Sleutelen aan DNA

Op diverse plaatsen zijn wetenschappers bezig met het analyseren van menselijk DNA. Hoe denken we daarover vanuit de kerken? Spelen we voor God als we aan het menselijk DNA gaan sleutelen of gaat het om technieken waar we vanuit onze verantwoordelijkheid als rentmeesters op de wereld baat bij hebben? Over dat soort vragen ging het onlangs in Parijs tijdens een conferentie, georganiseerd door de Europese Raad van Kerken (CEC). Namens de RvK Nederland was Hillie van de Streek, lid van de beraadgroep Samenlevingsvragen, hierbij aanwezig.

Gaandeweg de conferentie realiseert zij zich hoe dichtbij het allemaal komt. Want genetisch ingrijpen is nu al mogelijk. Zo is in Amerika (Harvard) een methode ontwikkeld om bepaalde vormen doof- of blindheid te bestrijden door een reparatie in het DNA. Op deze manier kunnen meer erfelijke aandoeningen worden genezen of zelfs voor alle volgende generaties worden voorkomen. Dit klinkt mooi voor wie een erfelijke ziekte in de familie heeft. Maar als we breder kijken worden we overrompeld door wat we mogelijk over onszelf en ons nageslacht afroepen: er is onvoldoende zicht op mogelijke neveneffecten, de technieken kunnen worden misbruikt en we weten niet wat op de langere termijn de gevolgen zijn voor de mensheid. De vraag of we denken voor God te kunnen spelen is dus meer dan terecht. En verdient bij uitstek vanuit levensbeschouwelijke ethiek te worden bezien. Ligt hierin voor de kerken niet een maatschappelijke taak?

De CEC vindt van wel. Dat was dan ook de reden dat Heikki Huttunen, secretaris-generaal van de CEC, besloot tot een ontmoeting tussen biotechnische wetenschappers, theologen van orthodoxe, katholieke en protestantse signatuur en ‘gewone’ afgevaardigden vanuit de Europese lidkerken. Doel van de ontmoeting was verkennend met elkaar in gesprek te gaan zonder gelijk tot een gezamenlijk standpunt te komen.

Deze aanpak bracht een diversiteit aan perspectieven ten tonele. Zo benaderde de Grieks-Orthodoxe theoloog Miltiadis Vantsos de vraag voor God te kunnen spelen vanuit de kerkelijke leer dat het proberen als God te zijn positief dient te worden bejegend, en wel in de zin van het navolgen van Christus in zijn liefde en goedheid. Dit in tegenstelling tot de manier waarop Adam en Eva aan God gelijk wilden zijn, want dat leidt uiteindelijk tot de dood. De mens is geroepen tot creativiteit en mag de vrijheid daartoe volop benutten, mits in de lijn van het navolgen van Christus.

De Duitse Protestantse ethicus Peter Dabrock onderscheidde zich door uit te gaan van de menselijke verantwoordelijkheid. Het gaat niet om een discussie over vóór of tégen, maar over waarom en hoe. Wij moeten genetisch ingrijpen niet klakkeloos accepteren maar ook geen hoge barricades van protest opwerpen. Het gaat erom dat wij als samenleving verantwoord tot besluitvorming komen. Dabrock gaf vervolgens enkele concrete handreikingen hoe een dergelijke maatschappelijke dialoog te voeren.

Bruno Saintôt, verbonden aan de Jezuïtische Faculteit in Parijs, benadrukte de intrinsieke waarde van de mens als persoon. Ieder mens is uniek en bekleedt met waardigheid, vanaf de conceptie tot het natuurlijke levenseinde. Dat heeft consequenties voor hoe wij genetisch ingrijpen bejegenen. Hij pleitte dan ook voor een dialoog tussen wetenschappers, theologen en ethici.

De in Habermas geschoolde ethicus Mark Hunyadi vroeg zich tenslotte af wat we met dit genetisch ingrijpen maatschappelijk aan het doen zijn. Wordt de mens zo niet een object van de techniek? Een winstobject voor de biotech bedrijven? Hij pleitte ervoor om de mens in zijn relatie tot anderen te zien. Wat is het effect van genetisch ingrijpen op de relatie tussen mensen onderling? En op ons samenleven?

Het spreekt voor zich dat een dergelijke diversiteit aan opvattingen niet direct resulteert in oecumenische consensus. Vraag is of dat binnen de CEC en ook op nationaal kerkelijk niveau eigenlijk wel nodig is. Want wat de conferentie liet zien was dat de kerken in al hun diversiteit cruciale aspecten aan het licht brengen die stuk voor stuk van belang zijn voor de maatschappelijke en politieke discussie.

De conferentie leidde dan ook tot de conclusie dat de kerken alle reden hebben zich in het debat te mengen en vooral ook intern de dialoog aan te gaan. Het laatste met een luisterend oor voor wat de ander te zeggen heeft vanuit zijn of haar geloofsovertuiging. Huttunen sloot af met te melden dat de CEC deze uitkomsten concreet gaat maken. Onder meer door zich op EU-niveau zelf in het debat mengen en door een gespreksnotitie te schrijven die de lidkerken kunnen gebruiken voor hun interne en intra-kerkelijke dialoog.

Kortom, wordt vervolgd.

Meer lezen? Zie: https://www.ceceurope.org/bioethics/

Foto’s:
1. Uitvergroting van menselijk weefsel (foto internet) 
2. Hillie van de Streek (foto internet)
3. Peter Dabrock (foto internet)
4. Werkgroep tijdens de conferentie