Moderamen positief-kritisch over Troonrede

Eerste reacties op Prinsjesdag 2018
De Koning stelde in de Troonrede een vraag die bij veel leden van het moderamen bleef hangen: “Leven we in Nederland wel voldoende met elkaar en niet te veel naast elkaar?”  
Het is een vraag die velen binnen de kerken bezighoudt en nu stelt de Koning deze dus ook. “Terecht”, aldus bisschop Van den Hende, “met elkaar leven is omzien naar elkaar, en dat is een voorwaarde om een echte samenleving te zijn”.

Gevraagd naar hun eerste reacties op de Troonrede zijn Van den Hende, Gudde, De Reuver, Vercammen, Visscher en Nieuwerth opvallend eensgezind. ‘Een belangrijk deel van de troonrede bestaat uit plannen om het omzien naar elkaar in velerlei opzicht, ook buiten de landsgrenzen, te bevorderen. Ouderen, mensen die leven in eenzaamheid en/of wiens leefsituatie moeizaam is, mensen met een arbeidshandicap, statushouders maar ook ZZP’ers worden met name genoemd’, aldus De Reuver en Visscher.  Gudde vult aan dat dit juist ook de groepen zijn, waar van de kerken ook bijzondere zorg naar uitgaat. Zorg van de kerken is onder meer dat er voldoende mogelijkheden blijven voor mensen die een beschermde en op maat gesneden werkplek nodig hebben (denk aan sociale werkplaatsen). In het streven naar vaste contracten herkent Gudde de kritische geluiden vanuit de Raad over de verregaande flexibilisering van arbeid.

Vooral ook juicht hij de aandacht voor het tegengaan van eenzaamheid toe. Het is een onderwerp dat de Raad onlangs ook bij het kennismakingsgesprek met minister-president aan de orde stelde. De  Raad van Kerken blijft het kabinet op deze punten graag volgen, om te zien welke effect de extra middelen voor zorg aan ouderen in de praktijk heeft. De kerken zien zichzelf ook op dit vlak als een belangrijke maatschappelijke partner voor de overheid. Het is goed te constateren dat de kerken in de Troonrede als zodanig genoemd worden.  

Met elkaar leven
Vercammen en Gudde waarderen de aandacht voor de integratie van nieuwe Nederlanders en de vluchtelingenproblematiek. ‘Statushouders snel aan werk helpen en Nederlands leren: Prima. Kerken vragen echter ook aandacht voor humane opvang van asielzoekers die nog geen status hebben’, aldus Gudde. Ook zij moeten een nuttige dagbesteding hebben, vrijwilligerswerk kunnen doen, kunnen studeren.

Ook Europa krijgt de nodige aandacht, als de vanzelfsprekende context die mede garant staat voor onze veiligheid en onze welvaart. Vercammen: ‘Uit de woorden van de Koning blijkt een positieve bereidheid om te werken aan de kwaliteit van onze samenleving en dat is ook waaraan wij als kerken willen meewerken. Dat wil men samen met de burgers doen en dat is een goede zaak.’

Vercammen en De Reuver vinden de paragraaf over de economie daarentegen nogal beperkt. Men wil wel geen brievenbusfirma’s meer, maar met een uitspraak dat men het vestigingsklimaat nog verder wil verbeteren kan men natuurlijk alle kanten uit. Het is niet zeker of de grote bedrijven hier niet te veel speelruimte krijgen voor hun (belastings-)ontwijkend gedrag.  De Reuver benadrukt: ‘Een kritisch punt vind ik – ja, wel – de dividendbelasting. Niet het punt op zich, dat kan ik niet zo beoordelen, maar de strategie. Zo veel tegengeluiden, ook in de coalitie, en dan toch doorzetten omdat mijns inziens de VVD het wil. Dat vind ik geen voorbeeld van samen. Integendeel!’

De regering spreekt ook mooie woorden over internationale verbanden. De RvK is daar eveneens voor: VN, Europese Unie, … Belang van deze internationale inbedding is niet alleen economisch, alhoewel daarop het accent lijkt te liggen in de troonrede. Het gaat ook om het in de internationale verbanden pal staan voor mensenrechten, voor democratie en persvrijheid. Het zijn niet alleen economische, maar ook waardenverbanden. Kees Nieuwerth stelt in dit verband dat de Raad van Kerken ook verwacht dat de Nederlandse regering dan ook voldoet aan de verplichtingen voortvloeiend uit internationale verdragen, bijvoorbeeld het vluchtelingenverdrag en het klimaatverdrag, het laatste vooral met het oog op onze zusters en broeders in de zuidelijke wereldhelft die het meest onder klimaatverandering lijden. Het gaat dus om economische én ecologische gerechtigheid.

Gerechtigheid en rentmeesterschap
Ter afsluiting van de troonrede de viering van 100 jaar vrouwenkiesrecht (2019) gememoreerd. Ook is er in de troonrede sprake van het belang van gelijkwaardigheid in de samenleving. Gudde wijst erop dat de Kerken constateren dat er nog steeds ongelijke kansen zijn voor mannen en vrouwen (kijk naar de feitelijke verdeling in diverse sectoren) en dat ook Nederlanders met een migratieachtergrond nog niet altijd gelijkwaardigheid ondervinden. Naar aanleiding daarvan willen de kerken ook een verdergaande bezinning op het slavernijverleden stimuleren.

Jan Albert Visscher, de penningmeester van het moderamen, waardeert het dat de regering oog heeft voor toekomstige generaties. ‘Het is iets waar we nu inspanningen voor moeten willen leveren, ook als dat op kortere termijn betekent, dat we privé minder te besteden hebben. Dat getuigt van goed rentmeesterschap.”  Om er gelijk aan toe te voegen: “De kerken worden in dit kader genoemd in de troonrede, die afsluit met het vragen van Gods zegen. Een bede die in onze huidige samenleving wel eens te weinig klinkt!’

In hoeverre de goede intenties uit de Troonrede in de praktijk zullen leiden tot verbeteringen voor de zwakkeren in de samenleving wil de Raad van Kerken kritisch blijven volgen.

   
   

Gudde: ‘Goed dat Groningen en de schade door de aardgaswinning apart genoemd wordt. Met de Groningse kerken hopen wij dat er concrete stappen gezet worden voor schadevergoeding en het verder beperken van schade.’

‘In de troonrede stelt de koning de vraag of mensen in de Nederlandse samenleving met elkaar leven of veeleer naast elkaar. Met elkaar leven is voorwaarde om een echte samenleving te zijn: solidariteit tussen opeenvolgende generaties, gelegenheid voor nieuwkomers om mee te doen, waardering voor verbindingen die kerken en verenigingen tot stand brengen, concrete solidariteit in armoede, ziekte en eenzaamheid. Het is van essentieel belang dat het welzijn van mensen en de economie als menselijke activiteit niet naast elkaar bestaan maar (steeds meer) met elkaar verbonden worden. Economie als een dienst aan het samen leven, in Nederland en in groter verband. Waar de koning spreekt over ruimte die een gunstige economie biedt, hoop ik dat Nederland juist in deze doorwerking en uitwisseling een sterk land zal zijn.’

+ J. van den Hende