Vrijzinnigen Nederland

‘Wij zijn niet ontstaan uit kerkdiensten, maar uit lezingen. De Bijbel is voor ons belangrijk, maar we nemen hem niet letterlijk, en Jezus is voor ons een voorbeeldmens.’ In het gesprek met algemeen secretaris Christien Crouwel van de Raad van Kerken wordt direct de toon gezet. In haar pelgrimage langs de lidkerken van- en aangesloten genootschappen bij de Raad is ds. Crouwel op zaterdagmiddag 25 mei te gast bij Vrijzinnigen Nederland en bestuurslid Johan de Wit legt uit hoe vrijzinnigen met het christelijk geloof omgaan.

We zijn aangeschoven in het Witte Kerkje van Baarn waar in grote letters boven de deur staat ‘Nederlandse Protestantenbond’. Vrijzinnigen Nederland kent 45 afdelingen van verschillende grootte met in totaal 3200 leden en vrienden. Voorzitter Ineke Jacobsen Jensen van Vrijzinnigen Nederland verheugt zich op de lezing die zo dadelijk wordt gehouden over ‘Vrijzinnig zijn in tijden van onbehagen, helpt dat?’ ‘We hadden geen mooier thema kunnen kiezen,’ meent Jacobsen Jensen die zich beschouwt als zinzoeker. Algemeen secretaris Wies Houweling vertelt dat vrijzinnigen in vergelijking met andere christelijke kerken geen dogma’s, ambten en sacramenten hanteren. Bestuurslid De Wit vult aan: de vrijzinnige levenshouding vertalen we door respectvol met elkaar en met de samenleving om te gaan. ‘Bij ons zal nooit luidkeels of triomfantelijk over God gesproken worden. Hij is voor ons de grote onbekende. Bij vrijzinnigen is ruimte voor het geheim, voor de mystiek,’ aldus De Wit. Houweling vertelt dat voor vrijzinnigen geloven vooral betekent dat ze ‘gevoelens’ bij iets hebben, en dat er geen directe koppeling is aan de Bijbel.

De dit jaar aangetreden algemeen secretaris van de Raad van Kerken, ds. Christien Crouwel, werpt op dat je dogma’s misschien niet zozeer als dwingende geloofsvoorschriften moet zien, maar meer als ‘in de tijd gestolde geloofservaringen’. Ze bieden een gemeenschappelijke basis, waaraan mensen ook hun eigen ervaringen kunnen spiegelen en toevoegen. ‘Want zonder enige vorm van gemeenschappelijk belijden wordt het wel wat zwemmerig.’ Er wordt geknikt door de bestuurders van Vrijzinnigen Nederland en dan vertelt secretaris Houweling dat een gezamenlijke identiteit beschrijven stuit op wat individuele leden of afdelingen zelf willen. Voorzitter Jacobsen Jensen tot ds. Crouwel: ‘zoals je dogma’s omschrijft klinkt het mooi, maar iedereen is een zinzoeker.’ Houweling merkt op dat in deze tijd van individualisering vrijzinnigen zich niets laten voorschrijven. De warmte van de groep, zo benadrukken de bestuursleden, dat wordt gezocht binnen de vrijzinnige stroming.

Met enkele pilots zoekt Vrijzinnigen Nederland naar nieuwe vormen van samenkomen. Zielsplekken worden ze genoemd, gespreksgroepen met maximaal acht mensen om na te denken over grote en kleine levensvragen. ‘We willen mensen in gelegenheid brengen om langere tijd met elkaar in gesprek te zijn,’ aldus Wies Houweling. ‘We bespeuren dat mensen willen vertellen, niet luisteren.’

De zielsplekken sluiten wonderwel aan bij de lezing die wordt uitgesproken door Jeanne Traas-Hageman, emeritus-pastor van Vrijzinnigen Nederland. Voor een verzameling vrijzinnigen houdt zij de 2e Opzoomerlezing, vernoemt prof.dr. C.W. Opzoomer die in 1870 de Nederlandse Protestantenbond oprichtte. 150 jaar Vrijzinnigen in ons land, hoe is de stand van zaken.

Het is een liefdevol verhaal waarin dominee Traas concludeert dat vrijzinnigheid eerst en vooral een ‘gunnende’ mentaliteit is waar ruimte is voor kritische vragen. Traas citeert Opzoomer die 150 jaar geleden constateerde dat vrijzinnig vooral ook ‘vraag-zinnig’ moet zijn. Een geloofsgemeenschap wordt bij vrijzinnigen gezien als een ontwikkelingsruimte, waarin mensen door cultuur, filosofie en ook religie geïnspireerd worden tot compassie. Ds. Traas wijst op twee manieren van geloven. ‘Vertrouwen’ en ‘aanname’. Vooral voor dat vertrouwen in de betekenis van het verlangen naar betrouwbaarheid, wil ds. Traas een lans breken. ‘Het verlangen naar betrouwbaarheid in onze maatschappij vraagt om nieuwe aandacht’. Om te ontvangen én om zelf te geven, concludeert Traas.

Zij beschrijft vrijzinnigheid als het vermogen te erkennen dat jouw beeld van de werkelijkheid, hoe vanzelfsprekend ook voor jezelf, toch ook een interpretatie is: ‘Bovendien is er oog voor de complexiteit van veel levenssituaties, dat maakt ons discreet en daardoor treden we als vrijzinnigen misschien soms te weinig op de voorgrond.’ En dan komt ook God nog ter sprake: ‘Zelf’, zo vertelt ds. Traas, ‘houd ik mij graag vast aan het oude Bijbelse godsbeeld van de Aanwezige die met ons meetrekt, als partner, hoe absurd en moeilijk te begrijpen ons bestaan vaak is. Aanwezigheid in de vorm van een wolk, door de wind voortgedreven, die ons steeds weer herinnert aan onze eigen geestkracht, onze creativiteit, waarmee we er iets goeds van kunnen maken’.  

De Opzoomerlezing wordt afgesloten met drie liederen van Richard Strauss, prachtig vertolkt door sopraan Froukje Hoitinga en begeleid door pianist Harry Schram; Toewijding, Nacht en Cäcilie.

Teun-Jan Tabak