijn onderscheiden naar zes thema’s, die trends uit het onderzoek weergeven. Rond deze thema’s zijn gesprekken gehouden met zes lokale initiatieven van kerken, waardoor de verhalen over de mensen achter de cijfers in beeld komen.

Verder zijn vier artikelen geschreven vanuit netwerken, waarvan bekend is dat zij de vragenlijst van het onderzoek niet snel invullen. Meestal omdat de structuren anders zijn. Het zijn de netwerken van migrantenkerken, inloophuizen, protestantse pioniersplekken, en SchuldHulpMaatje, Present en Hulp In Praktijk. De auteurs vertellen in de artikelen hoe deze netwerken armoede tegenkomen en er mee omgaan. Een vijfde artikel brengt recente cijfers rond armoede en rijkdom in Nederland in beeld.

Het slot bestaat uit een zestal conclusies, die de onderzoekers en de Stuurgroep Knooppunt Kerken en Armoede getrokken hebben uit het onderzoek, gekoppeld aan telkens een aanbeveling voor de overheid en een aanbeveling voor de kerken.

Het Knooppunt Kerken en Armoede verbindt en versterkt landelijke en lokale oecumenische inzet van kerken en diaconale organisaties bij het bestrijden van armoede in Nederland en maakt deze zichtbaar.

Een taakgroep heeft het onderzoek ‘Armoede in Nederland 2019’ verzorgd. Het onderzoek ‘Armoede in Nederland 2019’ met alle grafieken is te downloaden van www.knooppuntkerkenenarmoede.nl/armoedeonderzoek

De brochure ‘Arm. En wat doet de kerk? Armoede-onderzoek 2019 naar hulpverlening door kerkelijke organisaties in Nederland’ is voor 5 euro te bestellen bij de Protestantse Kerk in Nederland en te downloaden op www.knooppuntkerkenenarmoede.nl/armoedeonderzoek

Hub Crijns is bestuurder van het Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad en lid van de Stuurgroep Knooppunt kerken en Armoede. Meta Floor is medewerker Kerk in Actie Binnenland, het diaconale werk van de Protestantse Kerk in Nederland

Foto’s: Peter de Bie